100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alle artikelen Onderwijspedagogische Visies $3.79   Add to cart

Summary

Samenvatting Alle artikelen Onderwijspedagogische Visies

 169 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van alle artikelen en de hoofdstukken van Kliebard.

Preview 4 out of 44  pages

  • No
  • Hoofdstukken 1, 2, 3, 4 en 7
  • December 16, 2019
  • 44
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Onderwijspedagogische visies

Week 1: Inleiding

Ons Onderwijs 2032. Eindadvies
Platform Onderwijs2023 (2016)
• Platform Onderwijs2032: in 2015 door staatssecretaris Sander Dekker in het leven geroepen met
als opdracht een advies aan het kabinet te schrijven.
- Onderzoeksvraag: welke kennis en vaardigheden hebben leerlingen in het primair en
voortgezet onderwijs nodig om volwaardig in de (toekomstige) samenleving te participeren?
• Drie hoofddoelen onderwijs:
1) Kennisontwikkeling
2) Persoonsvorming
3) Maatschappelijke toerusting
• Kenmerken toekomstgericht onderwijs
1) De leerling ontwikkelt kennis en vaardigheden door creativiteit en nieuwsgierigheid in te
zetten
2) De leerling vormt zijn persoonlijkheid
3) De leerling leert omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid en over grenzen heen te
kijken
4) De leerling leert de kansen van de digitale wereld te benutten
5) De leerling krijgt betekenisvol onderwijs op maat
• Een nieuwe koers: is nodig in het onderwijs om leerlingen die nu voor het eerst naar school gaan
de kennis en vaardigheden mee te geven die ze nodig hebben wanneer ze in 2032 aan hun
volwassen en werkende leven beginnen.
- Hoe? een beter evenwicht tussen de drie doelen van het onderwijs
• Kerncurriculum: hierin moeten de basis kennis en vaardigheden vastgelegd worden.
- Verplichte onderdelen: Nederlands, Engels, rekenvaardigheid, digitale geletterdheid en
burgerschap
- Drie kennisdomeinen:
1) Mens & maatschappij
2) Natuur & technologie
3) Taal & cultuur
• Vakoverstijgende vaardigheden:
1) Leervaardigheden
2) Creëren
3) Kritisch denken
4) Probleemoplossend vermogen
5) Samenwerken

,Kennis zit niet meer in je hersenen
Truijens (2015)
• Een reactie op het adviesrapport van Onderwijs2032.
• Goede punten van rapport:
- De gedachte dat leraren hun opleiding en hun professie centraal moeten staan.
- Leraren mogen best wat minder uren voor de klas staan.
• Kritiek op rapport:
- Er is te weinig aandacht voor wat we kinderen gaan bijbrengen en waarom.
- Het rapport is niet inspirerend en toont weinig visie op onderwijs.
- Het idee dat kennis er in onze gedigitaliseerde tijd minder toe doet en onderwijs hier minder
aandacht aan moet besteden, is onjuist. Kennis is wat anders dan informatie. Het gaat niet
om feiten, maar om het begrijpen van hun samenhang.
- School moet niet de ‘persoonlijkheid’ van leerlingen kneden.
• Verbeterpunten:
- De vraag moet zijn ‘wat gaan we kinderen onderwijzen’, niet ‘wat gaan we kinderen leren’.
- Onderwijs moet niet kneden, maar helpen vormen


Week 2: Onderwijspedagogische tradities: humanisme en kindgerichte
pedagogiek

The struggle for the American curriculum – Ch.1: Curriculum ferment in the 1890s
Kliebard (2004)
I
• Veranderende onderwijsvisie: van tastbare aanwezigheid van de leraar, naar kennis en waarden
op afstand, opgenomen in het curriculum
- Voor 1890: leraar centraal in het Amerikaanse onderwijssysteem
- Na 1890: veranderende visie op de rol van scholing. Scholen werden een kritische
bemiddelende instelling tussen de familie en de onpersoonlijke sociale orde: overbrengen
van normen en gedragingen
• De discussie over het curriculum ontstond niet plotseling
- 1800-1830: zorgvuldige uitsplitsing van het studieprogramma in standaardeenheden. Het
grootschalige gebruik van populaire tekstboeken, was van grote invloed op het curriculum.
Dit leidde tot een toenemende nationalisering van het curriculum.
- 1856-1864: het verdelen van leerlingen over verschillende niveaus voor elke studie
• Nieuwe bewustzijn in Amerikaanse maatschappij (vanaf 1890): van een relatief geïsoleerde, op
zichzelf staande gemeenschap, naar een stedelijke, industriële natie. Twee factoren:
1) Groei van journalistiek, tijdschriften, kranten en boeken
2) De opmars van spoorwegen → gestandaardiseerd tijdzones, nieuwe industrieën en markten
en veranderende sociale houdingen
• Sociale veranderingen:
- Verdubbeld aantal inwoners Amerika door komst migranten
- Groei van de steden

, - Psychologische spanning: wat voor Amerika willen we worden?
→ 1893: paniek en economische depressie → zorgen over en reflectie op wat kinderen moeten
leren
• Curriculum van 1890: gekenmerkt door mentale discipline. Gebaseerd op:
- Christian Wolff: had een zorgvuldig uitgewerkte reeks van bevoegdheden/mogelijkheden
(faculties) die verondersteld werden de menselijke geest te omvatten. Deze mogelijkheden
konden verder ontwikkeld worden door bepaalde manieren van onderwijs. De mentale
spieren konden getraind worden door “mentale gymnastiek”.
- Dus zij waren in staat om een manier uit te werken om hardnekkige problemen aan te
pakken die opvoeders en filosofen eeuwenlang in verwarring hebben gebracht: de analogie
van geest en lijf.
- Er werd verondersteld dat er een natuurlijk volgorde was voor het ontstaan van die
mogelijkheden en als die volgorde werd gevolgd, een goede volgorde in het curriculum werd
geformuleerd.
- De waaier van mogelijkheden vormde een basis voor het bepalen van de reikwijdte van het
curriculum. Een ideaal curriculum bevat all-round mentale fitness: meerdere “spieren” van
de geest moeten worden ontwikkeld.
• Rapport Yale (1828): belangrijk rapport over 19e-eeuwse mental disciplinarianism. Twee
hoofdfuncties van onderwijs:
1) Discipline of the mind: denkmogelijkheden versterken
2) Furniture of the mind: kennis en vaardigheden
- Idee was: de geest/het brein is vergelijkbaar als een spier (metafoor). Later: de geest is een
spier (letterlijk)
- Gevolg: monotone oefening, harde disciplines, hersenloze voordracht.
• Uit elkaar vallen opvatting brein als spier (1890): als het brein echt als een spier zou zijn,
waarom zouden we die dan niet op een groot aantal verschillende onderwerpen kunnen
uitoefenen i.p.v. de beperkte set die gewoonlijk werd voorgeschreven?
• Verschillende belangengroepen: concurreren voor dominantie over het curriculum
(verschillende onderwijspedagogische visies)
• Dus vanaf 1890:
- De theorie over de geest als spier verdwijnt langzaam
- Verschillende belangengroepen willen het curriculum bepalen
- Massale instroom van nieuwe studenten. Waarom is onduidelijk.
→ Is er een nieuw curriculum nodig dat aansluit bij de nieuwe maatschappij?
II
• National Education Association’s Committee of Ten (1892): opgericht omdat directeuren van
middelbare scholen al jaren klaagden over het feit dat verschillende hogescholen verschillende
toelatingsvoorwaarden voorschreven. Dit maakte het moeilijk leerlingen voor te bereiden op de
hogeschool van hun keuze.
- Leidde tot bredere principekwesties: zoals welk curriculum wenselijk zou zijn
• Eliot: oefende veel invloed uit als voorzitter van de commissie. Hij was een humanist en een
mentaal disciplinair.

, - Voorstander van de systematische ontwikkeling van het redeneervermogen in scholen. Wat
er in scholen gebeurde had echter niks met de rede te maken.
- Redeneervermogen: een proces van nauwkeurig observeren, juiste aantekeningen maken
van de observaties, classificatie en categorisatie, en ten slotte het maken van correcte
conclusies.
- De kracht om je gedachten en bedenkingen duidelijk, beknopt en overtuigend uit te drukken,
was een taak van de school.
- Hij dacht dat elk onderwerp dat gedurende een langere periode bestudeerd kon worden,
een onderwerp was voor het onderwijs.
- Maar in overleg met de commissie werd het volgende besloten: een keuze uit vier
verschillende studierichtingen (terwijl Eliot voorkeur gaf aan een systeem van keuzevakken).
Er zou geen onderscheid worden gemaakt tussen studenten die zich voorbereiden op de
universiteit en studenten die zich voorbereiden op “het leven”. Alle studenten, ongeacht hun
bestemming, hadden recht op de beste manier van lesgeven.
• Humanisme:
- De oudste opvatting. Taken van het onderwijs zijn:
▪ Ontwikkelen van de rede: vermogen om zelfstand te denken en een oordeel te vellen
(reasoning power)
▪ Doorgeven van verworvenheden westerse beschaving: vorming door bepaalde vakken:
grammatica, kunst & literatuur, wiskunde, geografie en geschiedenis
▪ Voor alle kinderen hetzelfde/geen onderscheid naar achtergrond
III
• Kritiek op rapport door Hall: hoorde bij de tweede traditie, namelijk de kindgerichte pedagogiek:
gaat er vanuit dat de natuurlijke volgorde van ontwikkeling in het kind de meest significante en
wetenschappelijke basis is voor het bepalen van wat er geleerd moet worden. Leraren
verwachtten te veel van leerlingen. Kinderen moeten getoetst worden in het onderwijs. Kritiek
van Hall op humanisme:
- De schoolpopulatie is te variabel om een gemeenschappelijk curriculum waar te maken
- Verwerpt het standpunt dat alle vakken van gelijke educatieve waarde zijn als ze even goed
worden onderwezen
- Leren voor het leven, is hetzelfde als leren voor de les
• Kindgerichte pedagogiek:
- Onderwijs moet aansluiten bij het (wetenschappelijk vast te stellen) natuurlijke
ontwikkelingsverloop van het kind.
▪ Universalistisch naturalisme: elk kind doorloopt dezelfde ‘natuurlijke’
ontwikkelingsstadia
▪ Particularistisch naturalisme: elk kind heeft een eigen, individuele, specifieke aard en
aanleg. Dit maakt een vast curriculum onmogelijk!
IV
• Veel kritiek op de Committee of Ten, leidde tot een nieuwe commissie: Committee of Fifteen. Zij
maakten een nieuw curriculum, o.l.v. Harris.
- De 15 leden van de commissie werden verdeeld in 3 subgroepen, die zich elk bezighielden
met een ander onderdeel van het basisonderwijs.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophierosasmit. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.79  8x  sold
  • (0)
  Add to cart