100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting SBR 4 Verbintenissenrecht algemeen $4.30
Add to cart

Summary

Samenvatting SBR 4 Verbintenissenrecht algemeen

 77 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting bevat een samenvatting van het vierde deel uit de studiereeks burgerlijk recht, verbintenissenrecht algemeen. Het geeft een goed, redelijk beknopt, overzicht van de behandelde stof zodat u snel een compleet overzicht hiervan krijgt.

Preview 3 out of 20  pages

  • No
  • H1 (nrs. 5 t/m 33, 55 t/m 65), h2, h3 (nrs. 128 t/m 215, 221-264), h4, h5 (nrs. 283 t/m 292)
  • December 11, 2019
  • 20
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Verbintenissenrecht algemeen (4)

Hoofdstuk 1 De verbintenis in het algemeen (Nr. 5 tot en met 33, 55 tot en met 65)
Een verbintenis is een rechtsverhouding tussen twee partijen, krachtens welke een der partijen
(schuldenaar/debiteur) een op het terrein van het vermogen liggende prestatie verschuldigd is aan de
andere partij (schuldeiser/crediteur), die deze van haar te vorderen heeft. Een verbintenis is dus zowel
een vorderingsrecht als een schuld.
Het voorwerp van de verbintenis is een prestatie die kan bestaan in een geven, een doen of in een niet-
doen.

De omstandigheid dat de verbintenis van vermogensrechtelijke aars is, wil niet zeggen dat zij op geld
waardeerbaar moet zijn. Dat is wel een vereiste voor de indiening van een vordering in het faillissement
van de schuldenaar, maar niet voor haar erkenning als verbintenis.
Kenmerk van de verbintenis is, is dat de nakoming daarvan in rechte kan worden afgedwongen. De
verbintenis geeft niet alleen aan de schuldeiser een vorderingsrecht, maar tegens een daaraan
verbonden rechtsvordering.

De verbintenis is een rechtsverhouding tussen schuldeiser en schuldenaar. In het overeenkomstenrecht
geldt dat niet alle verplichtingen die de contractspartijen jegens elkaar hebben, verbintenissen zijn. Zo
schept een testamentaire making of schenking wel een verplichting van de bevoordeelde om de last uit
te voeren, maar niet een verbintenis waarvan nakoming kan worden gevorderd.

Een verbintenis waarvan niet in rechte nakoming kan worden gevorderd, is een natuurlijke verbintenis.
Vrijwillige nakoming hiervan door de schuldenaar geschied niet zonde rechtsgrond, en is dus geen
onverschuldigde betaling (6:203 BW).

Een natuurlijke verbintenis kan een geval zijn waarin vanaf het ontstaan van het recht de
rechtsvordering (actie) daaraan door de wet of rechtshandeling is onthouden. Verbintenisrechten die
krachtens afspraak niet in rechte geldend worden gemaakt zijn bijv. gentlemen’s agreement of
convenanten.
Een natuurlijke verbintenis kan een geval zijn waarin de rechtsvordering (actie) aanvankelijk wel
bestond, maar zij later aan het vorderingsrecht is komen te vervallen. Dit is vooral bij verjaring.
Een natuurlijke verbintenis kan een geval zijn waarin de verplichting van zedelijke aard is.

De in het wetboek voor verbintenissen gegeven bepalingen zijn niet rechtstreeks maar overeenkomstig
van toepassing op natuurlijke verbintenissen.

De Hoge Raad heeft de ruime leer – dat men verder moest gaan en onder natuurlijke verbintenissen ook
verplichtingen van moraal en fatsoen moest begrijpen – aanvaard. Alleen dringende verplichtingen van
moraal en fatsoen zijn als natuurlijke verbintenis aan te merken.

De voldoening aan een natuurlijke verbintenis is de betaling van een schuld en geen schenking.
Uitkeringen voor levensonderhoud aan naaste verwanten, die naar het BW geen of minder recht
hebben in een bijdrage in het levensonderhoud, kunnen onder omstandigheden worden aangemerkt als

,voldoening aan een natuurlijke verbintenis. De fiscus speelt ook een rol in natuurlijke verbintenissen
zoals deze.

Een rechtshandeling die nietig is, of vernietigd wordt, blijft niet voortbestaan als bron van natuurlijke
verbintenissen.
Omdat bij natuurlijke verbintenissen nakoming niet kan worden afgedwongen, zijn wetsbepalingen die
voorschriften geven hoe, wanneer en waar moet worden nagekomen, of die aan niet-nakoming
rechtsgevolgen verbinden, niet op natuurlijke verbintenis van toepassing (ook niet van overeenkomstige
toepassing!). De natuurlijke verbintenis levert een titel op voor de overdracht van een goed.
Art. 6:5 BW regelt de omzetting van natuurlijke verbintenis tot een gewone verbintenis. Deze omzetting
(via overeenkomst) wordt snel aangenomen.

Tot slot geeft ook de wet verbintenissen. Er ontstaan geen verbintenissen uit billijkheid alleen.
Hoofdregel van het overeenkomstenrecht is dat overeenkomsten partijen verbinden en de
rechtsgevolgen hebben die partijen zijn overeengekomen (6:248 BW). daarmee hangt samen dat de
regels van het verbintenissenrecht in beginsel niet van dwingend recht zijn. Of partijen van de wettelijke
regeling zijn afgeweken, moet door uitleg worden vastgesteld. Ook voor de verbintenissen uit de wet
geldt dat het stelsel open is.
Dat de wet de enige bron van verbintenissen is, betekent niet dat de wet uitdrukkelijk en met zoveel
woorden moet bepalen, dat uit enig rechtsfeit een bepaalde verbintenis voortvloeit; wat zij impliceert is
ook van groot belang. De Hoge Raad overwoog dat in gevallen die niet bepaaldelijk door de wet zijn
geregeld, de oplossing moet worden aanvaard, die in het stelsel van de wet past en aansluit bij de wet in
de wet geregelde gevallen. Bij een verbintenis die uit de wet zou voortvloeien, moet eerst worden
vastgesteld of zij past in het wettelijk systeem.

Als een overeenkomst voortvloeit uit de wet, dan bepaalt de wet de inhoud en omvang van de
verbintenis. Hier komt het aan op de uitleg van de wet. De uitleg van verbintenissen uit rechtshandeling
is in beginsel aan partijen zelf overgelaten.

In Haviltex bepaalde de Hoge Raad dat de bedoeling van partijen beslissend is voor de uitleg van de
overeenkomst. Waar die niet is vast te stellen, betekent de overeenkomst wat partijen in de gegeven
omstandigheden redelijkerwijs mochten denken dat zij inhield.
Deze uitleg is voornamelijk feitelijk van aard, omdat wat partijen dachten en mochten denken dat de
verbintenis inhield, niet bepalend hoeft te zijn voor hun rechtsverhouding, indien deze wordt getoetst
aan het objectieve recht.

In DSM/Fox bepaalde de Hoge Raad dat bij een schriftelijk contract in praktisch opzicht de taalkundige
betekenis die de bewoordingen, gelezen in de context van dat geschrift als geheel in (de desbetreffende
kring van) het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben, bij de uitleg van een dergelijk beding
wel van groot belang is.

De wetgever is in de artt. 6:2 en 6:248 BW uitgegaan van een meer feitelijke uitleg van de
rechtshandeling en de inhoud van de verbintenis. Hij heeft de aanvullende en derogerende werking van
het objectieve recht bij de vaststelling van de rechtsgevolgen van de verbintenis een daarvan te

, onderscheiden plaats gegeven. Het gaat hier niet om de betekenis die aan de overeenkomst en aan de
verbintenis toekomt, nadat deze is getoetst aan het objectieve recht; deze is niet meer uitleg maar een
beoordeling van de inhoud van de verbintenis naar maatstaven van het objectieve recht.

Waar een verbintenis wordt aangevuld door de redelijkheid en billijkheid in die gevallen waarin de wet,
gewoonte of rechtshandeling geen regel geeft, heeft de derogerende werking van redelijkheid en
billijkheid de functie om een tussen partijen geldende regel buiten toepassing te laten.

Het criterium ‘naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar’ drukt uit dat het buiten
toepassing laten van de tussen partijen geldende regel slechts in uitzonderingsgevallen geboden is en
dat de bepaling met terughoudendheid moet worden toegepast.

Nu het hele verbintenissenrecht onderworpen is aan de redelijkheid en billijkheid geldt de werking
hiervan dan ook op alle terreinen van het verbintenissenrecht. Het ruime toepassingsgebied van de
beperkende werking blijkt ook uit dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid
onaanvaardbaar kan zijn om een beroep te doen op de ongeldigheid van een rechtshandeling. Om aan
de werking van een exoneratieclausule te ontkomen, wordt in de praktijk vaak de stelling betrokken dat
redelijkheid en billijkheid onder omstandigheden van de betreffende zaak in de weg staan aan een
beroep op dat exoneratiebeding.

Verbintenissen zijn onder te verdelen in verbintenissen om te geven, te doen en om niet te doen. De
verbintenissen om te doen zijn te onderscheiden in resultaatsverbintenissen en
inspanningsverbintenissen. Een inspanningsverbintenis is nagekomen wanneer de schuldenaar de van
hem te verwachten inspanning heeft geleverd om de werkzaamheden te verrichten. een
resultaatsverbintenis is nagekomen wanneer het beoogde resultaat is behaald.
Er kunnen omstandigheden zijn die de nakoming verhinderd hebben die net aan de schuldenaar kunnen
worden toegerekend. Als de verbintenis is nagekomen, dan komt de vraag of de schuldenaar
aansprakelijk is voor de schade die voortvloeit uit het niet bereiken van het verhoopte resultaat niet aan
de orde. Maar als het resultaat niet is waartoe de schuldenaar zich verbonden had, dan is het niet
bereiken daarvan tevens de vaststelling dat de verbintenis niet is nagekomen.

De schuldenaar schiet is nakoming van een resultaatverbintenis tekort, indien het resultaat niet wordt
verwezenlijkt. Bij een garantieverbintenis staat de schuldenaar in voor het resultaat. Beperkte garanties
kunnen tegelijkertijd exoneratiebedingen zijn. Garanties kunnen stilzwijgend worden gegeven.
De schuldenaar kan ook bij verbintenissen waarin dat niet uit de wet of uit de aard van de verbintenis
uitdrukkelijk of stilzwijgend voortvloeit de aanwezigheid van bepaalde omstandigheden of een bepaald
resultaat garanderen.

Alternatieve verbintenissen of keuzeverbintenissen zijn verbintenissen waarvan de inhoud van de
prestatie niet onmiddellijk vaststaat, omdat de partij die het keuzerecht heeft eerst nog moet kiezen
welke van de alternatieve prestaties moet worden verricht. Het keuzerecht komt aan de schuldeiser,
schuldenaar of aan een derde toe. Wie mag kiezen zal blijken uit de overeenkomst.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jrobijn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.30  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added