Dit bestand bevat een uitgebreide en opgeklaarde samenvatting van het praktijkdeel motorische controle (Filip Descheemaecker) van het vak MSS: Wervelzuil (2de MASTER REVAKI UGent). Dit bestand telt 31 pagina's getypte tekst, aangevuld met notities die genomen zijn tijdens de praktijklessen. Het bie...
• Praktijkexamen casus, op het examen zullen dingen gevraagd worden uit de les
• Kans bestaat dat er geen examen afgenomen wordt bij Filip
• Pathokinesiologische model
− Vb. antalgische houding: persoon heeft pijn en gaat hierdoor anders
bewegen
• Kinepathologische model
− Beweging geeft aanleiding tot pijn
− Manier van bewegen = belangrijk om de pijn van de pt te begrijpen
− Vb. hyperpronatie voet geeft achillespeespatho, pf-klachten, hallux-
valgusklachten
− Vb. scapulaire dyskinesie → IMP
− Binnen dit model werken we vnl (focus lumbaal)
− De manier van bewegen heeft een impact op het neuromusculuskeletale
letselrisico, performantie en levenskwaliteit. Het bestuderen van
beweging is dus essentieel voor de preventie van neuromusculoskeletale
letstels en om taakspecifieke performantie te verhogen (Sahrmann)
• Symptom modification
− > kinesiopathologisch model
− Primaire test (= de eerste ‘natuurlijke bewegingsobservatie) → secundaire
test (= de meer bewegingsoptimalere correctie)
− Vb. vanuit protractie de abductie doen, corrigeer protractie waardoor de
abductie gecorrigeerd wordt → ° significante invloed op de symptomen
− Doel = obv het modificeren van symptomen bepaalde dingen beter te
begrijpen” (Shirley Sahrmann)
− ‘‘zijn we in staat om symptomen te veranderen obv symptomen en een
gemodificeerde beweging en geeft dit een vermindering in symptomen?’’
− Nadelen
o Te vaak gebruikt als tijdelijke desensitisatiestrategie
o Kan niet de enige doelstelling zijn bij msk pt’en
o Faalt soms
o Kan nuttig zijn voor andere zaken (vb. fysieke performantie
− Voordelen
o Pijnreductie = primaire uitkomstaat (voor de pt)
o Instant verminderen van pijnervaring → + resultaat op
zelfredzaamheid, …
o Kan ondersteunend werken in de educatie
o Nieuwe beweging vaak herhalen en integreren in ADL (LT-effect)
• Hypermobiliteit
− Optie 1: ROM in globo toegenomen (gewrichts-ROM is osteokinematisch
groter dan ideaal)
− Optie 2: Neutrale zone is toegenomen (= “accessory motion”)
− Optie 3: Overmatig in 1 bepaalde richting bewegen
− = 3 conceptuele ideeën rond hypermobiliteit
1
, − BH optie 1: grote spieren gaan oefenen die hypertrofie geven en dus u
gewricht ‘stijver’ maken (intrinsieke stijfheid) → denk aan body-builders
die amper hun biceps nog kunnen rekken
− BH optie 2: lokaal spiersysteem aanspreken
− BH optie 3: trachten de overdaad in de ene richting te beperken via training
spieren die de andere richting verzorgen. Hoe? Vnl via bewustmaking van
‘verkeerde’ spierrekruteringsgewoontes
− Dikkere spieren zijn heel vaak stijver dan dunnere spieren
• Bewegingssegmenten in serie
− Verhaal duplo toren: plooiend effect en plaats van ‘breken’ afhankelijk van
de plaats waar je blokjes minder goed op elkaar staan = wet van de minste
weerstand. In de zone van de minste weerstand creëer je de meeste
beweging!
− Wat leren we hieruit? → disci zijn flexibeler dan wervels, maar ze hebben
niet allemaal dezelfde weerstand.
− Wil je vnl beweging op segment 60% (minste), dan zorg je dat je caudaalste
segment (die als eerste zal bewegen) op slot zetten door het 100% stijf te
maken. Relaxatie thv het meest craniale segment
− In serie: relatieve stijfheid – relatieve flexibiliteit
• Weight baring (in het voorbeeld van een bipodale squat)
− M(usculair): flexiepositie = musculaire activatie → deze verbruikt het
meeste E
− L(igamentair): hyperextensiepositie! Nadeel: discomfort op den duur
− S(keletaal): wanneer je op je tibia-plateau botst.
• Weight baring (wervelzuil)
− M: kyfolordotische houding
− L: sway back
− S: neutrale positie WK
• Wat is het (sub)optimale bewegingspatroon/bewegingsgedrag?
− Niemand beweegt optimaal en iedereen beweegt anders
− Dit moet je als T respecteren
− Je hebt niet altijd optimale bewegelijkheid nodig om te kunnen bewegen
− Vb. optimale lengte Hamstrings = 80° (komt zelden voor)
Anamnese
− Mechanisch nociceptief: last bij beweging, lokaal thv geprovoceerde zone,
high threshold prikkels, intermittente klachten, on-off verhaal: on bij
beweging, tegengesteld beweging creëert off
− Ischemisch nociceptief: bew maakt beter en het wordt slechter door
statisch
− Ontstaan van de klachten heeft heel vaak te maken met gewoontes, vaak
zonder duidelijke aanleiding klachten
2
,Inspectie
− Antalgische vs gewoonte houding
− Scoliose
o LF van de romp naar 1 zijde of shift van het bekken naar 1 zijde
− Flat back
o Verminderde ROM in
verschillende richtingen
o Relatief dicht bij een
flexiepositie → eerder flexie-
gerelateerde klachten
o Neutrale of posterieure tilt
bekken
o Relatieve heupextensie
o Vlakke thoracale en lumbale
wervelzuil
o Biomechanische stress risico’s:
▪ Soepele lumbale WZ >>
flexie klachten lumbaal
o Myofasciaal:
▪ Soepele rug: cfr. Sway back
▪ Stijve rug: lange psoas, korte TFL, gluteii lang,
rompmusculatuur ok
− Sway back
o = passieve houding
o Schouderlijn achter heuplijn (type
1)
o Steunen op hielen, krullen van
tenen om rechtop te blijven
o Duwen verticaal op de schouders,
° voorwaartse translatie bekken
o Vnl naar achter hangend (type 1)
o Schouders boven heup maar
bekken nr voor (type 2)
o Hier zal je nooit aan 20° komen
tussen SIPS en SIAS
o Verlengde T kyfose
o Verkorte lumbale lordose
o Relatieve heupextensie
o In stand → eerder extensie-gerelateerde klachten
o In zit → eerder flexie-gerelateerde klachten
o Myofasciaal
▪ Rectus Abdominis: kort en overactief
▪ Schuine buikspieren: lang en geïnhibeerd
3
, ▪ Rugextensoren: superficiale multifidus lang en geïnhibeerd
▪ TFL: kort en overactief
▪ RF: variabel
▪ Psoas: lang en geïnhibeerd
▪ Diepe heupflexoren minder, schuine buikspieren minder
▪ Onnodig: rug en heupextensoren
▪ Gluteii: geïnhibeerd
▪ Hamstrings: kort en overactief
o Houdingscorrectie: bekken onder schouders brengen (geen
bekkenkantelingen naar anterieur)
o Biomechanische stress risico’s
▪ Gegeneraliseerde flexie load stress
▪ Toegenomen kans op segmentale extensie ‘shear’ klachten
− Kyfolordotische:
o Regel 1: SIPS en SIAS: lijn meer
dan 20° met horizontale
o Regel 2: toegenomen lordose en
kyfose
o Regel 3: relatieve heupflexie
o Anteversie meer dan 20°
o Myofasciaal:
▪ Heupextensoren: zwak en
lang
▪ Heupflexoren (TFL, RF,
psoas): kort en overactief
▪ Buikspieren: zwak en lang
▪ Schuine buikspieren: lang
en geïnhibeerd
▪ Lumbale extensoren (Longissimus en Iliocostalis): kort en
overactief
▪ Heupextensoren (Gluteii, Hamstrings): variabel (!)
o Welke soort klachten ontwikkelt hij eerder? Eerder extensieklachten
(want hij staat in extensie)
o Houdingscorrectie: via muur en op die manier corrigeren (retroversie
etc.)
o Biomechanische stress risico’s: extensie load and strain
− Iemand die kleiner is, zal spontaan wat rechterop gaan zitten (ivm grotere
persoon); Sil vs midget
− Actieve extensiestrategie (kleiner), passieve flexiestrategie (groter persoon)
− High pelvis
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller funkydiabetic. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.30. You're not tied to anything after your purchase.