Handleiding met vragen
Thema 1: Topografische anatomie
Bestudeer in de in situ preparaten de topografische anatomie van het
mannelijk geslachtsapparaat. Besteed hierbij aandacht aan het verloop en de
uitmonding van de ductus deferens (zaadleider) en relateer dit aan het
verloop en uitmonding van de ureters. Bekijk de positie van het scrotum
en de testes (zaadbal) in het scrotum en maak een vergelijking tussen de
verschillende diersoorten. Volg het verloop van de urethra (pars pelvina en
pars penina = deel buiten en deel in de penis).
Embryologie
Bij de bestudering van de anatomische relatie van de verschillende
structuren van het mannelijk geslachtsapparaat ten opzichte van elkaar, is
het belangrijk ook kennis te hebben van de embryologie, om deze relaties te
verklaren. Daarom volgen eerst enkele vragen over de embryonale
ontwikkeling van het mannelijk geslachtsapparaat.
, 1. Welke belangrijke genen spelen een rol bij de geslachtsdifferentiatie in
mannelijke richting?
Bij aanwezigheid Sry gen (testis determining factor) differentiatie tot man.
2. Wat is de oorsprong van de primordiale geslachtscellen en waar
bevinden deze zich gedurende de embryonale ontwikkeling?
Mesonephros (primitieve nier) wordt omgebouwd, verdikking hierop vormt
genitale lijst. Primordiale kiemcellen migreren vanuit dooierzak via einddarm
naar genitale lijst (bij vogels via bloed) -> splitsing M vs V gonaden.
Testes & Scrotum
De normale ligging en positie van de testes is diersoort specifiek, bekijk de
aanwezige preparaten van de verschillende diersoorten en beantwoord de
onderstaande vragen.
3. Geef enige specifieke voorbeelden van diersoort specifieke verschillen
in ligging van de testes.
Liesstreek (inguinaal) bij paard en hond, onder liesstreek bij herkauwer,
perineaal bij varkens en subanaal in katten.
Perineaal is ong hetzelfde als perianaal en wordt wel door elkaar gebruikt.
Bij veel zoogdieren bevinden de testes zich in een scrotum. Wanneer je hier
goed over nadenkt is het best opmerkelijk dat de testes, verantwoordelijk
voor de productie van zaadcellen en noodzakelijk voor het doorgeven van de
genen naar de volgende generatie, zo kwetsbaar buiten het lichaam hangen.
In de academische wereld bestaat er veel discussie over de verklaring
waarom dit zo is. Hier zal tijdens het werkcollege ook aandacht aan worden
besteed.
4. Welke verklaring wordt vaak genoemd voor de ligging van de testes in
een scrotum?
Thermoregulatie (sperma kan niet tegen hitte bedoelen ze vgm).
5. Bij welke zoogdieren is er geen sprake van scrotale ligging van de
testes?
Bij olifanten blijven ze in het abdomen. Kleine zoogdieren zoals knaagdieren
laten de testes vaak periodiek dalen, dus deel van de tijd ook hoog in
lichaam.
,Onderstaande vragen kunnen je helpen bij het nauwkeurig bestuderen van
de anatomische positie van scrotum en testes bij de verschillende
diersoorten.
6. Geef in onderstaand schema aan wat de positie van het scrotum is bij
de verschillende diersoorten.
Perianaal = kat, varken (bij vraag 3 staat het dan specifieker maar als je t
maar ong weet)
Inguinaal (hangt echt in lies) = paard en hond, herkauwer
7. Vergelijk de oriëntatie van de testes in het scrotum bij een stier en een
hengst. Wat valt je op? (Dit konden we op PR niet echt goed vinden
maar die van stier leek echt wel verticaal te hangen en dan hengst iets
meer schuin richting horizontaal, dus chatGPT zal t wel goed hebben).
Stier: De testes van een stier hangen verticaal in het scrotum. De epididymis
(bijbal) ligt dorsaal (aan de bovenkant) van de testes. De staart van de
epididymis wijst naar beneden en is gericht naar de benen van de stier. Deze
verticale oriëntatie betekent dat de testes relatief hoog in het scrotum zitten,
dicht bij de buik van de stier.
Hengst: De testes van een hengst liggen meer horizontaal in het scrotum. De
epididymis bevindt zich aan de achterkant van de testes. De staart van de
epididymis wijst naar achteren, richting de staart van de hengst. Deze
horizontale oriëntatie betekent dat de testes lager in het scrotum hangen,
verder van de buik af.
Conclusie: Het opvallende verschil is de richting waarin de testes en de bijbal
zijn georiënteerd. Bij stieren zijn de testes verticaal georiënteerd met de
bijbal bovenaan, terwijl bij hengsten de testes horizontaal liggen met de
bijbal aan de achterkant.
Buikholte & Bekkenholte
De blaas die uitmondt in de urethra, waar ook de twee ductus deferentes
(zaadleiders) in uitmonden, is in de bekkenholte gelegen. Verschillende
structuren, zoals het rectum, ductus deferens en de blaas bevinden zicht
gedeeltelijk in de buikholte en gedeeltelijk in de bekkenholte. Door deze
topografische ligging en het feit dat het peritoneum ter hoogte van deze
overgang van buikholte naar bekkenholte omslaat, leidt tot de vorming van
verschillende excavatio’s (letterlijke vertaling van excavatio is uitholling).
, 8. Identificeer de excavatio rectogenitalis, excavatio vesicogenitalis en
excavatio pubovesicalis. Welke structuren begrenzen deze excavatio’s
dorsaal en ventraal bij het mannelijke dier?
Mannen hebben nummer 2 niet want de penis loopt veel verder ventraal,
waardoor na nummer 1 meteen de blaas komt. Vraag want waarom staan ze
alledrie in de tabel, klopt t dan wel?
Rectum-
Genitaaltract – blaas
Blaas – os pubis
9. Beschrijf de embryonale ontwikkeling van de ureter in relatie tot de
ductus deferens. Waar mondt de ureter en waar de ductus deferens in
uit?
Stimulatie ductus mesonephricus en remming ductus paramesonephricus.
Dus alleen ductus mesonephricus ontwikkelt verder en wordt de
zaadleider/ductus deferens. De mesonephros wordt de bijbal/epididymis.
Metanephros: Voor een aantal diersoorten, amnioten, voldeed het
mesonephros niet meer dus ‘nieuwe nier’. Metanephros vorming is heel
anders en vormt zich niet bij niet-amnioten.
- Ureterknop ontstaat uit distale deel van de ductus mesonephricus
(logisch).
- Groeit uit richting metanephrogene blasteem (=urogenitale
lijst/richel!), het toekomstige nier weefsel.
- Daarna relocatie (passief)
- Ductus metanephricus wordt ureter (urineleider)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur milaachternaam. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour $4.87. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.