Volledig en uitgebreid hoorcollegedictaat van alles twaalf hoorcolleges van het vak Alles is Religie op de Universiteit Leiden 2019/2020 gegeven door Kim Beerden.
College 1. Inleiding (10/09/2019)
Magna Mater als voorbeeld voor de verspreiding van religies. Ze kwam uit Frygië in Klein-
Azië naar de Griekse wereld waarna ze naar Rome kwam. Ze blijft in essentie dezelfde godin,
maar ze veranderde ook echt.
Hybriditeit= Als goden in meerdere culturen een plek krijgen door cultuurcontact.
Iedereen in de oudheid was religieus, er waren wel enkele filosofen of zeer kleine subgroepen
die andere ideeën hadden dan het gewone geloof maar dit was erg speciaal.
Belang van religie in 3 lagen
1. Individueel niveau (religion is good to suffer and religion is good to think with)
- houvast en zekerheid (voor dit leven en volgend leven, bestrijding van angst)
- geeft richting en een doel voor het leven
2. Sociaal niveau (religion is good to be social with)
- door religie ben je deel van een gemeenschap (bijvoorbeeld door deel te nemen aan
een vleesoffer)
3. Cognitief niveau (religion is good tot hink with)
- het zit ‘geprogrammeerd’ in de mens om te geloven
- voorzichtige mensen hebben evolutionair voordeel (want die nemen minder risico en
overleven dus) en als die mensen een geluid horen gaan ze niet kijken maar nadenken
over wat het zou kunnen zijn. Onvoorzichtige mensen kijken en worden bijvoorbeeld
opgegeten door een leeuw, maar de voorzichtigen blijven zitten met de vraag waar het
geluid vandaan zou zijn gekomen.
Religie is embedded (ingebed) in de samenleving. Het is de basis van de samenleving, je kunt
het belang van religie in de oudheid bijna niet overschatten.
!Etic! definitie religie
Geloof in/aan een bovennatuur die:
1. Gedacht wordt betrokken te zijn bij het leven op aarde en daar een zekere invloed op
kan uitoefenen
2. Waar de mens mee denkt in contact te kunnen treden om die invloed te erkennen en/of
te sturen
3. waarmee contact wordt gezocht via handelingen en taaluitingen (=ritueel)
Religie is pluriform, daarom gebruiken wij liever het woord ‘religieus’. We gebruiken het
woord bovennatuurlijk in dit college omdat het inclusief is; het omvat bijvoorbeeld ook
nimfen, geesten enz.. Het is alles wat gedacht werd invloed te hebben op het leven op aarde.
Emic= Één stapje abstracter dan de leefwereld van de mensen die het onderzoeken of
stellen, het staat dichtbij de leefwereld van de mens. Het is bijvoorbeeld een
mens in de oudheid dat zegt: de weergoden staan dichtbij de leefwereld van de
mens.
,Etic= Een stap verder weg bij de leefwereld die de uitspraak doet. Als mevrouw
Beerden bijvoorbeeld zegt: De weergoden stonden dichtbij de leefwereld van
mensen in de klassieke oudheid.
De bovennatuur kan meekijken en invloed uitoefenen op het leven van mensen. Essentieel
voor de oudheid is het idee dat een god (of een ander bovennatuurlijk wezen) niet een
andersoortig wezen is dan de mens, de god is een soort supermens. Het is een wezen dat
machtiger en specialer is dan een gewoon mens, maar wel een menselijke vorm heeft en nog
op veel meer andere punten met de mens overeenkomt. Mensen dachten in de oudheid dat ze
contact konden maken met de goden, de goden zijn benaderbaar via bijvoorbeeld rituelen.
Zes premissen
1. Mensen geloven in een contact met de bovennatuur dat hun tot voordeel strekt
(minstens op termijn).
Je investeert in de relatie tot de goden via het principe van ‘do ut des’, dit betekent ‘ik geef
opdat jij zult geven’. Je maakt bijvoorbeeld offers.
2. Mensen kunnen geloof voorwenden, selectief geloven, geloof verliezen en
(her)winnen: ook op individueel niveau is geloof geen statisch gegeven.
Iedereen geloofde in de oudheid, maar er waren wel enkele uitzonderingen en geloof
veranderde ook in de oudheid.
3. Geloof is uiterst divers, maar ritueel put uit een relatief beperkt repertoire.
4. Geloof en ritueel zijn in principe een collectieve aangelegenheid (met ruimte voor
individualiteit, maar binnen bepaalde grenzen).
Geloven zijn een groepsding met collectieve overeenstemmingen, maar daarbinnen zitten
kleine verschillen. Geloof is een collectieve aangelegenheid die ook zorgt voor veiligheid en
positieve impulsen voor de groep.
5. Geloof en ritueel komen samen in samenhangende, maar slechts zelden consistente
gehelen
Je kunt allerlei dingen door elkaar geloven en het hoeft niet perse consistent te zijn, als het
maar past in het grotere geheel van de gelovende samenleving (zie voorbeeld ppt van
Marokkaanse man in Nederland).
6. Geloof en ritueel zijn beide dynamisch: ze veranderen mee met de samenleving waar
ze deel van uitmaken; de tempi kunnen verschillen, maar dynamiek is noodzaak
, College 2. Ritueel uitvoeren (17/09/2019)
1. Rituelen
Rituelen zijn daden en woorden waarbij geprobeerd wordt contact te maken met het
bovennatuurlijke. Vóór ongeveer 1920 was er vooral aandacht voor mythologie bij onderzoek
naar de godenwereld in de oudheid. Na 1920 kwam er de ritualschool op de universiteit van
Cambridge waar Jane Harrison een toonaangevende rol speelde. Er kwam meer aandacht voor
ritueel naast alleen onderzoek naar mythen. Harrison onderzocht bijvoorbeeld de antistheria
(festival voor de nieuwe wijn) van dag tot dag om te bekijken wat gewone mensen deden aan
religiebeoefening.
Waar deed Bremmer onderzoek naar betreffende rituelen?
1. Oorsprong van rituelen
2. Overeenkomsten en verschillen van rituelen tussen culturen
3. Functies van rituelen
4. Wat verwacht men van de rituelen? (wat hoopt men er in de praktijk mee te bereiken)
2. Daden
1. Voorbeeld 1 van daden:
Farmakos/pharmakos (ritueel) is een ritueel voor zuivering van de stad. Er is iets mis gegaan
in de stad en daarom heeft de stad nu last van iets, bijvoorbeeld een plaag. Je kiest bij dit
ritueel 1 of 2 mannen uit de stad uit (of deze bieden zichzelf aan) die een beetje aan de marge
van de samenleving staan (misdadigers, armen, heel lelijk, geen familie en vrienden enz., je
moest een beetje anders zijn en aan de randen van de samenleving staan en op die manier
kwetsbaar zijn). De man of mannen, de zondebok, kregen een tijdje goed te eten en op de dag
van het ritueel kreeg de man eten mee (kaas, vijgen en gerst). Dit eten symboliseerde de
overgang van cultuur naar natuur, je wordt als zondebok uit de cultuur gezet. De farmakos
krijgt speciale kleding aan en in een processie met muziek wordt hij begeleid naar de
stadsgrens. Dit doet denken aan een offerritueel met dieren (het dier krijgt slingers om en
wordt in feestelijke sfeer naar een offerheiligdom gebracht). De farmakos wordt bij de
stadsgrens met twijgen geslagen en op die manier buiten de stadsgrens gejaagd. Wat er daarna
gebeurde is niet bekend (er wordt gespeculeerd over steniging, verbranding, in de zee
springen voor reiniging en verbanning).
2. Voorbeeld 2 van daden:
Necromantie (oproepen van geesten
om vragen te beantwoorden). Vanaf de
3e eeuw voor Christus was er een
gebouwtje dat diende als dodenorakel
in Thesprotia. Bij het orakel zat een
labyrint met een ondergronds deel
waar iemand zich dagenlang vasthield
(bronnen stellen 29) met bepaalde
leefregels voorbereidde op contact met
geesten. Je gaat na de 29 dagen binnen
het labyrint naar de zaal van de
necromancy waar je met een ladder
naar ondergrondse gangen kon afdalen.
Daar ging je op de grond liggen met honingkoeken in je handen. Een priester sleurde je dan
aan je voeten naar een zijvertrek. In de muren waren gaatjes waar priesters waarschijnlijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anna98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.59. You're not tied to anything after your purchase.