Uitgebreide aantekeningen van de hoorcolleges van het vak 'De ondergang en daarna' (deeltentamen 2). Dit vak wordt gegeven door B. van der Boom in het collegejaar . (Hoorcolleges 7 t/m 12).
De ondergang en daarna - Hoorcollege 7 – 29-10-2019
Deportatie: naar Westerbork
Hoe ervoeren Joden de eerste twee jaar van de bezetting? Bij hen was de angst groter, omdat ze zich
realiseerden dat ze een specifiek doelwit van de nieuwe machthebbers waren. Ook waren ze meer
dan niet-Joden, bang voor straf. Dit maakte hen ook machtelozer.
Reacties Joden op Meidagen
Vlucht. Dit verliep geïmproviseerd, niemand had voorbereidingen getroffen. Dit terwijl de
inval in Nederland niet echt verrassend was. Sommige Joden begaven zich halsoverkop naar
IJmuiden of Scheveningen. Daarnaast was er voor de oorlog nauwelijks emigratie van Joden
geweest. Ook dit laat zien dat men de dreiging niet dusdanig serieus nam dat men
maatregelen ging treffen. Uiteindelijk is een kleine groep mensen erin geslaagd via een schip
te ontkomen.
Zelfmoord. 188 Joden pleegden in de Meidagen zelfmoord. Onder hen waren Duitse Joden
en mannen oververtegenwoordigd. Buitenlandse Joden wisten wat ze van de nazi’s konden
verwachtten en waren daardoor somberder, en mannen zagen dat hun maatschappelijke
positie bedreigd werd. Ze zouden hun banen kwijtraken, etc.
Na de Meidagen reageerden veel Joden gerustgesteld, nu de Duitsers nog niet zo erg bleken te zijn.
Dit was mede op basis van geruststellende mededelingen van Duitse officieren aan burgemeesters.
Men verwachtte dat de Duitsers niets gingen doen tegen de Joden. Er werd wel snel een anti-Joodse
maatregel genomen: ze mogen niet meer dienen in de luchtbeschermingsdienst. Dit wekte echter
weinig opschudding.
Gabriel Italie (1895-1956) was een orthodoxe Jood, die gehecht was aan een scheiding tussen Joden
en niet-Joden. Hij was leraar en classicus, en somber (en dus realistisch!) gestemd over de toekomst
van de Joden. Hij voorzag dat de Duitsers de Joden uit het maatschappelijke leven wilden
wegwerken. Ook had hij een gevoel van machteloosheid. Hij dacht dat maatschappelijke onrust (van
de Februaristaking) slechte gevolgen kan hebben voor de Joden. Vaak voelde hij zich alsof hij in een
onwerkelijk toneelstuk speelde, en reageerde vaak fatalistisch op nieuwe anti-Joodse maatregelen.
Zo gaf het dragen van de Jodenster hem een ‘clown-achtig gevoel’.
Ook vraagt hij zich af of de Joden nog het einde van de oorlog zullen beleven. De geruchten over de
aanstaande deportaties vervullen hem met grote somberheid over de toekomst van de Joden.
1942-1943: tweede golf zelfmoorden.
Het begin van de deportaties in 1942 leidt tot een nieuwe golf van zelfmoorden onder Joden.
Vrouwen oververtegenwoordigd. De verklaring hiervoor is dat men zware dwangarbeid
tegemoet zag. Vrouwen hadden hier grotere problemen mee, en maakten zich meer zorgen
over de bescherming van hun kinderen.
1
, De zelfmoorden onder niet-Joden zijn lager dan voor de oorlog. De verklaring hiervoor is dat
zelfmoord te maken heeft met gevoelens van isolatie. Niet-Joden voelden zich in de oorlog
meer onderdeel van een gemeenschap, dan de Joden. Er was namelijk een gedeelde
vijandschap.
Reacties Joden op deportatie
Lijdelijk verzet: niet melden op de oproep. Ze meldden zich niet, maar gingen ook niet
onderduiken. Zeker de helft van de Joden in Amsterdam meldt zich niet, maar bleef
vervolgens thuis wachten.
Streven naar Sperre: tijdelijke vrijstelling. Deze vrijstelling kreeg je als je behoorde tot een
categorie die voor de Duitsers nuttig was, bijvoorbeeld de Joodse Raad of industriearbeiders.
Ze waren echter altijd tijdelijk. Deze vrijstellingen lijken de medewerking van de Joden in de
hand te werken. Er was namelijk een legale manier om aan deportatie te ontkomen, dus de
stap naar illegaal onderduiken was veel groter.
Onderduik: ongeveer 28.000 Nederlandse Joden duiken onder. Waarom niet meer?
Gehoorzaamheid: Velen dachten dat gehoorzaamheid erger zou voorkomen.
Redenen om niet te willen onderduiken
Perceptie van onmogelijkheid. Men denkt dat onderduiken op den duur onmogelijk is. In
Nederland bestond er helemaal geen traditie van je onttrekken aan het gezag, omdat er in de
geschiedenis vrijwel geen vervolgde groepen geweest waren. Vanwege alle registratie achtte
men het onmogelijk.
Solidariteit. Men wil solidair zijn met mensen die niet willen/kunnen onderduiken.
Angst voor straf. Dit was een erg belangrijk element. Men verbond een groot risico aan
onderduiken; de Duitsers maakten ook bekend dat de straf hiervoor Mauthausen was. Dit
betekende een zekere dood. Was dit het risico waard? In 1942/43 kon je niet weten of
onderduiken je overlevingskansen vergrootte.
Bezorgdheid om helpers. Men wilde vrienden die onderduik aanboden niet in gevaar
brengen. De Duitsers propageerden ook dat Jodenhelpers gelijk gestraft zouden worden.
Over het algemeen werden zij echter niet erg zwaar gestraft, tenzij ze onderdeel waren van
een organisatie. Ook willen mensen zich niet afhankelijk maken van andere mensen.
Redenen om niet te kunnen onderduiken
Gebrek aan niet-Joodse contacten. Wanneer je niet erg geassimileerd was, was het erg
waarschijnlijk dat je weinig niet-Joden kende. Dit blijkt ook uit onderzoek naar regionale
verschillen in overlevingskansen van Joden. Meer Joden overleven in plekken waar meer
gedoopte Joden zijn. Dit komt doordat er bruggen bestonden tussen Joden en niet-Joden.
Ook op plekken waar de verzuiling minder sterk was, waren de overlevingskansen hoger.
Gebrek aan geld: Iedereen ging ervan uit dat het geld kostte. Aanvankelijk was dit ook zo,
totdat het Nederlandse verzet vanaf 1943 erg actief werd. De meesten waren toen echter al
ondergedoken.
Gebrek aan hulpvaardigen: Soms ken je wel veel niet-Joden, maar zijn er geen adressen
beschikbaar. Zeker in het begin waren het hele losse netwerken, waar je toevallig in terecht
2
, moest komen. Als je eenmaal in het circuit zat, was er veel mogelijk, maar je moest wel eerst
het circuit vinden. Toeval speelde een belangrijke rol.
Het beeld dat in de collectieve herinnering bestaat dat iedereen wilde onderduiken maar dat er te
weinig plekken waren, klopt dus niet. We weten er simpelweg te weinig over.
Wie boden onderdak?
Orthodox-protestanten en communisten waren in het verzet zeer oververtegenwoordigd. Zij waren
leden van hechte gemeenschappen en sterke leiders. Men was ook sterk gericht op de Bijbel, een
Joods boek. Daarnaast hadden gereformeerden in de 19e eeuw zelf een geschiedenis van vervolging.
De ervaringen van onderduikers waren erg verschillend. Alleen of met gezin/familie, op een vast
adres of wisselend. Er zijn veel verhalen waarin de relatie tussen de onderduikgevers en de
onderduikers erg gespannen is. Vaak duurde het onderduiken ook langer dan men dacht.
Ook Gabriel Italie wordt op 18 februari 1943 opgehaald met een overvalwagen. In september 1943
komt hij in Westerbork terecht.
Westerbork: orde
Dit was een klein kamp op de hei. Er werden 100.000 Joden kortstondig gehuisvest. Alhoewel het een
doorganskamp was, was het een toonbeeld van orde. Het was van een heel andere aard dan de
andere kampen.
Zelforganisatie door gevangenen. Er waren maar weinig bewakers en politieagenten.
Westerbork was in 1939 gebouwd als kamp voor Duits-Joodse vluchtelingen. Deze
vluchtelingen bestuurden het kamp zelf, vanuit de gedachte dat de Duitsers zich er dan niet
teveel mee zouden bemoeien. Deze hiërarchie lieten de Duitsers grotendeels in stand.
Geleid door Duitse Joden. Kurt Schlesinger (een Duits-Joodse vluchteling) was het hoofd van
de administratie en daardoor erg machtig. De Nederlandse kampbevolking werd dus
bestuurd door Duitse Joden, die er voor de oorlog al zaten. Dit leverde spanningen op.
6000 mensen deden mee met het zelfbestuur, en hadden dus een Sperre.
Standenmaatschappij, aan de top stonden de mensen met de meest veilige Sperre. Dit tastte
de onderlinge solidariteit aan. Het was een verdeel- en heersbeleid van de Duitsers. De
ordedienst was hier ook een element van.
De Duitsers bepaalden alleen het aantal deportaties, wie er gedeporteerd werden werd
volledig door het zelfbestuur bepaald. Als de trein dan weg was, ging het leven al snel weer
zijn normale gang.
Relatief mild regime: Hierdoor leek het leven soms wel normaal. Konrad Gemmeker was het
grootste gedeelte van de tijd commandant. Hij was een beheerst persoon, en was een
carrièreman, geen felle antisemiet. Zijn belangrijkste taak was om de transporten ordelijk te
laten verlopen; dit ging het beste als er geen geweld was.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Dostoczar99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.15. You're not tied to anything after your purchase.