op het einde van het doornemen van deze samenvatting kan je:
-Je kan verschillende elementen van de beginsituatie toelichten gebruikmakend van vaktaal.
-Je kan aangeven in welke zin leerlingen in een klas van elkaar kunnen verschillen en in welke mate deze verschillen het lesverloop kunnen beïnvlo...
1. Een verkenning van de beginsituatie
1.1. Omschrijving
De context of beginsituatie waarmee een leerkracht bij het overdenken van een lesvoorbereiding dient
rekening te houden wordt omschreven als ‘het geheel van persoonsgebonden en situationele
aanvangsfactoren die bepalend zijn voor de leerprocessen van leerlingen in de onderwijssituatie.’
diegene die aan de onderwijsleersituatie vooraf gaan
Beginsituatie is bepalend voor alle andere componenten van het didactisch referentiekader
= contextualiteit
Onderwijs = een continu proces van verandering → aanvangsfactoren ook voortdurend in beweging
beginsituatie = dynamisch gegeven
Niet alle aanvangsfactoren zijn even bepalend voor het lesverloop:
wel beïnvloedende factoren
o leerlingkenmerken: 50%
o lerarenkenmerken: 30%
o medeleerlingen, school, ouders: 5 – 10%
overige factoren
o maken een heel klein deeltje uit van de beginsituatie
Als leerkracht: niet op elk van deze factoren een invloed
soms kan je veel invloed hebben, anders helemaal geen
sommige factoren zijn dynamisch, andere bijna statisch
1.2. Leerlingkenmerken
Merendeel van de beginsituatie wordt bepaald door de leerlingkenmerken
‘De leerling staat centraal’
1.2.1. Voorkennis
Voorkennis = geheel van feiten, begrippen, principes en procedures waarover een leerling reeds
beschikt wanneer hij de onderwijsleersituatie betreedt.
Nieuwe kennis moet aansluiten bij aanwezige kennis → belangrijk om te weten over welke
voorkennis de leerlingen beschikken.
kennis wordt gestructureerd in
hersenen en moet op gepaste
momenten beschikbaar zijn
dynamisch → veranderbaar
Leren onderwijzen didactische beginsituatie 1
, VOORBEELD:
Wanneer de leerkracht tijdens een les Frans dus het gebruik van het werkwoord ‘être’ uitlegt, kan hij
daarop beroep doen op de les Nederlands waarin hij bij de zinsontleding het gezegde uitlegde. Dat
vergemakkelijkt het proces.
Marie heeft een Nederlandstalige moeder en Franstalige vader. Thuis wordt er voornamelijk in het
Nederlands gesproken, maar met haar grootouders langs vaders kant spreekt Marie Frans.
Eerste voorbeeld: de voorkennis is in de klas voor iedereen quasi hetzelfde
Tweede voorbeeld: de voorkennis ligt bij één specifieke persoon
Bedenking: leerlingen die beschikken over een (te) grote hoeveelheid aan voorkennis
van bepaalde leerinhoud gaan nauwelijks nog actief denken
1.2.2. Zone van Naaste Ontwikkeling (ZNO)
- Kijken naar wat een kind kan leren en niet enkel naar wat het al kan
- Leerlingen uitdagen door het niveau dat net boven hun actuele niveau ligt
- Onderscheidt tussen
o ‘actuele’ beginsituatie (ZAO) → wat het kind zonder hulp kan
o ‘toekomstige’ beginsituatie (ZNO) → wat het kind kan onder begeleiding
= leerlingen hebben meerdere talenten
Kritiek:
- Onderwijs heeft als taak om talenten
- Geen vaststaand gegeven
verder te laten ontwikkelen
(beïnvloedbaar)
- Maar ook om leerlingen zich te laten
- Niemand is over de hele lijn ‘slim’ of
ontwikkelen op terreinen waarop ze
‘dom’
minderen ‘intelligent’ zijn
1.2.4. Gender
Gender = de geslachtsidentiteit die iemand heeft
uit studies blijkt dat jongens minder goed scoren dan meisjes en dat jongens het secundair onderwijs
verlaten met een schoolse achterstand of zonder diploma → jongens zijn niet minder intelligent
VERKLARING: jongens en meisjes zoeken op een andere manier veiligheid op school
JONGENS: gaan zich competitief gedragen t.o.v. anderen, los van de
leerkracht.
MEISJES: stemmen zich af op wat de leerkracht van hen verwacht
Genderneutraliteit = gegeven dat in onderwijs moet nagestreefd worden
belangrijke voorwaarde: bewuste houding leerkracht
Leren onderwijzen didactische beginsituatie 2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gellensmargot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.