Staat en recht hoorcollege
Hoorcollege 1
Wat is een staat en welke plaats nemen rechtsregels in de staat in?
Vroeger waren er een paar basisregels (gedragsregels), maar hoe groter de samenleving, hoe meer
vraag er was naar een hogere macht die die regels handhaaft. De gedragsregels werden rechtsregels.
(van ‘zo hoort het’ naar ‘zo moet het’).
Recht is het geheel van regels dat door een daartoe bevoegde instantie – het gezag – is vastgesteld of
erkend.
Sociale regels kun je niet afdwingen en ze zijn plaats- en tijdafhankelijk.
Rechtsregels kun je wel afdwingen. Ze impliceren dat er een hoger gezag is.
Wat is een staat? Kenmerken:
1. Heeft een eigen grondgebied.
2. Heeft een gemeenschap van burgers.
3. Heeft een gezag.
(ezelsbruggetje: de 3 G’s)
Een staat is onderdeel van het publiekrecht.
Publiekrecht: - verticale verhouding (overheid-burgers)
- overheid mag niet handelen zonder wettelijke grondslag (legaliteitsbeginsel).
- niets mag tenzij… bevoegdheid
Privaatrecht: - horizontale verhouding (burgers onderling)
- alles mag, mits…
Er zijn 2 functies van het recht:
1. De ordening van de maatschappij
2. De handhaving van de regels
Er zijn 4 verschillende staatsvormen: ALTIJD IN TENTAMEN!
1. Gecentraliseerde eenheidsstaat: centraal worden de regels gemaakt en uitgevoerd (Frankrijk).
Overheidsgezag ligt bij één centrale overheid.
2. Gedecentraliseerde eenheidsstaat: centrale overheden geven aan lagere overheden
bevoegdheden, zonder dat ze verantwoording af te hoeven leggen aan de centrale overheden
(Nederland).
3. Federatie (bondsstaat): staat is verdeeld in zelfstandige (=soevereine) deelgebieden met ieder een
eigen grondwet, parlement, regering en rechterlijke instantie. Deze werken samen in groter
overheidsverband (Duitsland en België).
4. Confederatie (statenbond): samenwerkingsverdrag van staten op basis van een (internationaal)
verdrag.
, Hoorcollege 2
Democratie en rechtsstaat
2 Belangrijke uitgangspunten uit grondslag van onze democratische rechtsstaat:
• Uitgangspunt 1: De uitoefening van overheidsmacht dient te geschieden door een
overheidsorgaan dat (direct of indirect) democratisch aan die macht is gekomen.
• Uitgangspunt 2: De uitgeoefende overheidsmacht dient altijd gecontroleerd te kunnen
worden door een overheidsorgaan dat (direct of indirect) democratisch aan die macht is
gekomen.
(Zonder verantwoording, geen macht!)
Democratisch uitgangspunt: burgers hebben invloed op overheid.
2 Soorten vormen van democratie:
1. Directe democratie: overheid vraagt volk of ze het eens zijn met een beslissing. (voorbeeld:
referenda)
2. Indirecte democratie: het volk kiest volksvertegenwoordigers die de volksvertegenwoordiging
vormt en deze kiezen voor het volk.
Evenredige vertegenwoordiging (kiesstelsel)
het percentage stemmen komt overeen (is evenredig met) percentage zetels.
Het totale aantal uitgebrachte stemmen wordt gedeeld door het aantal zetels in de volksvertegen-
woordigende kamer.
De uitkomst daarvan heet de kiesdeler.
Het aantal zetels dat men krijgt is gelijk aan het aantal keren dat de kiesdeler afgerond wordt
behaald.
Districtenstelsel: the winner takes it all
Binnen een district wordt gestemd, de persoon die wordt gekozen wordt afgevaardigd naar de
volksvertegenwoordiging.
Een rechtsstaat is een staat die is gebonden aan het recht.
De staat bindt je aan het recht door 4 elementen op te leggen aan je staatsinrichting:
1. Het legaliteitsbeginsel: De overheid mag slechts optreden op grond van algemene regels die
democratisch tot stand zijn gekomen.
2. Machtenscheiding: De macht van de overheid is verdeeld over verschillende organen van de
overheid. (Trias Politica: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht)
3. Onafhankelijke rechtsstaat: Een onafhankelijke rechter biedt burgers bescherming tegen
overheidsoptreden dat willekeurig is of op een andere manier in strijd is met het recht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xmelanievandijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.