100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting economie examenstof $6.49
Add to cart

Summary

Samenvatting economie examenstof

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Dit is een samenvatting van alle economie examenstof in het jaar 2023/2024. Het bevat een samenvatting van alle relevante boekjes van vwo 4 t/m vwo 6.

Preview 4 out of 65  pages

  • September 19, 2024
  • 65
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
LEVENSLOOP
Hoofdstuk 1
§2
Consument: koopt producten voor eigen gebruik, wil van product genieten —> consumptie
Investeren: Het aanschaffen van kapitaalgoederen door een onderneming of bedrijf: het kopen van
goederen of diensten om er verder mee te produceren. Hiervoor zijn alternatief aanwendbare
middelen nodig (middelen die voor verschillende zaken gebruikt worden). Goederen waar geen
andere goederen voor worden opgeofferd noem je vrije goederen.

Relatieve schaarste: Een product is schaars als er een offer of inspanning moet worden geleverd om
het product te maken en verkrijgen. (Absolute schaarste: als ergens in het dagelijks gebruik weinig
van is).

Opofferingskosten
Als je kiest voor een bepaalde mogelijkheid offeren we de rest van de alternatieven op. De waarde
van dat gene wat we opofferen en niet kiezen noemen we de opofferingskosten (kan gaan om geld
maar ook om tijd die je eraan kwijt bent, energie, etc.)

§3
Budget: het geldbedrag dat je kunt besteden. Dit budget kan je uitdrukken in een budgetlijn. Een
budgetlijn geeft verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden aan bij een bepaald
budget. Dit kan je in een budgetvergelijking zetten, dit laat alle mogelijkheden bij een bepaald budget
zien.
Je budget is nominaal (in geld uitgedrukt). De hoeveelheid van goederen hangt af van de koopkracht.
Reële waarde houdt in hoe reël de waarde is van je geld in verhouding tot en product.

Als je budget veranderd verschuift de lijn evenwijdig en een verandering van prijzen
leid tot een verandering van helling van de lijn.




§4
Simultaan: tegelijk een beslissing maken zonder dat je weet wat die beslissing is. Het besluit van de
ene partij heeft invloed op de opbrengst van de andere partij = het onderwerp van de speltheorie

Het onderwerp van de speltheorie
 Spelers
De ‘spelers’ nemen de beslissingen. Dit kunnen ook bedrijven zijn etc. De informatie van de
spelers is gelijk. De spelers handelen rationeel, streven naar een zo goed mogelijk resultaat
pay off

 Pay-off
De verwachte opbrengst van een keuze. De hoogte van een pay-off word aangegeven in een
matrix (als dit in een tabel is, is het een opbrengsten matrix).

 Strategie
De spelers zullen opzoek gaan naar de dominante strategie, dit is de strategie die het meeste
oplevert

,  Evenwicht
Het evenwicht is de verwachte uitkomst van een spel, dit word ook wel het nash-evenwicht
genoemd. In het nash-evenwicht kan de uitkomt niet veranderen als de spelers hun strategie
niet veranderen.

Gevangene dilemma
Gaat om twee criminelen die worden verdacht van een zware misdaad. De criminelen kunnen
zwijgen of bekennen, het nash-evenwicht is sub-optimaal (voor beide partijen ongunstig). Als de
partijen coöperatief spelen (samenwerken) kan dit leiden tot een betere opbrengst voor beide
partijen. Dit is echter lastig als het een simultaan spel is want dan kan je niet overleggen en niet met
elkaar praten.

Bij een herhaald simultaan spel kan je strategie per week veranderen. Je volgt de keuze van een
ander. Het is mogelijk dat een van de speler afwijkt van de dominante strategie, als je dan afwacht
op wat de ander doet. Als de ander meegaat ontstaat er samenwerking, als de andere niet meegaat
ontstaat er een niet-coöperatieve strategie.

Bij een coöperatieve-strategie kan je een bindende afspraak maken, dit heeft te maken met
reputatie. De afweging van mindere opbrengt of wat dan ook weegt, minder zwaar dan je reputatie
of de wraak die op je genomen zou kunnen worden.

Meeliftersgedrag/freeridergedrag is het profiteren van anderen.

,Hoofdstuk 2
§2
Transasctiekosten zijn alle tijd, geld. En moeite ie het kost om een transactie tot stand te brengen. De
verkoper en koper hebben allebei verschillende transactiekosten. De koop en verkoop van een
product is een voorbeeld van een ruiltransactie, er worden eigendomspructen uitgewisseld. Een
ruiltransactie mond zich uit in een contract; dit is op papier of mondeling. In de ruilhandel bestaan
verschillende normen en waarden, regels waaraan partijen op vertrouwen. Bij een schriftelijk.
Contract staat een overeenkomst op zwart wit. Hoewel er bepaalde regels zijn, blijft het onzeker. Alle
onvoorziene gebeurtenissen in een contract is het volledige contract. Als de risico’s van een
transactie groter zijn nemen de transactiekosten toe.

§3
Als je voor zekerheid bent ben je risicomijdend of risocoavers.

§4
Als de ene partij meer weet dan de andere is er sprake van asymmetrische informatie. Door
asymmetrische informatie zullen mensen sneller gaan voor een optie die minder risico met zich
meebrengen en zullen er uiteindelijk alleen maar slechte producten overblijven. Er is sprake van
averechtse selectie. Om het vertrouwen van de kopers te winnen word er bijvoorbeeld gebruik
gemaakt van garantie een andere manier kan het opbouwen van een reputatie zijn, als je eenmaal
bekend bent als oplichter zullen de klanten wegblijven.

§5
Solidariteit: de verzekerden dragen de risico’s gezamenlijk. Je zal bij het kiezen van een verzekering
altijd kijken naar of het bedrag van de premie minder is dan het bedrag dat je moet betalen als je niet
verzekerd bent. Het gaat om particuliere verzekeringen omdat je zelf het initiatief moet nemen of je
wel of niet gaat verzekeren.

Voor schade die je aan andermans spullen stelt kun je aansprakelijk worden gesteld. Hiervoor heb je
een WA-verzekering. Voor bestuurders van motorvoertuigen is deze verzekering verplicht. Het risico
dat je schade aan je eigen voertuig brengt is niet verplicht. Als je deze er wel bij neemt ben je allrisk
verzekerd.

Kosten van een premie = kans op schade x gemiddelde hoogte van de schade

Averechtse selectie
De verzekeraar weet niet he voorzichtig iemand is. De verzekerde weet dit veel beter, er is sprake
van informatieasymmetrie. Mensen die weinig schade maken zijn goede risico’s degene die veel
schade maken zijn slechte risico’s. De verzekeraars maken winst op de goede risico’s maar verlies op
de slechte. De goede risico’s voelen zich benadeeld omdat ze evenveel geld moeten betalen maar
minder schade claimen. Ze gaan opzoek naar een andere verzekeraar en op den duur blijven alleen
de slechte risico’s over.

Er zijn manieren om dit te bestrijden. Ze kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van
premiedifferentiatie hierbij betalen de slechte risico’s meer dan de goede risico’s. Het kan ook
worden bestreden met een eigen risico, je betaalt dan sowieso een deel van de schade zelfs en
mensen zullen uiteindelijk voorzichtiger zijn. Dit is hetzelfde geval bij de bonus-malusregeling, de
menen die weinig schade maken krijgen een bonus en veel schade moeten extra betalen (malus).
Kan ook worden bestreden door dwang van de overheid, de overheid kan een verzekering verplicht
stellen en dus moeten door deze collectieve dwang ook de goede risico’s zich verzekeren en hierdoor
kan de gemiddelde premie laag blijven.

, Moral hazard (moreel wangedrag) : als mensen zich anders gaan gedragen na het afsluiten van een
verzekering. Moral hazard leid tot hogere schade-uitkeringen en dus ook tot hogere premies

§6
Principaal: opdrachtgever
Agent: voort deze opdracht uit

§7
Met Collectieve of sociale verzekeringen dek je de gevolgen van pech met je gezondheid of de pech
dat je werk of arbeidsongeschikt raakt. Hier ben je verplicht aan om deel te nemen dit noem je
verplichte solidariteit. Voor deze verzekeringen betaal je premie die afhankelijk is van je inkomen.
Sommige sociale verzekeringen dekken verlies van inkomen bij ziekte, werkloosheid,
arbeidsongeschiktheid en ouderdom.

§8
In de gezondheid is het verschil tussen de goede en slechte risico’s erg groot. Het gezondheidsrisico
kan worden vastgesteld door iedereen te keuren. Dit mag niet van de overheid want dan zouden de
slechte risico’s zich niet kunnen verzekeren. Iedereen heeft recht op een basisverzekerin. Mensen
met een laag inkomen krijgen van de overheid zorgkosten . Een zorgverzekering is een verplichte
particuliere verzekering.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pienvdploeg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57413 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.49
  • (0)
Add to cart
Added