GESLAAGD IN EERSTE ZIT
Samenvatting van het volledige boek "Een plattegrond van de macht" met lesnotities. Nuttige schema's uit de PowerPoints en het boek zijn ook toegevoegd
1 Wat is politiek? 10
1 Inleiding 10
2 Wat is politiek? Op zoek naar een omschrijving 10
2.1 Oorsprong van het begrip 10
2.2 Politiek en territorium (en bevolking) 10
2.3 Van nachtwaker naar nanny 11
3 Geschiedenis 11
4 Indelingen: essentially contested concept? 12
5 De relativiteit van indelingen: Over Schmitt en Easton 13
5.1 Carl Schmitt 13
5.2 David Easton 14
5.3 Omschrijving van politiek: naar een synthese 15
5.4 Politiek en conflicten 15
2 De wetenschap der politiek 17
2 De wetenschappelijke studie van politiek 17
2.1 Zijn politieke wetenschappen een wetenschap? 17
2.1.2 Ideaalbeeld van de wetenschap 17
2.1.3 Moeilijk te bepalen aanvangsvoorwaarden 17
2.1.4 Het weer wil niet mee 18
2.2 Kan de politicoloog objectief zijn? 18
2.2.1 Hoe omgaan met subjectiviteit? 19
2.3 Een discipline met taalproblemen 19
3 Benaderingen in de wetenschap der politiek 21
3.2 Behavioralisme 21
3.3 Institutionalisme 22
3.3.1 De oude versie 22
3.3.2 De nieuwe versie 22
3.3.3 Verschil tussen oud en nieuw 23
3.4 Rationeel-keuzebenaderingen 23
3.4.1 Eigenbelang, rationeel handelen 24
3.4.2 Uitgangspunten 24
3.4.4 Olsons theorie van het collectief handelen 24
3.4.5 Theorieën over coalitie en regeringsvorming 25
3.5 Systeembenaderingen 25
3.6 Interpretatieve, constructivistische benaderingen 26
3.7 Structurele (-functionalistische) benaderingen 26
3.7.1 (Structureel) functionalisme 27
3.7.2 Structuren en functies 27
3.7.3 Kritiek 28
3.8 Marxisme 28
3.8.1 Uitgangspunten 28
3.8.2 Betekenis 28
4 Uitleiding 29
3 Ideologieën 29
2 Een oud, felbediscussieerd concept 29
2.1 Geschiedenis van het concept ideologie 29
, 3 Wat is ideologie? 29
4 De morfologie van ideologieën 30
5 Links en rechts: een gps in de politiek? 30
5.1 Oorsprong van links-rechts 30
5.2 Relevantie van links-rechts 31
5.3 Ontdubbeling van links-rechts 31
6 Een beknopt overzicht van enkele ideologieën 32
6.1 Inleiding 32
6.2 Liberalisme 32
6.3 Conservatisme 34
6.3.1 Basispunten van het conservatisme 34
6.3.2 Christendemocratie: het personalisme 34
6.4 Socialisme 35
6.5 Nationalisme 36
6.6 Ecologisme 37
7 Is er nog een toekomst voor ideologieën? 38
7.1 Het einde van de ideologie? 38
7.2 En het populisme dan? 38
8 Uitleiding 39
4 Macht 40
1 Inleiding: macht is een moeilijk vak 40
2 Wat is macht? 41
2.1 De bestanddelen van macht: de visie van Dennis Wrong 41
3 Vormen van macht 42
4 Bronnen van macht 43
5 Dimensies van macht 43
5.1 De eerste dimensie: het pluralisme 43
5.2 De tweede dimensie: de kritiek op het pluralisme van Bachrach en Baratz 44
5.3 De derde dimensie: de visie van Steven Lukes 44
6 Potentiële, ‘onzichtbare’ macht? 45
8 Hoe macht meten? 46
8.1 De reputatiemethode 47
8.2 De decisie- of besluitvormingsmethode 47
8.3 Het effectenonderzoek 47
8.4 De positiemethode en het netwerkonderzoek 48
8.5 Meting van macht in termen van machtsbronnen 49
9 Uitleiding 49
5 Macht in weinig handen 49
1 Inleiding: betekenis van de studie van elites 49
1.3 België is een elitair politiek systeem 49
, 2.4 Veel onderzoek over elites, minder theorie 50
3 ‘Rule by all’, ‘rule by many’ of ‘rule by the happy few’? 50
3.2 Het pluralisme 50
3.2.1 Een antitheorie? 50
3.2.2 Elite en de overheid in het pluralisme 51
3.2.3 Roots van het pluralisme 51
3.2.4 Pluralisme in het dagelijks taalgebruik 52
3.2.6 Kritiek 52
3.3 Het elitisme 52
3.3.1 Geen theorie van het elitisme 52
3.3.4 Robert Michels 52
3.3.7 Neo-elitisme 53
3.3.8 Joseph Schumpeter 53
3.4 Het (neo)corporatisme 53
3.4.1 Korte omschrijving 53
3.4.2 Alternatief voor of variant van pluralisme 54
3.4.3 Oorsprong 54
3.4.4. Geen eenduidige operationalisering 54
3.4.5 Philippe Schmitter 55
3.4.6 Ruil of basiscompromis 55
3.4.7 Sociale partners 55
3.4.8 Verticale machtspositie binnen alomvattende piekorganisaties 55
3.4.9 Debat 55
5 Procesbenadering van politieke rekrutering: Pippa Norris 56
6 Centrale elementen van het politieke rekruteringsproces 57
6.3 Kandidatenselectie 57
6.3.1 Methodes van kandidatenselectie 57
6.3.2 Selectiecriteria 58
6.3.3 Kandidatenselectie in België 58
8 Uitleiding 58
6 Macht in veel handen 58
1 Inleiding 58
2 Politieke cultuur 58
2.1 Inleiding 58
2.2 Wat is ‘politieke cultuur’? 58
2.2.1 Politiek en wetenschappelijk begrip 58
2.2.2 Definities 59
2.3 The Civic culture 59
2.3.1 Almond en Verba en verder 59
2.3.2 Politieke legitimiteit en politiek vertrouwen 60
2.4 Subculturen en breuklijnen 61
2.4.1 Wat is een breuklijn? 61
2.4.2 Lipset en Rokkan 61
2.4.3 Postmaterialisme en nieuwe breuklijnen (Inglehart) 62
3 Politieke socialisatie 62
3.1 Mensen zijn geen computers 62
3.2 Wat is politieke socialisatie? 62
3
, 4 Politieke participatie 63
4.1 Inleiding 63
4.2 Verschillende benaderingen en evolutie van het concept 63
4.3 Vormen van politieke participatie 64
4.3.2 ‘Invited’ en ‘invented’ spaces 64
4.5 Stemgedrag 65
4.5.2 De ‘paradox of voting’ 65
4.5.4 Verklaring van stemgedrag 66
4.5.4.1 Het Michigan-model: socialisatie, groepslidmaatschap en partij-identificatie 66
4.5.4.2 Rational choice: economische overwegingen en issue voting 66
4.5.4.3 Het image model: personalisering en imago 67
5 Sociale bewegingen 67
5.1 Inleiding 67
5.1.1 Politieke mobilisatie 67
5.1.2 Gewijzigde visie 67
5.2 Begripsafbakening 67
5.4 De toekomst van nieuwe bewegingen 68
6 Uitleiding 69
7 Politieke partijen 69
1 Inleiding: wat is een politieke partij? 69
2 Het ontstaan van politieke partijen 70
2.1 De institutionele benadering 70
2.2 Het traditionele breuklijnenmodel 71
2.3 Naar nieuwe breuklijnen? 71
3 Typologieën van partijen 72
3.1 Kaderpartijen vs. massapartijen 73
3.2 De catch-all party 73
3.3 Massabureaucratische vs. electoraal-professionele partijen 74
3.4 Cartel parties 74
3.5 Business-firm parties 75
3.6 Partijtypes in meerlagigheid: franchise en stratarchie 75
4 Functies en disfuncties van partijen 76
4.1 De programmatische functies 76
4.2 Positionele partijfuncties 77
4.3 Civiele functies 77
4.4 Disfuncties van partijen 77
4.5 Particratie 78
4.6 Functieverlies van partijen 78
5 Partijorganisatie 79
6 Partijsystemen 79
6.1 Omschrijving en indelingen 79
6.2 Indeling volgens het aantal partijen 79
6.2.1 Eenpartijsysteem 79
6.2.2 Dominant partijsysteem 79
6.2.3 Tweepartijensysteem 80
6.2.4 Meerpartijensystemen 80
6.2.5 Aantal gekwalificeerd 80
4
, 6.2.6 Aantallen verklaard 80
6.3 De indeling van Satori 81
7 Uitleiding 81
8 Staat en parlement 81
1 Inleiding 81
2 De staat 82
2.1 Wat is een staat? 82
2.1.1 Enkele definities 82
2.1.2 Bestanddelen van ‘de staat’ 82
2.2 Begrippen die aanleunen bij de staat 83
2.3 De staat en zijn burgers 84
3 Typologieën van politieke stelsels 84
3.3 Unitaire vs. (con)federale staten 84
3.3.1 Unitaire staten 84
3.3.2 Federale staten 85
4 Parlementen 86
4.1 Wat is een parlement? 87
4.2 Functies van parlementen 87
4.2.1 Wetgeving 87
4.2.2 Controle 87
4.3 Structurele kenmerken van een parlement 88
4.3.1 Unicamerale en bicamerale parlementen 88
4.3.2 Duur en samenstelling van parlement 88
4.3.2.1 Duur van de legislatuur 89
4.3.2.2 Samenstelling Kamer 89
4.3.2.3 Samenstelling Senaat 89
4.3.2.4 Samenstelling deelstaatparlementen 90
4.4 Interne organisatie van het Parlement 90
4.4.1 ‘Politieke’ indelingen in het parlement 90
4.4.1.1 Taalgroep 90
4.4.1.2 Fractie 91
4.4.1.3 Meerderheid en oppositie 91
4.4.2. Politieke organen van het Parlement 91
4.4.2.1 De plenaire vergadering 91
4.4.2.2 De voorzitter 91
4.4.2.3 De commissies 92
4.4.2.4 De Conferentie en voorzitters 92
5 De wetgevende macht van het Parlement 93
5.1 Bevoegdheidsverdeling binnen het federaal Parlement 93
5.2 Hoe komt een wet tot stand? 93
5.2.1 Initiatief 93
5.2.2 Behandeling in de Kamer 93
5.2.3 Verder verloop van de procedure 94
5.2.4 Bekrachtiging, afkondiging en bekendmaking 94
5.3 Quid en Senaat? 95
5.4 Wetten met een bijzondere meerderheid 95
5.5 De alarmbelprocedure 95
5.6 Het Parlement als grondwetsherziener 95
5
, 7 De controlerende taak van het Parlement 96
7.1 Vragen, interpellaties, moties, resoluties en aanwezigheid van de ministers 96
7.1.1 Aanwezigheid van een minister 96
7.1.2 Parlementaire vragen 96
7.1.3 Interpellaties en moties 96
7.1.4 Resoluties 97
7.1.5 Controlerecht en adviesrol van de Senaat 97
7.2 Parlementaire onderzoekscommissies 97
7.3 Vertrouwen geven aan de regering 97
7.4 Vertrouwen geven aan de regering 97
10 Uitleiding 97
9 De uitvoerende macht: de regering 98
1 De regering staat centraal 98
1.1 Inleiding 98
1.2 Het staatshoofd 99
1.2.1 Het presidentiële regime 99
1.2.2 Parlementaire systemen: constitutionele monarchie 99
1.2.4 Tussen parlementair en presidentieel regime: semipresidentiële regimes 100
2 De uitvoerende federale macht in België 101
2.1 Rol van de koning 101
2.2 Presidentialisering: het toenemende politieke belang van de premier 101
2.3 Ministers en staatssecretarissen 102
2.4 Ministerraad, kernkabinet en kroonraad 102
3 De vorming van de regering 104
4 Het ontslag van de federale regering 106
4.1 Op eigen initiatief 106
4.2 Op initiatief van de kamer 106
5 Lopende zaken 106
6 Hoe komen regeringsbesluiten van de uitvoerende macht tot stand? 107
7 De uitvoerende macht 108
7.1 De Vlaamse regering 108
7.2 Vorming van de Vlaamse Regering 108
7.3 Ontslag van de Vlaamse regering 108
8 Hoe wordt de (federale) regering in haar taken ondersteund? 108
8.1 Ministeriële kabinetten: functies en kritiek 109
8.3 Enkele aanvullende ‘beleidsinstrumenten’ 110
8.3.1 De begroting 110
8.2.2 Het Rekenhof 112
8.2.3 De Raad van State 112
8.2.4 Het Grondwettelijk Hof en bevoegdheidsconflicten 112
8.2.5 Het overlegcomité en belangenconflicten 113
9 Regering bestuderen 113
10 Uitleiding 114
10 Openbaar bestuur en beleidsvorming 114
6
, 1 Inleiding 114
2 Openbaar bestuur, publieke sector, sturen en bestuurskunde 114
2.1 Sferen in de samenleving 114
2.2 Wat is bestuurskunde? 115
2.3 De wereld van de publieke sector 115
2.3.1 De klassieke overheid 115
2.3.2 Overheid op afstand: de ‘semioverheid’ 116
2.3.3 Overheid in netwerking 116
2.3.4 Marktsturing 117
2.3.5 Slot 117
3 Van Weber naar NPM en NPG 117
3.1 Het bureaucratiemodel van Max Weber 118
3.2 Kritiek op de neutrale ambtenaar 118
3.3 Het Nieuw Publiek Management (NPM): een nieuw paradigma 119
3.4 Van NPM naar NPG: New Public Governance 119
3.5 Slot 120
4 Hoeveel en welke overheid willen we? 120
4.1 Het bbp als maatstaf? 120
4.2 Het aantal ambtenaren: hoeveel en zijn er te veel? 120
4.3 Interne verschuivingen 120
4.4 De overheid: een bedrijf? 121
4.5 Hervormen op zijn Belgisch/Vlaams? 122
4.6 Slot 122
6 Beleidsvorming en de verhouding tussen politici en ambtenaren 122
6.1 Inleiding 122
6.2 De klassieken en de modellen: de beleidsvoorbereiding 122
6.3 Beleid is ook beleidsuitvoering, uitvoering is ook beleid 123
6.4 Beleidsnetwerken 123
7 Uitleiding 123
11 Democratie en vertegenwoordiging 123
1 Inleiding 123
2 Wat is democratie 124
2.1 Op zoek naar een onmogelijke definitie 124
2.3 De centrale principes van de liberale parlementaire democratie 125
2.4 Classificaties 125
2.5 Hedendaagse debat over democratie: deliberatieve democratie 126
2.5.1 Back to the roots 126
2.5.2 Wat is deliberatieve democratie? 126
2.5.3 Vooral nog eerder theorie 127
2.6 Democratie krijgt meer betekenis dankzij niet-democratische systemen 127
2.7 Criteria en voorwaarden van democratie 127
2.7.1 Centrale principes 127
2.7.2 Hoeveel en welk soort voorwaarden moeten vervuld zijn? 128
2.7.3 Sociaal kapitaal 128
2.7.4 Sociaal kapitaal in Vlaanderen, na ‘de kloof met de burgers’ 129
3 Bestanddelen van democratie 129
3.1 Welke meerderheid? 129
7
, 3.2 Door, voor en van het volk 129
3.3 Spanning tussen de bestanddelen 130
4 Pacificatiedemocratie 130
4.1 Consensus) vs. meerderheidsdemocratie 130
4.2 Consociationalisme 131
4.3 Voorwaarden voor pacificatiedemocratie, met een bijzondere rol voor de elites 132
4.4 Hedendaagse betekenis en functioneren? 132
5 Democratie en vertegenwoordiging 132
5.1 Inleiding 132
5.2 Geschiedenis van het begrip ‘vertegenwoordiging’ 133
5.3 Betekenis van vertegenwoordiging 133
5.4 Vormen van vertegenwoordiging 133
5.4.1 Vertegenwoordiging als een formele structuur 134
5.4.2 Descriptieve en symbolische vertegenwoordiging 134
5.4.3 Substantiële vertegenwoordiging 134
6 Modellen van vertegenwoordiging 134
6.1 Delegate model 134
6.2 Trustee model 135
6.3 Mandate model 135
7 Uitleiding 136
12 Kiesstelsels 136
1 Inleiding 136
2 Meerderheidsstelsels 136
3 Proportionele stelsels 137
4 Gemengde stelsels 138
5 Kiesstelsels en partijsystemen 138
6 De geschiedenis van de Belgische kiesstelsels 139
6.1 Het cijnskiesrecht (1831-1893) 139
6.2 Het algemeen meervoudig stemrecht voor mannen (1893-1923) 139
6.3 Het algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen (1921-1948) 140
6.4 Uitbreiding van het AES naar vrouwen 140
6.5 Hervormingen in de jaren 1980 en 1990 140
6.6 De invoering van de provinciale kieskringen 141
6.7 De zesde staatshervorming 141
7 De verkiezing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers 142
7.1 De Kieskringen 142
7.2 De verdeling van de zetels over de partijen 142
7.3 De aanwijzing van de gekozen titularissen en de opvolgers 143
7.4 Opkomstplicht, blanco en ongeldige stemmen 143
7.5 De gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen 144
8 De verkiezing van de deelparlementen 144
8.1 Het Vlaams Parlement 144
8.2 Het Waals Parlement 144
8.3 Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement 144
9 De lokale verkiezingen 144
8
, 9.1 De gemeenteraadsverkiezingen 144
10 Europese verkiezingen 145
12 Uitleiding: kieshervormingen 146
13 De Europese Unie 146
1 Inleiding 146
2 Het Europese integratieproject: historisch overzicht 147
2.1 Hoe het begon 147
2.3 Verdieping van de Europese integratie 147
2.3 Aarzeling en nationale soevereiniteit 149
2.4 Uitbreiding van de Europese club 149
2.5 Uit de Europese Unie stappen? 150
3 De instellingen van de Europese Unie: hoe werkt de Unie? 150
3.1 Soorten beslissingen 150
3.2 Europese instellingen en organen 150
3.2.1 Europese Raad of kortweg Top 150
3.2.2 Europese Commissie 151
3.2.3 Raad van Ministers of kortweg Raad 151
3.2.4 Europees Parlement 151
3.2.5 Hof van Justitie 152
3.2.6 Adviesorganen: het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s 152
3.2.7 Europees Dienst voor Extern Optreden 152
4 Europese integratietheorieën 153
4.1 Neofunctionalisme 153
4.2 Intergouvernementalisme 153
5 De invloed van de EU op de nationale politiek: europeanisering 154
5.1 Europeanisering als onderzoeksdomein 154
5.2 Een voorbeeld: de impact van de EU op de begrotingen van de lidstaten 155
5.2.1 ‘Bottom-up’: meer macht voor de EU 155
5.2.2 ‘Top-down’: europeanisering van begrotingsbeleid 155
14 Internationale politiek 156
1 Inleiding: internationale politiek in een geglobaliseerde wereld 156
2 Internationale betrekkingen: vier theoretische scholen 156
2.1 Het realisme 156
2.2 Het liberalisme 157
2.3 Het radicalisme 158
2.4 Het constructivisme 159
3 Actoren in de wereldpolitiek 160
3.1 Staten en hun buitenlands beleid 160
3.2 Internationale organisaties 160
9
, 1 Wat is politiek?
1 Inleiding
Case 1: Pia, wie heeft de macht om te beslissen over de prijs van deze medicijn? Wie is de elite? Wat is
het verband tussen deze twee? Wij, de massa hebben beslissingsmacht duidelijk omdat we het geld
hebben ingezameld. De ouders van Pia, hoogopgeleide ouders die hun weg kennen in de wereld van media
en politiek hebben een goed campagne gevoerd. Als de ouders van Pia laaggeschoold waren, was het hen
niet gelukt waarschijnlijk. Wij als massa hebben besloten om de medicijn van 1,9 miljard euro te betalen.
Zie hoofdstuk 6, de rol van de burger. Heeft Maggie de Block te lang gewacht? Zie hoofdstuk 10. Wat is de
rol van de mutualiteit, vakbonden voor patiënten, waarom waren volksvertegenwoordigers zo afwezig
tijdens het debat? Moet er niet meer verwacht worden van volksvertegenwoordigers? Zouden de ouders
niet beter zelf een partij opgericht hebben? In het kader van de EU of de WHO kunnen we de prijs van dit
medicijn beter besproken, in plaats van als België alleen. Dat bespreken we in hoofdstuk 11 en 12.
Politicologie is een integratiewetenschap waarin inzichten en methodes uit zusterdisciplines als
ondersteuning voor de studie van politieke verschijnselen en processen.
Wat is het studiedomein van de politicologie?
Die vraag is fundamenteel, omdat ze raakt aan de essentie van de discipline, haar afbakening en inhoud, maar
is niet evident. Politiek is moeilijk te omschrijven en heeft geen concrete criteria.
Omschrijving van politiek is het onderwerp van politicologische en politieke discussies
Wat politiek is wordt vatbaar voor politiek en dus voor collectief (→ overheidsoptreden). Politieke kwesties
worden immers via politieke instellingen en via specifieke, publieke regels behandeld. Politiek is dus een
deeldomein van de samenleving met vage, veranderende grenzen.
De essentie van politiek is dat er geen eensgezindheid over is
Politiek gaat over een macht, belangen, waarden, keuzen en beslissingen in een competitieve omgeving van
schaarste van middelen en verdeeldheid over doelstellingen en prioriteiten. Een mogelijke definitie: alles dat
te maken heeft met besturen. Niet scherp afgebakend dus.
2 Wat is politiek? Op zoek naar een omschrijving
2.1 Oorsprong van het begrip
Politiek is (de hoogste menselijke activiteit in) de samenleving
‘Politiek’ is afkomstig van het Oudgriekse politeia (politika), dat verwijst naar alles wat betrekking heeft op de
polis, de burgerlijke samenleving en op het bestuur van de gemeenschap. Een politikos was een publiek
persoon in tegenstelling tot idiotikos. Aristoteles zei dat de mens van nature een (sociaal) politiek dier is.
Politiek is dus volgens hem onvermijdelijk én een menselijke activiteit. Via het redeneren en participeren in
een politieke gemeenschap die het algemeen belang zoekt via discussie onderscheidt de mens zich (zoön
politikon).
2.2 Politiek en territorium (en bevolking)
Territorialisering van de politiek (en de samenleving)
Er zijn naast territoriaal gebonden ‘verenigingen’, ook niet-territoriaal gebonden ‘verenigingen’; de Katholieke
Kerk, studentenclubs... Vandaag neemt de territorialisering van politiek vooral de vorm van staten in en haar
impact is omvangrijker. Dit is een historische evolutie.
Politiek als activiteit om in de samenleving bindende collectieve beslissingen te nemen
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller krab. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.63. You're not tied to anything after your purchase.