Volledige en beknopte samenvatting van Hargie (Skilled Interpersonal communication) veel handige rijtjes en begrippenlijst van alle stof en Lijst met theorieeën die benoemd zijn in Hoorcolleges en het boek aantal elementen van het boek van Stone.
Samenvatting Interpersoonlijke Communicatie
Hargie – Skilled Interpersonal communication
Drie kernbehoeften mensen
1. Competentie
2. Verbondenheid
3. autonomie
communicatie twee thema’s
- intersubjectivity: streven naar anderen begrijpen en begrepen worden
- impact: of het verandering in gedachten, gevoelens of gedrag veroorzaakt
interpersoonlijke communicatie:
Face-to-face (non-mediated)
Dyadisch (een-op-een of in een kleine groep)
Mate van zelfonthulling
Wordt gevormd door en brengt informatie over van persoonlijke kwaliteiten.
Intrinsiek karakter van beloningen die voortvloeien uit intensief persoonlijk contact
Onmiddelijke beschikbaarheid van feedback
Variatie van beschikbare communicatiekanalen.
Componenten communicatieproces
Communicators: de mensen die betrokken zijn hebben direct invloed op het proces
(geslacht, leeftijd, afkomst etc)
Message: Een patroon van gedachten, configuratie van ideeen of andere reactie op interne
omstandigheden waarover individuen zich uiten.
Medium: Specifiek middel om de boodschap over te brengen. > Media richness
o Presentational – stem gezicht lichaam
o Representational – boeken, schilderij, foto’s
o Technological – internet, telefoon, televisie
Channel: wat de gesprekspartners verbind.
o Vocal-auditory channel – spraak
o Gestural-visual channel – nonverbaal
o Chemical-olfactory channel – geur
o Cutaneous-tactile channel – aanraking
Code: systeem van gedeelde mening door een groep
Noise: verwijst naar alles dat een boodschap verstoort. Kan extern of intern
(interpersoonlijke afleiding)
Feedback: de zender kan nagaan in hoeverre het bericht succesvol is ontvangen en welke
impact het heeft gehad
Context: context heeft grote invloed op interactie en uitkomsten. Vind plaats binnen
intermeshing frameworks.
,Fase cognitieve controle:
1. Observeren
2. Emulation – het ook willen kunnen
3. Self control – de skills je eigen maken
4. Self regulation – de skills gepast gebruiken
Skilled behaviour: CLIPS
Controlled bij individu
Learned gedrag dat verbeterd worden door oefenen en feedback
Intergrated en met elkaar verbonden verbale en non-verbale responsen
Pursosive (doelgericht)
Smooth in de manier waarop het uitgevoerd wordt.
Perceptie staat centraal in skillfull interaction.
Source receiver model linear: source > channel > receiver.
Communicatie is
Transactioneel. Zenders en ontvangers beinvloeden elkaar in een systeem van
wederkerigheid
Doelbewust.
Multidimensionaal:
o Inhoud en persoonlijkheid: inhoud van de boodschappen die je verzend reflecteren
je persoonlijkheid.
o Niveau van relaties: communicatie zorgt dat beide partijen weten hoe ze hun relatie
definieren.
Onvermijdelijk (inevitable) en irriversible
Factoren die bepalen hoe je een boodschap opvat:
Karakteristiek
Motieven
Sociaal psychologische factoren
Persoonlijkheid, emotie, leeftijd, geslacht, fysieke verschijning
Attitudes (ABC)
A: affective - hoe voelt iemand zich tegenover een doel.
B: behavioural – aanleg om zich te gedragen op een bepaalde manier om het doel te bereike
C: cognitive – iemands kennis of gedachten over het doel.
Situationeel
Goal structure
Roles
Rules – verschillende regels in verschillende plekken. Bar vs collegezaal
Repertoire of elements – gedragingen die kunnen worden toegepast
Sequences of behaviour – interactie zorgt vaak voor voorspelbare reeks gedrag
Situation concept – indivuduen bezitten kennis die hn in staat stelt situaties te
begrijpen en er adequaat in te presteren
Taal en spraak – de ene keer is formeel praten belangrijk andere keren niet.
Physical environment – o.a. meubelen, décor beinvloed mensen.
- Onderliggende dimensies:
o Power distance: hoeveelheid respect gegeven aan mensen in posities in hierachie
o Indivualisme of collectivisme
o Uncertainty avoidance – mate waarin onzekerheden gecontroleerd kunnen worden
door planning
, o Masculine of feminity
Schema’s
- Self-schema
- Event-schema
- Rol-schema: over de rol die je speelt in het leven
- Causal-schema: zorgen ervoor dat we oordelen hebben
- Person-schema: kennis over anderen
Cognitieve elementen die helpen bij informatieverwerking
Semantic coding: interpreteren van berichten in overeenstemming met beschikbare
concepten
Organisation: organiseren van informatie
Storage & retrieval: opslag in herinnering en het bieden van selectieve toegang wanneer dat
nodig is.
Inference processes: beslissingen om te antwoorden zijn gevormd door conclusies over de
gevolgen van acties
Response generation: van doorslaggevend belang. Strategieen die zijn gekozen om doelen te
bereiken.
Nelson-Jones 7 stappenplan rationele beslissingen
1. Confronteren – herkennen dat er een beslissing gemaakt moet worden.
2. Opties ontwikkelen en informatie zoeken
3. Voorspelde consequenties van de opties beoordelen
4. Trouw zijn aan de beslissingen
5. Plannen hoe de beslissingen moeten worden uitgevoerd
6. Beslissing uitvoeren
7. Consequenties van uitvoering beoordelen
Theory of mind processes
Om succesvol te communiceren moeten we ons bewust zijn van onze eigen doelen, plannen en
percepties. Ook moesten we zorgvuldig aandacht geven aan hoe anderen denken.
- Metacognition: de manier waarop we onze cognitieve processen monitoren en controleren.
- Mentalising: denotes het proces waarbij we de interpretatie van de cognitieve activiteit van
anderen proberen te monitoren.
Emotie in communicatie
1. emotion-motivated: gedrag veroorzaakt door emotie. (iemand schrikt en schreeuwt hard)
2. emotion-manifesting: biedt inzicht in onderliggende emotie. (neerslachtige houding geeft
inzicht in gedachten en emotie van patient)
3. emotion-inducing: betreft woorden en acties dat emotie triggert in anderen. (iemand verteld
een zielig verhaal en de ander moet keihard huilen)
twee errors bij responses
- slipsare: deze zijn geen deel van het plan of zijn wel gepland maar anders uitgepakt
- lapsesare: geplande acties die zijn weggelaten ipv vastgesteld
H3 nonverbaal
, Functies NVC
- vervangen en aanvullen verbale communicatie
- tegenspreken (bedoeld of onbedoeld)
- reguleren van gesprekken
- uiten van emoties
- communiceren van identiteit door je houding
- contextualiseren van interactie, sociale situatie creëren
- onderhandelen over de relatie, dominantie.
Types NVC
1. Haptics: fysieke aanraking
Midas touch: lichte aanraking op schouder of bovenarm
Instrumental touch: polsmeting
Expressive touch: hand van een kind vasthouden als ze bang is.
Tie signs: tekenen dat mensen laten zien als ze een paar zijn.
2. Kinesics: door lichaamsbeweging
Gestures: gebaren
o Emblembs – symbolen met directe vertaling. Zoals telefoon-gebaar
o Illustrators – direct gelinkt naar spraak. Opzichzelf geen betekenis.
Bijvoorbeeld de vis was zo groot.
o Regulators – reguleren van het gesprek
o Affect displays – laten zien van emoties door handgebaren
o Adaptors – gelinkt met spraak wijzend naar objecten
1. Object-adaptor: met pen spelen tijdens gesprek
2. Self-adaptor: bevat deel van je lichaam, knijpen in je handen.
3. Alter-adaptor: gebaren die gebruikt worden uit verdediging
4. Other-adaptor: gericht op iemand anders. ( Moeder aait kind)
Head nods
Posture ( zegt iets over …. )
o Status: high-status mensen zitten relaxter en nemen expansive posture aan.
o Interpersonal attitude: mirroring, postural congruence
o Emotion: verveeld iemand zit onderuitgezakt
o Personality: we oordelen hierover maar deze zijn niet altijd accuraat.
Eye contact
o Gaze: kijken naar de ander in gezichtsarea
o Mutual gaze
o Eye contact: zelfde als gaze maar dan echt in de ogen.
o Gaze ommision: men kijkt elkaar niet aan
o Gaze avoidance: oogcontact bewust vermijden
Facial expression
o Affect blends: meer dan 1 basisemotie op hetzelfde moment laten zien
o Micro-expression: korte gezichtsuitrukking die een emotie verhult
o Display rules: emotie laten zien wordt op het gezicht gereguleerd
o Emotional contagion: besmetting. Verspreiding van emotie (nepgelach)
3. Proxemics: door gebruik van persoonlijke en sociale space
Interpersonal distance
Physical characteristics: informatie loslaten dmv lichaamsbouw en uiterlijk
Environmental factors: informatie overgebracht dmv features van omgeving
o Fixed-features: dingen die niet snel veranderd worden zoals architectuur
o Semifixed features: makkelijker te veranderen zoals meubilair, belichting.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lvd1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.