PSYCHISCHE KWETSBAARHEID
HOOFDSTUK 1: VISIE OP PSYCHISCHE KWETSBAARHEID
1. Kwetsbaarheid, veerkracht en psychisch lijden
Psychische kwetsbaarheid = een verhoogde kans om problemen te ontwikkelen bij stress
➢ Iedereen is kwetsbaar: PSK is een continuüm + iedereen heeft copingmechanismen
➢ Stress = sterk bepaald door de omgeving
Veerkracht = persoonlijkheidskenmerk dat je in staat stelt om negatieve effecten van stress te modereren + je
mogelijkheden tot adaptie vergroot. Het bepaalt hoe groot de impact is op jou bij stress/tegenslagen
Wanneer kwetsbaarheid langdurig/ernstig is of stress te hoog is:
➢ Functioneren wordt beperkt: psychisch lijden/psychische klachten
Geestelijke gezondheid (WHO) = toestand van welzijn waarin iemand hun eigen capaciteiten realiseert, normale
spanningen van het leven aankan, productief en vruchtbaar kan werken en in staat is om een bijdrage te leveren
aan hun gemeenschap (= meer dan afwezigheid van psychische klachten)
1.1. Van psychopathologie naar psychische gezondheid
Psychopathologie = leer van stoornissen van het psychisch functioneren (behandeling en voorkomen ervan)
➢ Verschillende disciplines werken samen (psychologie, neurologie, hormonenleer, …)
➢ Psychiatrie = de toegepaste wetenschap ervan → verwijst naar de kunde / praktijkervaring
- Leggen de nadruk op ziekte / stoornis
Nu: meer klemtoon op psychisch welbevinden → heeft 3 componenten
1. Emotioneel welbevinden subjectieve ervaring van het welbevinden
2. Psychologisch welbevinden effectief functioneren in de zin van zelfrealisatie
3. Sociaal welbevinden effectief functioneren in de maatschappij
1.2. Psychisch lijden
= geen identiteit (‘ik ben’), wel kwetsbaarheid die periodiek problematisch kan zijn (‘ik heb last’)
➢ Die kwetsbaarheid is normaal en is differentieel verspreid over de bevolking
➢ Psychisch lijden is gecontextualiseerd: genetisch + interactie met omgeving
1.3. Kwetsbaarheids-stressmodel
Psychische klachten komen voort vanuit interactie tussen…
1. Onderliggende kwetsbaarheid
- Kwetsbaarheden = factoren die iem. gevoeliger maken, waardoor ze minder goed met bepaalde
ervaringen kunnen omgaan of er negatieve betekenis aan toekennen
2. Persoonlijke beschermende factoren
- Beschermde factoren = factoren die mensen weerbaarder maken en ervoor zorgen dat bepaalde
ervaringen hen niet uit evenwicht brengen / voor problemen zorgen
3. Context
Iemand m/ hoge kwetsbaarheid = bij weinig stress al klachten
Iemand m/ lage kwetsbaarheid = kan best veel stress aan zonder klachten
,1.3.1. Dynamisch kwetsbaarheids-stressmodel
= verfijnder model dan het vorige, zegt eigenlijk hetzelfde
➢ Je kan dit samen met cliënt opmaken, zo komen problemen én
krachten in beeld
➢ Punt ‘toeval’ slaagt op pech of juist geluk
1.3.2. Diathese-stressmodel
= balans van draagkracht en draaglast
➢ Interne (puberteit) vs. externe (corona) stressors
➢ Als je niet kan doen aan stressoren, dan moet je
werken aan de draagkracht van een persoon
Bv. corona: stressoren namen toe, draagkracht/coping nam
af (bv. eens gaan fitnessen om stoom af te laten kon niet
meer, eens op café met vriendinnen kon niet meer)
2. Evolutie van de visie op psychische kwetsbaarheid
Van… Naar…
Medisch model + deficit denken (denken vanuit Eco-bio-psycho-sociaal model en
problemen, niet-kunnen) burgerschapsdenken
Genezing: doel = klachtenreductie Herstel/rehabilitatie: doel = quality of life
Behandeling van ‘afwijkend’ gedrag Bevordering van welbevinden en veerkracht
Individuele aanpak Public mental health, vermaatschappelijking zorg
Categoriaal en classificerend denken Dimensioneel en transdiagnostisch denken
Rigide kader Evidence-based en eclectisch werken
2.1. Vermaatschappelijking van zorg voor psychisch kwetsbare mensen
= kwetsbare mensen zinvolle plek geven + waar nodig ondersteunen + zoveel mogelijk in de gemeenschap
1. Balanced care
2. Federaal: artikel 107 (2010)
3. Vlaams: Vlaams decreet geestelijke gezondheidszorg
2.1.1. Balanced care
= evenwichtige zorg: we geven niet meer ondersteuning dan nodig
- Meer online, ambulant, mobiel - Ondersteuning v/ werk, opleiding, vrije tijd
- Ziekenhuis in 1e instantie bij acute opname - Respect voor rechten v/d mens
- Langetermijn wonen in de SL - Mobiele zorg wanneer nodig
2.1.2. Artikel 107 van de ziekenhuiswet
= meer samenwerking in zorgnetwerken
1. Zorgcoördinatie, indien nodig casemanagement
- Zorgcircuits = volledig GGZ-aanbod voor specifieke leeftijdsdoelgroep voor PmPSK
, 2. Netwerken (tussen voorzieningen) met stepped care
- Stepped care = zorg bieden op de plaats en in de mate dat de cliënt het nodig heeft
(verschillende stapjes/fasen in de zorg aangeboden)
3. Meer participatie, patiëntgerichtheid, integratieve benadering, beddenreductie
2.1.3. Vlaams decreet geestelijke gezondheidszorg
= verschillende vormen van zorg die geïntegreerd worden
2.2. Voorbeelden
2.2.1. Shared decision making
= aanpak waarin hulpvrager en -verlener hun beste kennis delen in een besluitvorming-proces waarbij cliënt
aangemoedigd wordt om v. opties te overwegen, zijn voorkeuren te bepalen en samen met de hulpverlener een
eindkeuze te maken: praten over…
1. Het feit dat er keuzes zijn 3. De beslissing/eindkeuze
2. De opties
2.2.2. Mantelzorg: toepassingen
Familiereflex = richtlijn om naasten te erkennen als partners in de zorg
➢ Bij elke individuele ondersteuningsvraag het netwerk in beeld brengen
Resourcegroepen = groepen (in)formele zorgers die samenwerken rond 1 persoon met PSK
Lotgenotencontact en begeleiding via KOPP-groepen, brussengroepen, …
2.2.3. Public mental health perspectief
Doel = nurturing society / community of caring (zorgende samenleving)
➢ Gezondheidsdoelen voor hele SL (momenteel in Vlaanderen: suïcide doen dalen)
➢ Evolutie van sick care naar health care
- SC = het doel is afwezigheid van symptomen
- HC = het doel is mensen in staat stellen betekenisvolle doelen te stellen
Concreet:
1. Preventie en vroegtijdige interventie (focus op kinderen + jongeren)
2. Laagdrempelig groepsaanbod (eerste lijn)
3. Interventies op vindplaatsen (bv. school, jeugdbeweging, …)
4. Gebruik van objectieve criteria zoals cijfermateriaal
3. Classificatie en diagnostiek
“Een psychische stoornis is een betekenisvol gedrags- of psychologisch syndroom of patroon dat bij een
persoon voorkomt en dat gepaard gaat met…”
1. Leed (pijnlijke symptomen) of;
2. Onvermogen (aantasting van functioneren) of;
3. Duidelijk toegenomen kans op dood of;
4. Betekenisvol verlies van vrijheid
, Classificatiesystemen beschrijven:
1. Welke psychiatrische stoornissen er bestaan
2. Hoe deze psychiatrische stoornissen worden herkend
3. Hoe psychiatrische stoornissen van elkaar onderscheiden kunnen worden
3.1. Onderscheid classificatie en diagnostiek
In de hulpverlening gaat men kijken…
➢ Wat er met een persoon aan de hand is = classificatie
➢ Hoe dit probleem/deze stoornis is ontstaan = diagnostiek
Praktijk: deze 2 activiteiten lopen door elkaar → maar ze verschillen wel degelijk van elkaar (in de praktijk soms
moeilijker om uit elkaar te houden)
3.1.1. Diagnostiek
Classificatie geeft nooit volledig beeld van functioneren v/iemand: moet in kaart worden gebracht
Een goede diagnose omvat:
➢ Kenmerken die iemand gemeenschappelijk heeft met anderen: die passen binnen een classificatie
➢ Individuele kenmerken zoals risico- en beschermingsfactoren, contextgegevens, geschiedenis, …
Bij diagnosticeren zijn volgende vragen belangrijk:
1. Waarom heeft deze persoon deze problemen op dit moment gekregen?
2. Waarom heeft deze persoon juist deze problemen / klachten gekregen?
3. Welke positie neemt deze persoon in zijn omgeving in?
3.1.2. Classificatie
= waarnemen → kennis gebruiken (hoe kan ik het vereenvoudigen) → onderscheid maken tussen categorieën
Syndroom = groep of samenhangend geheel van symptomen (treden dikwijls samen op)
Symptoom = uiting, signaal of kenmerk van onderliggende psychiatrische ziekte of syndroom
Klinisch beeld = geheel van uitingen o.b. waarvan een stoornis kan worden vastgesteld (verschijningsvorm)
Categoriale vs. dimensionele benadering
Categoriale classificatie = psychische stoornissen worden onderverdeeld in duidelijk afgebakende klassen die
geen overlappingen vertonen met anderen (alles of niets)
➢ Strikte afbakening is in praktijk niet mogelijk
➢ Personen met PSK zijn zelden in een strak omschreven klasse te plaatsen
Dimensionele classificatie = stoornis wordt volgens het meer of minder voorkomen van bepaalde eigenschappen
gesitueerd op een dimensie of continuüm
➢ Beantwoordt meer aan realiteit bij PSK
3.2. Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
= DSM-5 = vooral een categoriaal systeem, met enkele dimensionele toevoegingen
➢ Individuen hoeven niet perse alle kenmerken v/d stoornis te hebben om tot een categorie te behoren
➢ Voor sommige stoornissen: onderscheid kernsymptomen en bijkomenden
Naast deze categoriale classificatie: mogelijkheid om ernst v/stoornis aan te geven (=dimensioneel)
3.2.1. Doelstellingen van de DSM
1. Classificatiesysteem niet gebaseerd is op verklaringsmodel: onderscheid tss categorieën o.b.v. gedrag
2. Eenduidige en betrouwbare diagnostische categorieën
3. Een internationaal aanvaard classificatiesysteem
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller milapeeters1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.01. You're not tied to anything after your purchase.