● gedragsregels regels die niet kunnen worden gedwongen door een rechter. vb:
iemand dringt voor in de rij, petjes dragen in de les terwijl niet mag.
● norm = een verwachting die mensen gezamenlijk hebben ten aanzien van elkaar
over wat wel en niet hoort.
● waarde = wat mensen belangrijk vinden om na te streven.
● rechtsregels = regels die kunnen worden afgedwongen door een rechter. Dit zijn
geschreven en ongeschreven regels. De meeste staan in de wet.
● Het recht kent 4 bronnen: - het verdrag - de jurisprudentie
- de wet - het gewoonterecht
● het verdrag is een overeenkomst tussen twee of meer staten.
● de wet algemeen geldende, geschreven regel door de overheid vastgesteld
● de jurisprudentie alle uitspraken van de rechter. De rechter moet bekijken of de
regels van toepassing zijn en op welke manier.
● het gewoonterecht , het recht dat is ontstaan uit gewoonten en gebruiken die niet
zijn opgeschreven.
● protocol is een methodische leidraad waarin voorschriften staan welke handelingen
in welke volgorde uitgevoerd moeten worden. / regels over hoe je moet handelen in
bepaalde situaties. Dit zorgt ervoor dat medewerkers zo veel mogelijk op dezelfde
manier werken.
● Richtlijn is een regel die dient als houvast aan medewerkers, maar waarvan
medewerkers eventueel mogen afwijken.
● gedragsprotocol staat bijvoorbeeld in wat gewenst gedrag is of juist ongewenst
gedrag. en wat je moet doen als je ongewenst gedrag constateert. Ook de grens van
intimiteiten kan in een gedragsprotocol staan.
● zonder handhaving regels weinig betekenis zo kan er namelijk niet gecontroleerd
worden of mensen zich aan regels houden.
● bij overtreding van rechtsregels kan de rechter ( hierbij moet je niet 1 persoon maar
een rechterlijke instantie zien ) straffen uitdelen. Je hebt 3 rechterlijke instanties:
1. de rechtbank
11 rechtbanken en daar behandelen ze misdrijven, vorderingen vanaf 25.000
en echtscheidingen.
Bij de kantonrechter ( behandelen kleinere zaken) behandelen ze
overtredingen, vorderingen tot 25.000, huur- en huurkoop zaken en zaken die
gaan over werk en ontslag.
2. Het gerechtshof
Wanneer verdachte niet eens is met uitspraak rechter (het vonnis) kan hij in
hoger beroep gaan. Hele zaak wordt nog een keer behandeld bij gerechtshof
en er volgt opnieuw een uitspraak.
3. De Hoge Raad
Hoogste rechter deze behandeld cassatiezaken, wanneer je niet eens bent
met de uitspraak van het hoger beroep, kun je in cassatie gaan. De hoge
raad behandelt de zaak niet opnieuw maar doet onderzoek of de rechter van het
hoger beroep het recht juist heeft toegepast.
● bIj organisaties moet je nadenken over op welke manier je de afspraken en regels
, gaat handhaven. Om ervoor te zorgen dat iedereen zich aan de regels houdt kan de
organisatie ervoor kiezen om alle betrokkenen voortdurend te informeren over de
afspraken en regels, door bv: schoolgids, ouderavonden, nieuwsbrieven en website.
Gedragsprotocol geeft duidelijkheid over hoe iedereen de regels moet naleven, bij
overtreding van de regels kan de organisatie strafmaatregelen treven. bijvoorbeeld
bij herhaaldelijke overtredingen wordt melding gemaakt naar de ouders.
● Als PMW moet jij ervoor zorgen dat de jongen cliënten zich aan de regels houden
daar kun je verschillende middelen bij gebruiken denk aan: voorbeeldgedrag,
goedkeuren en afkeuren.
● Algemene wetten :
- de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB)
¨Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen behandeld.
Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras,
geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.¨ De AWGB verbiedt
discriminatie en verplicht gelijke behandeling als het gaat om aanbeden werk,
huisvesting , goederen en diensten, gezondheids- en welzijnszorg, onderwijs,
maatschappelijke dienstverlening en recreatie.
- de Wet gelijke behandeling op de grond van handicap of chronische
ziekte (Wgbh/cz)
Iedereen moet kunnen meedoen in de maatschappij omdat iedereen gelijk
is.Daarom hebben deze mensen recht op gelijke behandeling in werk, primair
en voortgezet onderwijs, gebied van wonen, openbaar vervoer en gebruik van
goederen en diensten.
- de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)
Dit beschermt je privacy. Er staat in wat er allemaal wel en niet mag met je
persoonsgegevens, en wat je rechten zijn als je persoonsgegevens worden
gebruikt. Je hebt recht op informatie en inzage van je actuele
dossiergegevens, melding van het doorgeven van je gegevens aan derden en
verzet tegen je gebruik van je gegevens.
- de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)
Staan regels voor werkgevers en werknemers over het bevorderen van de
gezondheid, de veiligheid en het welzijn. De bedoeling is om ongevallen en
ziekten, veroorzaakt door het werk te voorkomen.
- werkgever moet werk zo organiseren dat geen nadelige invloed heeft
op de gezondheid en veiligheid van de werknemer.
- de inrichting van de arbeidsplaatsen, werkmethode en gebruikte
hulpmiddelen moeten zo veel mogelijk ergonomisch verantwoord zijn.
- onveilige situaties moeten zo veel mogelijk worden vermeden. Bij
gevaar moet werknemer
zo snel mogelijk een
veilige situatie kunnen
opzoeken.
Ook staat erin dat de werknemer
zelf verantwoordelijk is voor het naleven van
de wet en dat hij/zij ook zelf voor
de goede arbeidsomstandigheden moet zo
zorgen
- de Arbeidstijdenwet
, De rechten en plichten van werkgevers en werknemers over werktijden.
Voor jeugdige staat: hoelang je per dag en week mag werken. Wanneer je
recht op pauze en rusttijd. Vanaf welke leeftijd je mag werken en onder welke
voorwaarden. In het arbeidstijdenbesluit staan uitzonderingen op de
arbeidstijdenwet. Zij noemen bepaalde categorieën medewerkers, situaties
en bepaalde sectoren waarvoor afwijkende regels gelden.
- de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
Staan afspraken over wat professionals moeten doen wanneer zij een signaal
krijgen van huiselijk geweld of kindermishandeling. De handelwijze is
opgenomen in meldcode. In de wet staat dat je als professional verplicht bent
de meldcode te gebruiken als je vermoedens hebt van geweld. Meldcode
geldt voor de sectoren : gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang,
maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en justitie.
● Veiligheid is en abstract begrip mensen kunnen dit invullen op zijn of haar manier.
● calamiteiten een brand of bedrijfsongeval met ernstige gewonden.
● calamiteitenplan (bedrijfsnoodplan) is verplicht voor werkgevers en organisaties, ook
is een BHV'er verplicht.
● calamiteitenplan (bedrijfsnoodplan) hierin staat duidelijk beschreven wat je moet
doen in geval van nood, wie er verantwoordelijk is en wie wat doet. Er staat in:
- wat medewerkers moeten doen bij een calamiteit.
- wie zich waar moet verzamelen bij een calamiteit.
- wie welke taken heeft bij een calamiteit. Een strakke regie is essentieel,
discussies kunnen mensenlevens kosten.
● Bedrijfshulpverlener/ BHV´er zijn nodig op het calamiteitenplan goed te kunnen
uitvoeren. Het aantal BHV´er verschilt per organisatie, de arbowet stelt geen eisen
hieraan, het is maatwerk. De hoeveelheid die nodig is hangt af van : grote bedrijf,
risico calamiteit, hoeveelheid mensen in gebouw, zijn de bhv´ers altijd aanwezig bv
met vakanties, hoeveel mensen zijn afhankelijk en kunnen zichzelf niet redden
binnen het gebod, hoe snel hulpverleners ter plekke, is er externe risico en hoe vaak
zijn de BHV´ers aanwezig?
● Met een goed calamiteitenplan en BHV´ers moet je regelmatig blijven oefenen. Zo
leren de medewerkers wat ze wel en niet moeten doen, en kunnen ze beoordelen of
bepaalde acties wel goed werken. Bij een grote organisatie is dit niet eenvoudig het
vraagt veel tijd, geld en inzet van medewerkers en cliënten.
● Voor je een calamiteitenplan moet je eerst een risicoanalyse doen daarbij sta je stil
bij alle calamiteiten die zich kunnen voordoen. Je beschrijft alles wat er mis kan
gaan.
● Een noodplan moet worden goedgekeurd door de ondernemingsraad of een andere
vorm van personeelsvertegenwoordiging.
● Brandveiligheidsmaatregelen:
- aanwezigheid van voldoenden, goed werkende blusmiddlene. Moeten
regelmatig worden gecontroleerd door de brandweer.
- Voldoende brand- en rookmelders, moeten ook regelmatig gecontroleerd
worden.
- Waarborgen van veilige en herkenbare vluchtroutes.
- Personeel leren werken dat de kans op brand klein wordt.
● Agressie of intimidatie is als iemand je verbaal of fysiek lastig valt, bedreigt of
aanvalt.
, ● Verbale agressie: schreeuwen, iemand schelden, discrimineren of zeer fel ergens of
discussiëren.
● Fysieke agressie: gedrag waarbij iets of iemand materieel of fysiek schade wordt
aangedaan. Vernielen van meubilair, schoppen, slaan, duwen en spugen.
Neerschieten of steken met een mes.
● Psychische agressie: Wanneer iemand je chanteert, schriftelijk bedreigt of
vernedert. Het is zo belastend dat je erdoor uit balans kan raken en niet meer van
kunt losmaken.
● Agressief gedrag kan veel effect op je hebben naast daadwerkelijke pijn kan je ook
last krijgen van : angstgevoelens, slaapstoornissen, buikpijn, hoofdpijn, moeheid en
psychosomatische klachten. Dit kan leiden tot hoger ziekteverzuim.
● In de arbowet staan regels voor het omgaan met agressie en intimidatie. Scholen
voeren een beleid tegen agressie en intimidatie en werkgevers maken een
risicokaart waar ze een risico-inventarisatie en -evaluatie doen. een aanpak om dit
minder te maken. In het burgerlijk wetboek staat dat de werkgever voor de veiligheid
van zijn personeel moet zorgen.
● Maatregelen die interne agressie voorkomen of beperken:
- werknemers moeten weten dat agressie niet wordt geaccepteerd en wordt
bestraft.
- stimuleren aanspreken op agressief gedrag.
- goed communiceren over het beleid.
- daadkrachtig optreden bij agressie op werk
- het aanstellen van vertrouwenspersonen bij wie werknemers terecht kunnen.
- instellen klachtencommissie waar medewerkers terecht kunnen met klachten
over agressie
- bijhouden van meldingen en klachten over agressie en intimidatie binnen
organisatie.
- voorbeeldgedrag leidinggevende stimuleren.
● De wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen regelt twee dingen: de
kosten en de kwaliteit van kinderopvang.
● De kosten voor de kinderdagopvang worden gefinancierd: ouders, werkgevers en
overheid. Ouder kunnen in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.
● De kwaliteitseisen gaan over betrokkenheid en inspraak ouders, de deskundigheid
van de pedagogisch werkers, de veiligheid en gezondheid van de cliënten en het
personeel, de accommodatie en inrichting en de groepsgrootte.
● BOinK de belangenvereniging van ouders in kinderopvang.
● Verantwoorde kinderopvang staat in convenant kwaliteit kinderopvang = afspraken
over de groepsgrootte en aantal kinderen per pedagogisch werker, afspraken
stamgroepen, voorwaarde opendeurenbeleid en eisen aan het pedagogisch
beleidsplan van accommodatie.
● Wet OKE (de wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie) 2010,
stimuleren van de taalontwikkeling van jonge kinderen en het verbeteren van de
kwaliteit van peuterspeelzalen. uitgangspunten: harmonisatie, kwalitatief goed
voorschools aanbieden voor kinderen met taalachterstand en toezicht op scholen en
peuterspeelzalen.
● harmonisatie = de verschillen tussen peuterspeelzalen en kinderopvang wegnemen
en zorgen voor een betere afstemming tussen kinderopvang, peuterspeelzaalwerk
en onderwijs.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller beau1v. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.55. You're not tied to anything after your purchase.