100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Civiele rechtspleging: hoorcollege aantekeningen en jurisprudentie $8.69   Add to cart

Class notes

Civiele rechtspleging: hoorcollege aantekeningen en jurisprudentie

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hoorcollege aantekeningen en jurisprudentie van Civiele Rechtspleging. Collegejaar 2023/2024

Preview 3 out of 30  pages

  • September 21, 2024
  • 30
  • 2023/2024
  • Class notes
  • -
  • All classes
avatar-seller
WEEK 1 – INLEIDING BEWIJSRECHT

I. Inleidend
 Het civiele bewijsrecht is geregeld in 149 – 207 Rv.
 Bij bewijs gaat het om het verifiëren van informatie.
 Wanneer is een feit bewezen? Als de rechter tot de overtuiging is geraakt dat de gestelde
feiten waar zijn. Hoeft géén absolute zekerheid te zijn.
 Bewijs kan geleverd worden door álle middelen (152 lid 1 Rv).
o De bewijskracht is, behoudens uitzonderingen, aan het oordeel van de rechter
overgelaten. (152 lid 2 Rv).
 Indien een partij zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten, dan zal deze
partij alle feiten alle feiten dienen te stellen welke vereist zijn voor het intreden van de door
haar beoogde rechtsgevolgen!
o 24 Rv en 149 Rv.
o Uit de materieelrechtelijke regel kan worden afgeleid wát nu precies gesteld moet
worden.
 De wederpartij zal de door de eiser gestelde feiten moeten betwisten, bij gebreke van een
voldoende betwisting de door de eiser gestelde feiten als vaststaand beschouwd moeten
worden  149 lid 1 Rv.
o Worden de gestelde feiten wél voldoende betwist? Dan draagt de eisende partij,
behoudens uitzonderingen de bewijslast van deze feiten. (150 Rv).
o De rechter kan, indien een toereikend bewijsaanbod is gedaan, een bewijsopdracht
geven in een tussenvonnis. Hierin formulering van bewijsopdracht. (= interlocutoir
vonnis)
o Partij met bewijsopdracht draagt bewijsrisico. Bewijs niet geleverd? verlies zaak

Uitgangspunt van het bewijsrecht
 Aan de beslissing van de rechter mogen uitsluitend feiten ten grondslag gelegd worden die in
het geding aan hem ter kennis zijn gekomen of zijn gesteld eb die zonder of met
bewijslevering naar zijn oordeel vaststaan.
 Partijen moeten dus zélf feiten aandragen.
 Bewijs is niet nodig indien:
o Feiten niet voldoende betwist zijn;
o Feiten of omstandigheden van algemene bekendheid, alsmede algemene
ervaringsregels.
 De rechter mag slechts feiten aan zijn beslissing ten grondslag leggen die in het geding
bekend zijn geworden!
o Derhalve feiten uit andere procedures, behoren niet tot feiten in ‘dat’ geding.

Dimopoulos/Erven van Mierlo; onderscheid 24 en 149 Rv
Het staat de rechter niet vrij zijn beslissing te baseren op rechtsgronden of verweren die weliswaar
zouden kunnen worden afgeleid uit in het geding gebleken feiten en omstandigheden, maar die door
de desbetreffende partij niet aan haar vordering of verweer zijn ten grondslag gelegd. Daardoor wordt
de wederpartij immers tekortgedaan in haar recht zich daartegen naar behoren te kunnen verdedigen.

II. Toepasselijkheid
 Dagvaarding- en verzoekschriftprocedures; deze afdelingen niet door elkaar heen toepassen
 Bewijsrecht bij verzoekschriftprocedure, tenzij de aard van de zaak zich daartegen verzet
o Aard die zicht verzet = er is enkel een verzoeker, zonder andere belanghebbenden
 Kort geding; staat nergens in de wet dat er geen bewijsrecht hoeft te worden gedaan
 Rechter kan redeneren dat de aard van het kort geding zich verzet tegen bewijslevering
 Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep geldt de schakelbepaling dat het procesrecht uit
eerste aanleg van overeenkomstige toepassing is in hoger beroep
 In cassatie kan bewijsrecht van toepassing zijn, maar de HR is geen feitenrechter en kan
toch soms moeten bewijzen of iemand ontvankelijk is

,III. Plaats en kaders
 Partijautonomie vs lijdelijke civiele rechter
 Rechter steeds actiever; rechters stellen vragen
 Processuele waarheid en materiële waarheid
o Historische ontwikkeling
o Wet Vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht
 23 tot en met 25 Rv (Eerste Titel)
o 23: beslissen op het gevorderde/verzochte
o 24: ‘op grondslag van’ (verbod op aanvulling feitelijke grondslag; grenzen van de
rechtsstrijd)
o 25: ambtshalve aanvulling rechtsgronden (ius curia novit)
 149 e.v. (Tweede Titel)
o 149 lid 1 (o.a.): verbod op aanvulling feiten

Ontzenuwen tegenbewijs; bewijslastverdeling 150 Rv
Uit 150 Rv kan niet worden afgeleid dat de gedaagde de feiten moet bewijzen die hij stelt ter
motivering van zijn betwisting van de door de eiser gestelde feiten, ook niet wanneer de gedaagde
tegenbewijs heeft aangeboden

Nieuw Vredenburgh/NHL; bewijswaardering
Indien de rechter in een geval als hier bedoeld de zienswijze van de door de hem benoemde
deskundige niet volgt, dient hij in beginsel zijn oordeel van een zodanige motivering te voorzien, dat
deze voldoende inzicht geeft in de daaraan ten grondslag liggende gedachtegang om deze zowel voor
partijen als voor derden, daaronder begrepen de hogere rechter, controleerbaar en aanvaardbaar te
maken

Zeeuwse notaris; omkeringsregel
De rechter moet de omstandigheden vaststellen en motiveren waarom deze omstandigheden de
omkering van de bewijslast rechtvaardigen

NNEK/Van Mourik
Het is aan het beleid van de feitenrechter overgelaten welke sanctie hij in de gegeven
omstandigheden passend acht indien een partij op wie een verzwaarde stelplicht rust, daaraan niet
voldoet

WEEK 2 – BEWIJSLASTVERDELING

I. Stellen en betwisten
Stellen (149 lid 1 Rv)
 Feiten en rechten
 Enerzijds gesteld, anderzijds niet of niet voldoende betwist: feit staat vast
 Wel voldoende betwist? Feiten en rechten moeten conform de Negende Afdeling komen vast
te staan
 Anders: feiten en omstandigheden van algemene bekendheid (lid 2)
o Je moet het op internet (niet voldoende) of in de krant bijvoorbeeld moeten kunnen
zien
o Feit dat een taxus giftig is, is geen feit van algemene bekendheid (Taxusstruik-
arrest)
o + algemene ervaringsregel = bijv. post raakt wel eens zoek
 Verzwaarde stelplicht = een van beide partijen moet nog gemotiveerder en meer aangekleed
stellen, dan wel betwisten (=verzwaarde motiveringsplicht)

Mes in knie; stelplicht
Slachtoffer had gemotiveerd gesteld en de vermoedelijke dader wil dit te algemeen betwisten. Er werd
dus niet toegekomen aan bewijslevering, de onrechtmatige daad stond dus vast.

NNEK/Mourik: verzwaarde stelplicht
Had NNEK voldoende gewezen op de risico’s van beleggen?

,  In zo’n situatie wordt van zo’n partij (consument vs professionele partij) verwacht dat hij meer
doet dan op normale gronden van hem verwacht zou mogen worden om die betwisting te
onderbouwen
 Reden: NNEK beschikt over de gegevens over wat er toen is gebeurd (bijv. ge

Urenstaten: verzwaarde stelplicht
Als je de professionele partij bent, moet je er zelf voor zorgen dat je nader onderbouwt en de nodige
stukken in het geding brengt

II. Bewijslastverdeling – Algemeen
 Wie moet wat bewijzen? (150 Rv)
 Samenspel 149 lid 1 en 150 Rv
 Koppeling feiten aan rechtsgevolgen
 Bewijslast en bewijsrisico; termen gaan altijd hand in hand
 Wie de bewijslast draagt, draagt ook altijd het bewijsrisico
 Bewijs en tegenbewijs (151 lid 2 Rv)
 Tegenbewijs mag altijd als er bewijs is geleverd, tenzij de wet het uitsluit

III. Bewijslastverdeling – Hoofdregel
150 Rv
= een partij die een rechtsgevolg inroept en daarvoor feiten stelt, draagt de bewijslast van die feiten
 Feiten en/of rechten  rechtsgevolgen
o Tekortkoming in de nakoming (1) van een verbintenis (2) verplicht de schuldenaar (3)
de schade (4) die de schuldeiser (5) daardoor (= causaal verband) (6) lijdt te
vergoeden (rechtsgevolg) (6:74 BW)
o Hij (1) die jegens een ander (2) een onrechtmatige daad (3) pleegt, is verplicht de
schade (4) die de ander (5) dientengevolge (6) lijdt, te vergoeden (rechtsgevolg)
o De eigenaar (1) van een zaak (2) is bevoegd haar van een ieder (3) die haar zonder
recht (4) houdt (5), op te eisen (rechtsgevolg)

Bestrijdende en bevrijdende verweren
 Bestrijdend verweer = de gestelde feiten of rechten worden betwist (bestreden), waardoor het
rechtsgevolg niet intreedt
 Ze bestrijden het gestelde door de eiser
 Bevrijdend verweer = de gestelde feiten of rechten worden niet betwist; er worden andere
(nieuwe) feiten tegenover gesteld waardoor het rechtsgevolg toch niet zou intreden (bevrijding
van dat rechtsgevolg)
 De gestelde eisen worden als zodanig niet betwist, maar de partij roept zich in feite op een
ander rechtsgevolg en stelt daarvoor ook feiten én die partij draagt dus ook de bewijslast voor
die feiten
o Beroep op verjaring; ander rechtsgevolg
o Beroep op de ‘tenzij’ bij onrechtmatige daad

Lening of niet?; bewijslastverdeling
 De man zegt dat het aanvankelijk om een lening zou gaan, maar dat ze later van mening zijn
veranderd en dat de vrouw voor 40% eigenaar van de woning is geworden  bevrijdend
verweer, de man moet dus bewijzen

IV. Aangepaste oefenvragen
2a. Verweer Binne: geen geldleningovereenkomst
 Bestrijdend verweer

2b. Verweer Binne: heb al terugbetaald
 Bevrijdend verweer

V. Bewijslast – Uitzonderingen
Uitzonderingen die leiden tot omkering van de bewijslast en dus verschuiving van het bewijsrisico –
‘tenzij’ van 150 Rv
 Bijzondere regel

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leontiencombee. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.69. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72964 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.69
  • (0)
  Add to cart