uitwerking richtvragen rechtspsychologie en ethiek
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Juridische Hogeschool (JHS)
HBO-Rechten
Rechtspsychologie en ethiek K2
All documents for this subject (6)
Seller
Follow
xmelanievandijk
Reviews received
Content preview
Leesboek rechtspsychologie en -
ethiek
Richtvragen week 1
Het hoorcollege
1. Wat houdt het M(issing) W(hite) W(oman) S(yndrome) in?
- Het is een begrip dat gebruikt wordt om de disproportionele mediaberichtgeving voor blanke
vrouwelijke slachtoffers te beschrijven. Het geslacht, ras, relatieve aantrekkelijkheid en
leeftijd van het ‘belaagde jonge meisje’-stereotype resulteert in verhoudingsgewijs meer
aandacht in de media en leidt soms ook tot meer dan gemiddelde inspanningen in het
opsporingsonderzoek.
- 4 kenmerken: vlot, meisje, wit, jong je krijgt dan de meeste media-aandacht.
2. Geef een voorbeeld van het MWWS.
- De vermissing van Natalee Holloway op Aruba. Deze zaak trok heel veel media aandacht in
de VS. Een grote rol die hierbij speelde was dat Natalee mediageniek was en dat daardoor
haar ouders veel invloed in de media en de politiek konden uitoefenen. Zelfs de Amerikaanse
president Bush bemoeide zich met de zaak en de staat Alabama, waar Natalee woonde, riep
op tot een boycot van toerisme naar Aruba. In Alabama waren op dat ogenblik 1200 andere
personen vermist.
3. Wat wordt verstaan onder (factoren van) stafrechtelijke ruis?
- Alle factoren die de uitkomst van het strafproces kunnen sturen in een ongewenste richting
en afbreuk doen aan de betrouwbaarheid van het rechterlijk oordeel. De ruisfactoren zijn
bewijzen, waarnemen, herinneren, beïnvloeden en verhoren.
4. Noem twee voorbeelden waarbij ‘strafrechtelijke’ ruis de waarde van het bewijs kan aantasten?
- Tunnelvisie: alleen op de mogelijke dader richten en niet meer kijken naar wie er nog meer
als dader kan worden gezien. Focussen op iemand.
- Weapen focus-fenomeen: als iemand met een mes zwaait en je vraagt daarna aan getuigen
wat ze hebben gezien, weten ze niet of iemand blond, bruin, zwart ect. is. Zij focussen alleen
op het mes.
- Geheugen: na 4 dagen is je geheugen niet meer in staat om een verhaal letterlijk weer te
geven. Het kan leiden tot onjuiste details.
- Aansporen om meer details te geven: hierdoor gaan getuigen details verzinnen die niet juist
zijn.
5. Wat is het nut van de rechtspsychologie?
- Rechtspsychologie kan een bijdrage leveren aan het nemen van beslissingen binnen de
strafprocedure die op een zo stevig mogelijke wijze zijn verankerd in de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen zullen met behulp van rechtspsychologische instrumenten steeds getoetst
moeten worden op de wijze waarop deze zijn verankerd/verbonden zijn in/met de
werkelijkheid.
Het boek (h. 2)
1. Kunnen leugendetectors zoals de Computer Voice Stress Analyzer of de Psychological Stress
Evaluator leugens op het spoor komen en aldus strafrechtelijke ruis voorkomen?
- Nee het blijft gokken met zulke apparaten. Ze meten dan wel de stem trillingen maar dit
hoeft niet aan te geven dat iemand liegt. Het apparaat is niet accuraat genoeg om te kunnen
, vaststellen of iemand daadwerkelijk liegt. Dit is uit enkele experimenten gebleken. Als de
apparaten niet accuraat genoeg zijn, dan kan een dergelijke strafrechtelijke ruis niet
voorkomen worden
2. Kun je een leugenachtige verklaring vooral herkennen aan de vorm of de inhoud?
- Aan de inhoud. De vorm is stemhoogte, gebaren, wegkijken, friemelen, kortom, hóe iemand
iets zegt. De inhoud is wát iemand zegt. De onschuldigen komen met een overvloed aan
details die je zou kunnen natrekken (ik werd gebeld door… en ik kwam die tegen). Verhalen
van leugenaars zijn ook gedetailleerd maar de details lenen zich zelden voor verificatie (de
gang waar ik doorheen liep was uitgestorven…ik ben alleen naar huis gegaan etc.)
3. Wat houdt de “truth-bias” in?
- Dat mensen geloven dat anderen vaker de waarheid vertellen dan dat ze liegen (dit is een
asymmetrie).
4. Waar is in feite het succes van stemanalyseapparaten op gebaseerd en hoe wordt dit effect
genoemd?
- De successen zijn gebaseerd op de intimiderende werking ervan. Dit wordt het bogus-
pipeline-effect genoemd. De naam verwijst naar een nepdetector die bestaat uit een lege,
maar imposante ogende doos waarmee de verdachte via wat nutteloze kabels – de bogus
pipelines – is verbonden.
5. Waarom willen mensen graag geloven in de ontmaskerende werking van leugendetectoren zoals
stemanalyse-apparaten?
- Dat heeft te maken met het pitbullfanatisme waarmee fabrikanten hun waren aanprijzen en
beschermen tegen kritiek, maar de kern is dat mensen graag willen geloven dat er apparaten
bestaan waarmee je slechteriken kunt ontmaskeren. We willen leven in een overzichtelijke
wereld.
Richtvragen week 2
Het hoorcollege
1. Wat wordt verstaan onder een goed verhaal?
- Een goed verhaal beschrijft niet alleen hoe het delict gepleegd wordt en door wie, maar legt
ook uit hoe de dader onder de gegeven omstandigheden in een zodanige lichamelijke en
geestelijke toestand kon komen dat hij het delict pleegde. Het idee moet ontstaan: “Dit soort
mensen doet onder deze omstandigheden dit soort dingen.”
2. Wat wordt verstaan onder de theorie van Verhaal en Verankering?
- De rechter gaat uit van een passend verhaal/scenario en gaat vervolgens op zoek naar
daarbij passende bewijsmiddelen om het verhaal te kunnen verankeren. Er moet dus een
verhaal zijn waarbij de feiten verankerd kunnen worden.
3. Leg de stelling uit, dat een goed verhaal de helft van een veroordeling is.
- Een goed verhaal van het openbaar ministerie is het halve bewijs, de andere helft wordt
gevormd door verankering van elementen van dat verhaal in de werkelijkheid met behulp
van bewijsmiddelen. Het verhaal wordt dus als uitgangspunt genomen en het bewijs vult het
verhaal aan.
4. Verklaar waarom in de zaak-Rijkbloem iemand veroordeeld werd ondanks het gebrekkige bewijs.
- Omdat het bewijs dat er was, goed in het verhaal van het om paste. Verder was er een
tunnelvisie, omdat de moeder van Nicole en Nicole zelf niet werden gefouilleerd. De focus
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xmelanievandijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.