Staat en recht tentamen
Samenvatting leerdoelen week 1
- Functies van het recht in de samenleving:
1. De ordening van de maatschappij
2. De handhaving van de regels
- ‘Staat’ is een grondgebied met een eigen bestuur (gezag) en een eigen gemeenschap
van burgers.
- 1. Gecentraliseerde eenheidsstaat: centraal worden de regels gemaakt en uitgevoerd
(Frankrijk). Overheidsgezag ligt bij één centrale overheid.
2. Gedecentraliseerde eenheidsstaat: centrale overheden geven aan lagere overheden
bevoegdheden, zonder dat ze verantwoording af te hoeven leggen aan de centrale
overheden (Nederland).
3. Federatie (bondsstaat): staat is verdeeld in zelfstandige (=soevereine) deelgebieden
met ieder een eigen grondwet, parlement, regering en rechterlijke instantie. Deze werken
samen in groter overheidsverband (Duitsland en België).
4. Confederatie (statenbond): samenwerkingsverdrag van staten op basis van een
(internationaal) verdrag.
- Het Nederlands recht kent het privaatrecht en het publiekrecht. Onder het privaatrecht
vallen: vermogensrecht, rechtspersonenrecht en personen- en familierecht. Onder het
publiekrecht vallen: bestuursrecht, staatsrecht en strafrecht.
Samenvatting leerdoelen week 2
- Directe democratie: overheid vraagt volk of ze het eens zijn met een beslissing.
(voorbeeld: referenda)
- Indirecte democratie: het volk kiest volksvertegenwoordigers die de
volksvertegenwoordiging vormt en deze kiezen voor het volk.
- Districtenstelsel (meerderheidsstelsel met kiesdistricten): the winner takes it all. Een
kiesstelsel waarbij binnen een district wordt gestemd, de persoon die wordt gekozen
wordt afgevaardigd naar de volksvertegenwoordiging.
- Stelsel van evenredige vertegenwoordiging: het percentage stemmen komt overeen
(is evenredig met) percentage zetels.
Het totale aantal uitgebrachte stemmen wordt gedeeld door het aantal zetels in de volks-
vertegenwoordigende kamer, de uitkomst daarvan heet de kiesdeler.
- Een rechtsstaat is een staat die is gebonden aan het recht.
- De beginselen van de rechtsstaat zijn:
1. Het legaliteitsbeginsel: De overheid mag slechts optreden op grond van algemene
regels die democratisch tot stand zijn gekomen.
2. Machtenscheiding: De macht van de overheid is verdeeld over verschillende organen
van de overheid. (Trias Politica: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht)
3. Onafhankelijke rechtsstaat: Een onafhankelijke rechter biedt burgers bescherming
tegen overheidsoptreden dat willekeurig is of op een andere manier in strijd is met het
recht.
, 4. Grondrechten: Burgers hebben fundamentele rechten/vrijheden die de overheid moet
eerbiedigen.
- Een parlementair stelsel is een regeringsvorm waarbij de uitvoerende macht
verantwoording schuldig is aan het parlement.
In een parlementair stelsel vinden verkiezingen plaats voor een parlement. Op grond van
de uitslag van de verkiezingen moet een regering worden gevormd. Daarvoor is een
meerderheid van de zetels in het parlement nodig. Soms heeft één partij de meerderheid,
soms moeten verschillende partijen samenwerken om een meerderheid te vormen. Dit is
vaak afhankelijk van het kiesstelsel, in Nederland is dit evenredige vertegenwoordiging.
In een parlementair stelsel moet de regering het vertrouwen hebben van de meerderheid
van het parlement. Die meerderheid kan de regering ook naar huis sturen. In zo’n geval
worden dan vaak nieuwe verkiezingen gehouden. Nederland is een voorbeeld van een
parlementair stelsel.
Samenvatting leerdoelen week 3
- Een wet in formele zin komt tot stand volgens de procedure 81 - 88 GW. Geen algemeen
verbindende voorschriften, het geldt niet altijd en voor iedereen.
Totstandkoming wet in formele zin:
1. Ministerie bereidt wetsvoorstel voor.
2. Ministerraad stelt voorstel vast met Memorie van Toelichting
(Memorie van toelichting is een belangrijke bron die je kunt gebruiken om
argumenten te vinden die in jouw voordeel zijn. Wordt gemaakt door wetgevers.)
3. Minister gaat met wetsvoorstel en memorie van toelichting naar Raad van State om
advies te krijgen: negatief/positief/positief mits../negatief tenzij…
4. Positief advies van Raad van State: Minister gaat met wetgevingsdossier naar de
Tweede Kamer.
5. Tweede Kamer bespreekt het voorstel en wijzigt het eventueel (recht van
amendement).
6. Wetsvoorstel gaat naar de Eerste Kamer (art. 85 GW). De Kamer neemt aan of
verwerpt het voorstel. Parlementaire behandeling: behandeling van een wetsvoorstel
in de Eerste en de Tweede Kamer.
7. Koning en ministers bekrachtigen de wet (seign en contraseign, art. 87 GW).
8. Wet wordt gepubliceerd in Staatsblad (art. 88 GW, art. 3 Bekendmakingswet.)
9. Wet treedt in werking op bepaalde datum.
- De grondwetswijziging heeft een zwaardere procedure (Art. 137 t/m 142 GW), want er
zijn 2 lezingen, er is een tussentijdse ontbinding van de Tweede Kamer en er moet een
tweederdemeerderheid voor zijn.
- De rechten van de Eerste en Tweede Kamer:
1. Budgetrecht: het recht om begrotingen van de regering te wijzigen en vast te stellen.
2. Recht op onderzoek (enquêterecht): het recht om bij meerderheid van de stemmen
een onderzoek in te stellen rond een omstreden onderwerp.
3. Recht van interpellatie: het recht om vragen te stellen aan het kabinet.
4. Motierecht: het recht om moties in te dienen.
5. Recht op informatie.
- Rechten van de Tweede Kamer:
1. Recht van amendement: het recht om wijzigingen voor te stellen in een wetsvoorstel
2. Recht van initiatief: recht om een wetsvoorstel in te dienen.
- Rechten van de Eerste Kamer:
1. Controlerecht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xmelanievandijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.