Aantekeningen hoorcolleges criminologie
Hoorcollege 1.
Criminologie is wetenschap die zich bezighoudt met bestudering van de aard en achtergronden van
menselijke gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn gesteld en van de wijze waarop de
overheid en de overige maatschappij daarop reageert.
Verschilt van tijd en land wat er onder wordt verstaan
Geschiedenis criminologie:
Klassieke oudheid: Conflict tussen burgers, vergelding
Middeleeuwen: Conflict met vorst en God, zondige mens
Renaissance: Afschrikking en nuttig maken overtreders
Verlichting en klassieke school: Nadruk op rede en ratio. Vrije wil en afweging voor- en nadelen.
Principes van legaliteit, gelijkheid en proportionaliteit.
Italiaanse antropologie school: Biologische oorzaken, geboren misdadigers.
Franse Milieuschool: Sociale omgeving (bijv. armoede)
Criminele sociologie: Oorzaken zowel in biologische als sociologische factoren.
Aandachtspunten:
- Beschrijvende criminologie (omvang, trends, cijfermatig)
- Etiologie
- Criminaliteitspreventie (hoe voorkomen)
- Penologie (gaat over gevolg straffen en de praktijk)
- Victimologie (Puur gekeken naar slachtoffers)
- Georganiseerde misdaad (terrorisme en internationale misdrijven)
Juke family:
- 1874 Richard Dugdale
- ???
Zal er echt een gen zijn die te verbinden is aan delinquent gedrag?
A. Levensloopcriminologie
- Overkoepelend kader, bestaat uit verschillende theorieën.
- Levensloop bijv. in de vorm van een levensverhaal.
Levensloopcriminologie – vragen:
1. Wanneer en waarom stoppen de meeste jeugdige delinquenten?
2. Waarom is er een continuïteit in plegen van delicten tussen adolescentie en volwassenheid?
3. Welke factoren kunnen ‘het stoppen (Desistance) verklaren?
Voorbeeld in levensloop:
- Jongere criminelen zijn vaak meer open in plegen -> later meer heimelijk
- Diefstal winkel -> Diefstal werk
- Heling (kopen gestolen goederen)
- Verkeersdelicten en misdrijven
, - Financiële delicten: White Collar Crime (witte blousjes)
Voorbeeld white collar crime:
- Jos van Rey. Wiswassen/ronselen stemmen/schenden ambtsgeheim. OM: hij belandde in een
wereld van vriendjespolitiek en corruptie. -> taakstaf
Blue collar = waren de werknemers.
Zelfcontroletheorie: 1990
- Hirschi (belangrijk) en Gottfredson
- Lage zelfcontrole en onmiddellijke bevrediging van behoeften -> Grote kans criminaliteit
- Niveau verschillen in zelfcontrole verklaren dus verschillen ernst en mate van crimineel
gedrag.
- Statische theorie: Kinderen met gedragsproblemen worden toekomstige criminelen jongeren
en volwassenen
- Geen verschillende verklaring nodig voor verschillende delinquentie of daders
B. Age crime Curve
In adolescentie meeste criminaliteit. (17/18 aar)
2 paden: (Moffit) 1993, 2 paden model
1. Life course persistente delinquenten = 5% maar zorgt voor 50% van aantal criminaliteit
2. Adolescence limited: 95% zorgt voor de overige 50% van criminaliteit
Die 5 procent dan dus altijd zelfde mensen.
Hoe later je begint, hoe groter de kans dat je eerder stopt.
Hoe eerder je begint, hoe groter de kans dat je lang doorgaat.
Verschil in oorzaak:
1. Pers. Del. = Combinatie van biologische psychologische en sociale factoren.
2. Ad. Gebonden = voornamelijk sociale factor. Onvrede met volwassen status.
Relatie leeftijd en criminaliteit
- Meeste daders zijn tieners
- Delinquentie neemt toe rond start pubertijd, piek op 17 e, daarna geleidelijk af
- Helft van alle daders stopt rond 20e, 85% op 28e gestopt. (Caspi & Moffit (1993))
- Bijna alle daders stoppen op bepaald moment (Sampson en Laub (1993))
Adolescentie gebonden: Maturity gap
- Discrepantie tussen biologische en sociale volwassenheid
- Kan leiden tot frustratie
- Zoekt risico’s op (Stoerheid)
- Gedrag overnemen omdat het functioneel is
- Tegen einde blijkt dat verkeerde keus
- Resultaat: Tijdelijke criminaliteit (age crime curve)
Persistente delinquenten:
- Levensstijl wordt versterkt door 2 persoonlijkheidskenmerken
- 1. Sensation Seeking (bijv. adhd, te weinig prikkels)
- 2. Korte termijn keuzes
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xxxj. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.