VPB HC 1: Deelnemingsvrijstelling, verdieping voordeelbegrip
Verdieping voordeelbegrip: algemeen
Voordeelbegrip – wat is vrijgesteld?
Als we voldoen aan alle voorwaarden van de deelnemingsvrijstelling, wat
valt er dan onder?
Dividenden (in welke vorm dan ook)
o Let op: resultaat op dividendvordering is niet vrijgesteld (BNB
1977/162 en BNB 1988/232) een BV heeft een US DN en die
besluit 100 dollar dividend. Tijdens besluit was 100 dollar 100
euro waard. Maar je krijgt het pas op een andere datum
(datum van betaalbaarstelling). Dan is die 100 dollar
misschien wel 110 euro waard. En als we dan een beetje
langzaam zijn met overmaken, is bij het ‘echte’ betalen
misschien wel 120 waard is. Hoe groot is het
deelnemingsvoordeel? Als je zegt moment AVA (besluit)
beslissend is, dan heb je een deelnemingsvoordeel van 100
vrijgesteld, dan is 20 euro belast.
Declaratiedatum lijkt omslagmoment;
Betaalbaarstelling ook verdedigbaar;
Het ‘echte’ betaalmoment valt er dus niet onder, een
van de eerste twee kan gekozen worden.
o Meegekocht dividend is geen voordeel;
Als je een dn koopt en daar zitten al winstreserves in
(bestaande VP). Als je die winsten uitkeert dan is dat een
meegekocht dividend. Dat is eigenlijk niet eens een
voordeel. Stel: deelneming kopen voor 100 en daarna 10
dividend uitkeren, dan heb je dat dividend meegekocht
en die moet je daarna afboeken van die 100 op de
balans. Dit komt niet op de resultatenrekening. Balans
10 cash er bij en deelneming 10 omlaag.
Voor welke regeling is dit interessant?
Liquidatieverliesregeling: opgeofferd bedrag wordt
verlaagd met 10 van meegekocht dividend.
Vermogenswinsten inclusief valutaverschillen (afgezien van
Deutsche Shell en tussenregeling art. 28b) herwaarderingswinst /
verkoopwinst. Verschil tussen objectvrijstelling (vrijstelling
berekenen in lokale valuta vertaalresultaten die belast zijn) en
deelnemingsvrijstelling (deelneming 100 waard en door
valutaresultaten meer of minder waard, dan ook vrijgesteld onder
dnv / valutaverliezen zijn dus ook niet aftrekbaar! )
o Relatief recente HvJ 22 februari 2018, C-396/16; ( bij vi valuta
verlies aftrekken en bij deelneming niet, i.s.m. EU-recht? HvJ:
nee.)
o Einde van art. 28b? (niet meer relevant. HvJ besloten dat die
verliezen niet aftrekbaar zijn)
Voordeelbegrip – ontwikkelingen in de jurisprudentie
, De Hoge Raad hanteerde van oudsher een streng voordeelbegrip. Geen
deelnemingsvrijstelling voor:
Vruchtgebruiker (BNB 1955/50) want geen aandeelhouder;
Houder convertible (BNB 1982/72) want geen voordeel uit hoofde
van aandeelhouderschap;
o Converteerbare obligatielening: vordering die je kan omzetten
in kapitaal. Iemand leent geld aan BV, voor weinig rente, dan
krijg je het recht om die obligatie af te lossen (geld + rente) of
je mag hem omwisselen voor aandelen. (in de hoop dat
aandelen meer waard zijn)
o Het is een recht om een aandeel te verkrijgen dus dnv? HR:
nee niet genoeg.
Mutaties op ingeschat earn-out recht (BNB 1993/180), sprake van
recht dat zelfstandig tot winsten en verliezen kan leiden;
o Ik verkoop een deelneming voor 100, maar spreek met de
koper af dat als de winst ineens heel hoog wordt, ik meer
koopprijs wil. HR: in het begin inschatten wat het waard is. Je
hebt 100 gekregen (koopprijs) en dan schatten wat de kans is
dat je extra krijgt, en hoe veel je dan krijgt. Waarderen op evt.
20. Deelnemingsvoordeel van 120. 20 staat op balans als
recht op toekomstige betalingen. Als wat dan hoger of lager
uitvalt valt niet onder de dnv. Ondanks dat het gerelateerd is
aan de deelneming.
Optiehouder (BNB 1996/365), HR: nee want geen aandeelhouder.
Deelnemerschapslening sec (BNB 1995/271);
Schadevergoeding (BNB 1985/200) wegens niet doorgegane
verkoop, spiegelbeeld in BNB 1997/286) schadevergoeding wegens
niet doorgegane aankoop.
Dit ging allemaal wijzigen in 2002.
Voordeelbegrip: opgesplitst belang opties
Tot BNB 2003/34: BNB 1996/365: resultaat op een optiecontract valt niet
onder de deelnemingsvrijstelling.
Voorbeeld:
BV 1 houdt alle aandelen in BV 2. Aandelen zijn nu 200 waard. BV 1 komt
met BV 3 overeen dat BV 3 het recht krijgt om die aandelen over 3 jaar te
kopen voor 200. Daar hoort een optiepremie bij (30) betaald door BV 3.
Wat zou voor BV 1 een reden kunnen zijn om zo’n optiecontract uit te
geven. BV 1 denkt meer dan 230 wordt het niet waard. BV 3 denkt dat het
meer dan 230 waard wordt. Deze optie valt volgens de HR wél onder de
dnv (geoordeeld in 2003) want het is een opgesplitst belang in de
deelneming. Waarom heeft BV 1 niet meer het gehele belang? een deel
van de potentiele waardeontwikkeling van BV 2 weg gegeven.
Waardestijging boven 200 zit niet meer bij BV 1. BV 1 heeft alle
waardestijgingen weggegeven aan BV 3. Waardedalingen zitten nog wel
bij BV 1. Dat is de opsplitsing van het belang.
belang bij een tot een deelneming behorend aandeel;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MRang. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.