Juridische vaardigheden samenvatting hoofdstuk 2
2.1 Structuur van wetsartikelen
Ook wetsartikelen kennen een structuur. De meeste wetsartikelen zijn
opgebouwd uit leden, subs en/of subdelen.
2.1.1 Leden
Een lid is een stuk tekst in een wetsartikel dat zelfstandig gelezen kan worden,
oftewel zinnen die geen andere tekst nodig hebben om begrepen te worden. Een
lid wordt aangeduid met een cijfer.
2.1.2 Subs
Een sub is een stuk tekst in een wetsartikel dat niet zelfstandig leesbaar is. Een
sub is vaak een onderdeel van een opsomming en heeft een ander stuk tekst
nodig om begrepen te kunnen worden. Subs worden aangeduid met letters.
2.1.3 Subdelen
In enkele wetsartikelen worden subleden gebruikt om een onderverdeling te
maken. Subdelen zijn soms zelfstandig en soms niet zelfstandig te lezen stukken
tekst. Ze worden aangeduid met een cijfer gevolgd door een bolletje.
Leden, subs en subleden worden wisselend toegepast.
2.2 Rechtsvoorwaarden en rechtsgevolgen
De meeste wetsartikelen bevatten rechtsvoorwaard(en) en rechtsgevolg(en).
Rechtsvoorwaarden zijn de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan, wil sprake
zijn van een bepaald gevolg. Elk rechtsgevolg is dus het gevolg dat het recht
verbindt aan een rechtsfeit. Rechtsvoorwaarden worden vaak voorafgegaan door
worden als ‘voor zover’. ‘indien’ en ‘als’.
Rechtsvoorwaarden worden niet altijd voorafgegaan door de hiervoor benoemde
wetsartikelen.
De eerste stap voor het ontleden van wetsartikelen is op zoek gaan naar het
rechtsgevolg.
Hieronder volgt een voorbeeld:
Artikel 7:1 BW
Koop is de overeenkomst waarbij de een zich verbindt een zaak te geven en de
ander om daarvoor een prijs in geld te betalen.
Kort samengevat krijg je dan de volgende rechtsvoorwaarden en het volgende
rechtsgevolg:
Rechtsvoorwaarde (rv): de overeenkomst
Rechtsvoorwaarde (rv): waarbij de een zich verbindt een zaak te geven
Rechtsvoorwaarde (rv): de ander om daarvoor een prijs in geld te betalen
Rechtsgevolg (rg): koop
, 2.2.1 Cumulatieve en alternatieve rechtsvoorwaarden en rechtsgevolgen
Wetsartikelen kunnen meerdere rechtsvoorwaarden en/of rechtsgevolgen
bevatten. Wanneer er meerdere voorwaarden en/of gevolgen zijn, verhouden die
zich op een bepaald manier tot elkaar. Er bestaan:
Cumulatieve rechtsvoorwaarden en rechtsgevolgen;
Alternatieve rechtsvoorwaarden en rechtsgevolgen.
Meerdere rechtsvoorwaarden zijn cumulatief te noemen als aan alle
rechtsvoorwaarden naast elkaar voldaan moet zijn om het rechtsgevolg in
werking te laten treden. Deze cumulatieve rechtsvoorwaarden zijn vaak te
herkennen aan het woordje ‘en’.
De rechtsvoorwaarden zijn alternatief als een (1) keuzemogelijkheid voldoende
is om het rechtsgevolg in werking te laten treden; er zijn dus alternatieven en
een (1) alternatief is voldoende voor de inwerkingtreding van het rechtsgevolg.
Alternatieve rechtsvoorwaarden zijn vaak te herkennen aan worden als ‘of’ en
‘dan wel’.
Wanneer voldaan is aan de rechtsvoorwaarden geldt voor de rechtsgevolgen
eigenlijk hetzelfde: als er meerdere rechtsgevolgen zijn en als zij naast elkaar in
werking treden, zijn dit cumulatieve rechtsgevolgen, meestal te herkennen
aan het woord ‘en’.
Bestaan er verschillende mogelijke rechtsgevolgen, dan noemen we dit
alternatieve rechtsgevolgen. De woorden ‘of’ en ‘dan wel’ duiden veelal op
alternatieve rechtsgevolgen.
Cumulatieve rechtsvoorwaarden en -gevolgen duiden wij aan met cijfers,
alternatieve rechtsvoorwaarden en -gevolgen met letters. Dit komt tot uiting in
een afkortende noteerwijze.
Een voorbeeld hiervan is:
Artikel 7:1 BW
Koop is de overeenkomst waarbij de een zich verbindt een zaak te geven en de
ander om daarvoor een prijs in geld te betalen.
De afkortende noteerwijze komt er dan zo uit te zien:
Rv1: de overeenkomst
Rv2: waarbij de een zich verbindt een zaak te geven
Rv3: de ander om daarvoor een prijs in geld te geven
Rg: koop.
Het gaat bij dit voorbeeld dus over drie cumulatieve rechtsgevolgen.
Denk bij het ontleden van wetsartikelen uit het Wetboek van Strafrecht, dat
straffen en maatregelen geen rechtsgevolg zijn. De daadwerkelijke
overtreding/misdrijf is hier dan het rechtsgevolg. Het is namelijk nog de vraag of
iemand wordt gestraft, hier zijn verschillende uitzonderingen voor. Als er ‘met het
oogmerk’ of ‘opzettelijk’ in een wetsartikel staat, moeten deze apart in een
rechtsvoorwaarde worden opgenomen. Als er geen sprake is van opzet, is er niet
aan alle voorwaarden voldaan en is de persoon niet strafbaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller josefinelutje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.15. You're not tied to anything after your purchase.