Bijvoorbeeld: gegeneraliseerde (=door het hele lichaam) aandoeningen als:
Skeletdysplasie = dysvorming van het skelet
Achondroplasie, valt onder skeletdysplasie = dwerggroei
Multiple exostosen, botuitgroei/uitstulpsels
Multiple enchondromen = kraakbeen gezwellen
Syndroom van down; hypotonie, afwijking in cervicale wervelkolom
Aangeboren contracturen = gewrichtsstandafwijking, door groei van extra
bindweefsel.
Syndroom van Marfan
Verworven aandoeningen in de loop van je leven ontwikkeld
Kan door trauma of door surmenages (door overbelasting).
Trauma bijvoorbeeld fracturen (ontstaanswijze)
• Direct trauma
- pareerfractuur afweerfractuur (manier van ontstaan)
- comminutieve fractuur verbrijzeling
- penetrerende verwondingen bijv. door mes of kogel
• Indirect trauma
- avulsiefractuur als pees het bot stuk scheurt
- compressiefractuur door te grote druk, vaak in de wervelkolom
- angulatiefractuur als er door de breuk in hoek in je bot ontstaat
- torsiefractuur door draaiing
• Andere oorzaken
- onderliggende botziekte bv osteoporose
- stressfractuur door overbelasting
1
, Bijvoorbeeld door surmenages (overbelasting)
Osteochondrose, groep van verschillende aandoeningen aan het bot.
Artrose
Bot- en gewrichtsinfecties
Metabole skeletziekten
Tumoren
Differentiele diagnose Een differentiële diagnose is een lijst van mogelijke aandoeningen waaraan
een bepaalde patiënt zou kunnen lijden, gegeven de klachten en symptomen die op dat moment
bekend zijn. Een differentiële diagnose wordt dus gesteld wanneer twee of meerdere ziekten het
ziektebeeld kunnen verklaren en het nog niet mogelijk is tot een definitieve diagnose te komen.
Verder onderzoek zal erop gericht zijn één of meerdere elementen van de differentiële diagnose uit
te sluiten tot uiteindelijk liefst slechts één mogelijkheid overblijft. (bron: wiki)
Verwerkingsopdracht
Bestudeer de PPT en de bronnen (hoofdstuk 7, 14 en 17 uit Orthopedie).
OAC 2 Anatomie, osteologie en artrologie van de schoudergordel (KT)
Echte gewrichten
- Art. Sternoclavicularis (SC-gewricht) = zadelgewricht
o Kop en kom hangen af van de beweging. Komt doordat het een zadelgewricht is,
beide kanten hebben zowel een kop als een kom. Kunnen dus omdraaien
o Bij elevatie/depressie: (bij andere bewegingen andersom)
Kop = facies articularis sternalis
Kom = incisura clavicularis
- Art acromioclavicularis (AC-gewricht) = vlak gewricht
o Geen duidelijk kop en kom aan te wijzen omdat het een vlak gewricht is, zijn 2
vlakken op elkaar.
Kop/kom = facies articularis clavicularis
Kop/kom = facies articularis acromialis
- Art humeri / glenohumerale = kogelgewricht
o Kop = caput humeri
o Kom = cavitas gleniodialis
o Anteflexie/retroflexie, endorotatie/exorotatie, abductie/adductie
Facies articularis ..... zitten altijd op het tegenoverliggende bot. Dus de facies articularis sternalis, zit
niet op het sternum maar op de clavicula.
Bewegingen schouderblad, schouderblad beweegt tov de thorax.
- Elevatie / depressie; omhoog of omlaag halen van het schouderblad. Is een translatie, is dus
geen as aan te wijzen (as is alleen met een rotatie).
3
, - Retractie / protractie; naar elkaar brengen van de schouderbladen, schouder naar voren
brengen. Is ook een translatie beweging.
- Mediorotatie / laterorotatie; de angulus inferior draait naar mediaal of naar lateraal.
Ligamenten
AC-gewricht
- Lig. Acromioclaviculare (tussen acromium en clavicula)
SC-gewricht
- Lig. Interclaviculare (tussen de 2 clavicula’s, remt depressie)
- Lig. Costaclaviculare (tussen de ribben en de clavicula, remt elevatie)
- Lig. Sternoclaviculare anterius (tussen borstbeen en clavicula, remt retractie)
- Lig. Sternoclaviculare posterius (tussen borstbeen en clavicula, remt protractie)
OAC 3 Fysiologie, bindweefsel algemeen (KT)
Doelstellingen
Verschillende soorten weefsels:
Epitheelweefsel, vormt bekleding van lichaamsholten.
Spierweefsel
Zenuwweefsel
Bindweefsel; zorgt dat we niet uit elkaar vallen
Opbouw bindweefsel:
Alle typen bindweefsel bestaan uit collageen en elastine. Straf-regelmatig heeft het minste elastine,
straf-onregelmatig iets meer elastine en losmazig heeft het meeste elastine.
Straf-regelmatig: alle cellen liggen in 1 richting, dit bindweefsel wordt in maar 1 richting
belast, bijvoorbeeld pezen en ligamenten.
Straf-onregelmatig: vezels liggen in alle richtingen, het wordt in meerdere richtingen belast.
Bijvoorbeeld gewrichtskapsel.
Losmazig: vezels liggen verder uit elkaar en bevatten meer elastine, hierdoor kan het meer
meerekken.
Fasen bindweefselherstel:
Ontstekingsfase (0-5 dagen); rood, pijn, zwelling, warmte
Proliferatiefase (5-21 dagen); starten met bewegen op geleide van pijn (dan gaan vezels
beter op z’n plek liggen).
Consolidatie fase (21-60 dagen); belasting langzaam opvoeren
Organisatie, ombouwfase (60-360 dagen); tot 120 dagen blijft collageenproductie hoog.
Gedoseerde belasting.
Structuren (en functies) die samen de matrix vormen: vezels (collageen, elastine), gelachtige materie,
grondsubstantie (GAG’s en PG’s) en water.
De matrix zorgt voor: reguleren van het gedrag van de cellen die in de matrix liggen, beinvloeden hun
vorm, ontwikkeling, overlegving, verplaatsing, celdeling en functie.
4
,Terminologie
Bindweefsel in engere zin in smalle zin, specifieker, structuren die op elkaar lijken (bijvoorbeeld
epimysium, endomysium).
Losmazig, reticulair, straf-regelmatig, straf-onregelmatig,
(vetweefsel).
Bindweefsel in ruimere zin ruimer genomen, de verschillende componenten lijken niet op elkaar
(bijvoordeeld bot, kraakbeen en bloed).
Blasten is een cel die iets/bindweefsel aanmaakt.
Clasten is een cel die iets/bindweefsel afbreekt.
Cyten soort gepensioneerde blast, reserve blasten.
Macrofagen zorgen voor opruiming van lichaamseigen stoffen.
Leukocyten witte bloedcellen, ruimen lichaamsvreemde stoffen op.
Collageen meest voorkomende eiwit, trekvast, duidelijke ordening (lijnen),
binding door waterstofbruggen/crosslinks (maakt collageen sterker),
Elastine type bindweefsel met rekbare vezels (150%), geel, hoeveelheid
neemt af op latere leeftijd en bij roken.
Collageentypen type 1 = trekvast type 2 = drukvast
type 3 = voorloper type 1
Waterstofbruggen bindingen tussen collageenvezels, zijn zwakke bindingen die
makkelijk weggehaalt kunnen worden.
Crosslinks sterke bindingen die lang nodig hebben om gemaakt te worden, maar
blijven ook lang liggen.
Matrix omgeving waar de bindweefsel cellen in liggen. Vaak een soort gel
achtige substantie.
Vitamine C bevorderd aanmaak van collageen.
Cortisol stresshormoon, bevorderd de afbraak van collageen.
GAG’s glycosaminoglycanen
PG’s proteoglycanen
Innervatie door zenuw
Vascularisatie verbeterde doorbloeding
Ontstekingfase zie boven
Proliferatie fase zie boven
Consolidatiefase zie boven
Organisatie fase zie boven
Zelfstudievragen (nagekeken)
1. Wat is de functie van bindweefsel?
a. Zorgt ervoor dat we niet uit elkaar vallen. Binding en ondersteuning, bescherming,
isolatie, transport.
2. Hoe heet de cel die bindweefsel in enge zin bouwt?
a. Fibroblast
3. Hoe heet de cel die kraakbeenweefsel onderhoudt?
5
, a. Condrocyt
4. Hoe heet de cel die botweefsel afbreekt?
a. Osteoclast
5. Wat is de functie van macrofagen en leukocyten?
a. Macrofagen = opruimen lichaamseigen stoffen
b. Leukocyten = opruimen van lichaamsvreemde stoffen
6. Tijdens welke fase van bindweefselherstel is de rol van macrofagen en leukocyten het
belangrijkst?
a. Ontstekingsfase
7. Wat is het verschil tussen waterstofbruggen en crosslinks?
a. Waterstofbruggen zijn bindingen die vrij zwak zijn. Crosslinks duren langer om te
maken maar zijn dan ook veel sterker.
8. In welke fase van bindweefselherstel zijn de collageenmoleculen voornamelijk verbonden
met waterstofbruggen?
a. proliferatiefase
9. Bespreek de verschillen tussen de collageentypen 1, 2 en 3.
a. 1 = trekvast
b. 2 = drukvast
c. 3 = voorloper van type 1, minder sterk met dezelfde functie
10. In welke fase van bindweefselherstel wordt voornamelijk collageen type III aangemaakt?
a. Proliferatiefase
11. In welke fase van bindweefselherstel vindt crosslinking plaats?
a. Remodelleringsfase
12. Waarom is het belangrijk voor de patient om tijdens de proliferatiefase te bewegen?
a. Omdat de tijdens het neerleggen van collageen de crosslinks gaan vormen. Door te
bewegen gaan de collageen vezels in de juiste richting liggen en de crosslinks maken
ze dan vast in de juiste richting.
13. Welke rol speelt vitamine C bij het herstel van bindweefsel?
a. Vitamine C is nodig voor het vormen van crosslinks. Zonder vitamine C wordt is het
bindweefsel dus zwakker (uit zich in uitvallen van tanden etc, scheurbuik).
14. Wat is het gevolg van een afname van elastine op latere leeftijd (en als gevolg van roken)
voor de huid en voor de pees?
a. De huid en pezen worden minder soepel. De huid wordt slapper naar mate je ouder
wordt, dit komt door de afname van elastine in de huid.De huid gaat dan het
golvende patroon van de collagene vezels vertonen (rimpels). Roken verhoogd de
afbraak van elastine.
b. Het elastine in de pees zorgt voor de eerste krachtsopvang op de pees. Het elastine
zorgt ervoor dat de kracht gelijkmatig wordt overgedragen op het collageen,
waardoor collageen minder snel scheurt. Wanneer elastine afneemt, zal de pees
gevoeliger worden voor scheuren.
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller plip88. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.