Invasie en vermenigvuldiging van pathogene micro-orgaanismen in het lichaam is infectie, er is pas
sprake van ziekte wanneer de infectie schade veroorzaakt aan de vitale functies van systemen in het
lichaam.
Men spreekt van kolonisatie indien een micro-organisme in staat is zich te handhaven en te
vermenigvuldigen op of in een gastheer.
Zodra kolonisatie gepaard gaat met schade of een verandering in de normale fysiologie van de gastheer,
al dan niet met klachten en symptomen, spreekt men van een infectie of een infectieziekte. In de
ecologische benadering is een infectieziekte slechts een van de vele vormen van interactie tussen de
menselijke gastheer en de microbiële wereld om hem heen. Soms zorgt de commensale flora voor
infecties.
Patiënten in ziekenhuizen vertegenwoordigen een bijzonder gevoelige groep van gastheren waarbij de
veranderde conditie frequent aanleiding geeft tot infecties met de eigen commensale microflora.
Operaties bieden deze micro-organismen nieuwe portes d’entrée waardoor wondinfecties ontstaan.
Pathogeen: elk micro-organisme dat ziekte kan veroorzaken
- Primair pathogene micro-organismen veroorzaken bij besmetting regelmatig
ziekteverschijnselen bij ten minste een deel van de gevoelige, maar overigens gezonde,
populatie gastheren.
- Opportunistische pathogenen geven slechts aanleiding tot ziekte bij individuen met een door
onderliggende ziekte of anderszins verlaagde weerstand.
Virulentie: Virulentie is een maat voor de hoeveelheid schade die een micro-organisme in zijn gastheer
aanricht. Het is een kwantitatief begrip voor de mate van pathogeniteit en kan worden beschreven als
ziekmakend vermogen. Een virulente bacteriofaag zal na infectie van de gastheercel deze direct
instrueren om kopieën van de faag te maken, waardoor de gastheer snel sterft. Een minder virulente
bacteriofaag kan zijn genoom inbouwen in het bacteriële genoom, en gedurende het leven van de
bacterie steeds nieuwe fagen laten produceren. Er is druk op parasieten vanuit de evolutie om steeds
minder virulent te worden: uiteindelijk zal een minder virulente variant zich beter kunnen verspreiden
dan een zeer virulente variant die de gastheer onmiddellijk doodt.
Residente flora; tijdelijk op huid
Transiente flora; altijd op je huid
2. Wat is een bacterie?
Bacteriën in 4 groepen:
, - Heterotroof: gebruiken organische verbindingen als koolstofbron
- Autotroof: ontlenen alle koolstof aan C1-verbindingen als CO2 en CH4
- Fototroof: energie wordt verkregen uit licht
- Chemotroof: halen energie uit chemische verbindingen
De voor de mens pathogene bacteriën zijn chemo-heterotroof, vele pathogene soorten kunnen zich
zowel aëroob als anaëroob vermenigvuldigen
Aëroob: zuurstof wordt gebruikt als terminale elektronenacceptor
Anaëroob: Andere organische verbindingen worden als elektronenacceptor gebruikt (nitraat, sulfaat,
kooldioxide) Strikt anaërobe micro-organismen vormen het grootste deel van de normale darmflora bij
de mens
Onder optimale kunnen bacteriën snel groeien en zich elke 20 minuten delen. De groeisnelheid van
bacteriën hangt af van drie factoren:
- de soort bacterie,
- de chemische samenstelling van het milieu of medium waarin de bacterie zich bevindt
- de temperatuur.
Elke bacteriesoort kent zijn eigen optimale samenstelling van het medium en groeit optimaal in
een bepaald temperatuurbereik. Voor de mens pathogene bacteriesoorten groeien veelal het
snelst rond de 37°C.
- Kluwen (nucleoïd): Circulair gesloten dubbelstrengs DNA-molecuul strak opgewonden en vrij in
cytoplasma.
- Plasmiden: stukjes extrachromosaal DNA, circulair gesloten, DNA-moleculen die zich zelfstandig
in het cytoplasma handhaven en repliceren. Kunnen belangrijke eigenschappen als resistentie
tegen antibiotica herbergen.
- Ribosomen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekejanssen11. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.