100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
week 2 - wg uitwerkingen (jaarwinst) $3.76   Add to cart

Answers

week 2 - wg uitwerkingen (jaarwinst)

1 review
 43 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

uitwerkingen week 2 (onderwerp: jaarwinst) vak: verdieping belastingrecht (voorheen: belastingrecht II) minor: fiscaal recht

Preview 2 out of 6  pages

  • December 15, 2019
  • 6
  • 2019/2020
  • Answers
  • Unknown

1  review

review-writer-avatar

By: casmensing • 4 year ago

avatar-seller
Vraagstuk Jaarwinst en Stakingswinst

Casus 1
De heer Gerver is een zelfstandig gevestigde notaris. De navolgende feiten doen zich voor:
1) Gerver huurt een kantoorpand voor € 48.000 per jaar. De verhuurder van het pand,
mevrouw Klein, doet aan Gerver een voorstel dat deze 8% korting krijgt op de huur over
2017 indien Gerver deze huur nog in 2016 betaalt. Gerver accepteert het aanbod en
betaalt de huur over 2017 in 2016.
2) Begin januari 2016 verkoopt Gerver zijn tot het ondernemingsvermogen behorende auto
voor € 13.000. De fiscale boekwaarde van de auto ten tijde van verkoop is € 10.000. Hij
koopt meteen een nieuwe auto voor € 30.000. Deze auto wordt eveneens tot het
ondernemingsvermogen gerekend.

a) Beschrijf de gevolgen voor de inkomstenbelasting voor de heer Gerver betreffende de
hiervoor vermelde feiten.

Meneer Gerver is een onderneming in de zin van art. 3.5 IB. Hij moet dus belasting betalen
over zijn winst uit onderneming en moet een ondernemingsbalans opstellen. Hij huurt het
pand dus deze wordt niet op de balans gezet, maar huurkosten mogen in aftrek gebracht
worden.
Volgens art. 3.25 IB moet meneer Gerver zijn jaarwinst bepaald worden aan de hand van
goed koopmansgebruik, met inachtneming van een bestendige gedragslijn.

Het goedkoopmansbeginsel bestaat o.a. het realiteitsbeginsel/matchingsbeginsel en dat
zegt dat je resultaten moet toerekenen aan het juiste jaar. Gerver betaalt de huur over 2017
in 2016 dus deze kosten mogen volgens het realiteitsbeginsel pas in 2017 in aftrek worden
gebracht  toerekenen aan juiste periode (matchingsbeginsel)

De auto behoort tot het ondernemingsvermogen en komt dus op de balans te staan. De
auto staat op de balans voor 10.000 en verkoopt hij voor 13.000; hij maakt dus winst van
3.000 deze wordt o.g.v art. 3.8 IB in de winst betrokken.

Wat doet hij met 3.000 winst?
Optie 1: afrekenen over de winst.
Optie 2: herinvesteringsreserve (art. 3.54 IB)  deze 3.000 winst wordt gestopt in een
reserve en op het moment dat hij een nieuw bedrijfsmiddel koopt, in casu doet hij dit 
auto voor 30.000, kan hij de reserve in mindering brengen van de aanschafkosten
Herinvesteringsreserve kan alleen gevormd worden als er een voornemen tot
herinvestering bestaat
Herinvestering moet binnen 3 jaar gebeuren anders valt deze reserve vrij ten laste van de
winst en moet er alsnog over worden afgerekend


voorbeeld
Stel je koopt een auto van 12.000 euro kan je dan de volledige HIR gebruiken?
Nee, mag maximaal vrijvallen tot oude boekwaarde
Dus auto komt op balans voor 10.000 (12.000 – 2.000) en HIR zal 1.000 zijn (3.000 – 2.000)

, Voorbeeld
Stel auto is niet verkocht maar auto is afgebrand en heb je een uitkering gehad van
verzekeraar voor €13.000
Kan HIR worden gevormd?  JA, zie art. 3.54 IB (HIR mag gevormd worden voor een bedrag
van uitkering – boekwaarde)


b) Wat zijn de gevolgen voor de inkomstenbelasting voor mevrouw Klein ter zake van de
ontvangen huur?

Als ze alleen dit pand verhuurt dan komt het pand terecht in box 3 in de
rendementsgrondslag

Verhuurt ze meerdere panden dan zou zij als ondernemer aangemerkt kunnen worden
en worden de verhuuropbrengsten aangemerkt als winst uit onderneming en moet ze
daarover belasting betalen.
 dan zou ze winst ook overeenkomstig art. 3.25 IB moeten bepalen

Ze heeft met meneer Gerver een korting afgesproken  waardoor ze minder winst krijgt
 huuropbrengst aangeven in het jaar waarop het ziet; dit is in casu 2017

voorzichtigheidsbeginsel moet je in aanmerking nemen voor de korting die zij verleend;


Casus 2
De heer Mens is een zelfstandig gevestigde accountant. In 2015 koopt hij een kantoorpand
van € 500.000. Hij wil op dit kantoorpand afschrijven en wel volgens de degressieve
methode. In 2016 wil hij aan het pand onderhoud laten verrichten. Het betreft een uitgave
van € 60.000. Hij kan dit bedrag echter nog niet betalen en dus besluit hij (in 2016) om het
onderhoud pas in 2019 te laten uitvoeren.

Geef gemotiveerd aan wat de gevolgen zijn van de hiervoor beschreven feiten voor de fiscale
winst van de onderneming van de heer Mens.

Meneer mens is een ondernemer in de zin van art. 3.5 IB en wordt belast over zijn winst uit
onderneming. Tevens moet hij een ondernemingsbalans op stellen.

Pand komt op de ondernemingsbalans te staan voor €500.000

Degressieve afschrijvingsmethode: het bedrag dat wordt afgeschreven wordt steeds lager.
Bijvoorbeeld als je elk jaar een vast percentage van de boekwaarde afschrijft.
Methode van afschrijven moet wel in lijn zijn met de goedkoopmansmethode (art 3.25 IB)
Hij moet afschrijven omdat het pand steeds minder waard wordt (art. 3.30 IB)

voor afschrijvingen van panden is de degressieve methode NIET toegestaan
o.g.v. goedkoopmansgebruik is degressief afschrijven op panden niet toegestaan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoyaboers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.76
  • (1)
  Add to cart