Volledige en uitgebreide samenvatting (106 pagina's) van de behandelde hoofdstukken uit het boek "Organisaties doen werken" (2024 editie), namelijk hoofdstuk 1-9. De samenvatting is gebaseerd op zowel de lessen als het boek, gegeven door Adelien Decramer.
Organisaties: sociale entiteiten, gericht op een doel, dienen als systeem voor bewust gestructureerde & ge-
coördineerde activiteiten, verbonden met de externe omgeving.
De rationele benadering
Grondleggers van sociologie: Karl Marx, Emile Durkheim & Max Weber.
ð 19de eeuw.
ð Bestuderen van implicaties van verschuiving van feodalisme naar kapitalisme & transitie van agrarische
naar stedelijke samenleving.
ð Marx ⇒ working class bestuderen.
ð Durkheim ⇒ analyse van verlies van solidariteit in een nieuwe samenleving.
ð Weber ⇒ werking van organisaties & gedrag van mensen in organisaties bestuderen (1ste).
STAP 1: context & tijd schetsen ⇒ 19de eeuw.
ð Fabrieken worden groter.
ð Stoommachines laten werktuigen sneller draaien & op dezelfde wijze.
ð Grote hoeveelheden & sneller.
ð Beter scheikundige kennis.
ð Ontginning van steenkoolmijnen ⇒ productie staal ⇒ machinebouw & mechanisatie.
ð Verbetering elektriciteit & betere verlichting.
ð Oliewinning op grote schaal.
ð Ontstaan van nieuwe producten voor nieuwe consument.
1. Frederick Winslow Taylor
= fouding father van organizational behavior.
- Amerikaans ingenieur & management consultant.
- Grondlegger scientific management.
- Bestudeerd organisatie binnen machinebouwindustrie op systematische wijze.
- Kijkt naar taak medewerker, van de arbeider.
- Dmv tijd- & bewegingsstudies ⇒ # experimenten uitvoeren ⇒ om optimaal rendement binnen de or-
ganisatie te bekomen.
- Grondige optimalisering moest mogelijk zijn.
- Alle taken bestuderen + onderverdelen in subtaken ⇒ overbodige taken elimineren ⇒ meest efficiënte
manier van werken bekomen.
- Optimale werkwijze = one best way.
- Kennis & ervaring gebruiken om bij Henry Ford (vlietuigwielen) als adiseur/ consultant te werken.
- Reduceerde assemblagetijd van die vliegtuigwielen.
1
, - Managementprincipes terug te vinden in zijn werk als adviseur bij Ford Motor Company ⇒ 1ste die
wagens maakte dmv massaproductie.
- Ford ⇒ doorgevoerde rationalisatie & optimalisering van een lopende band (assembly line) ⇒ dalende
aankoopprijs + hoger loon voor arbeiders ⇒ verhoging koopkracht.
Opvattingen van Taylor: leidde tot gevolgen in de organisatie.
ð Hoger rendement.
ð Standaardisatie van producten & handelingen.
ð Controle & voorspelbaarheid.
ð Routine & opsplitsing laten toe ongeschoolden in te schakelen & leertijd te verminderen.
ð Managers moeten denken.
ð Arbeiders moeten werken.
ð Optimalisatie van gehanteerde gereedschappen.
Weerstand tegen Taylorisme: groeide steeds meer.
ð Van arbeiders zelf & van vakbonden.
ð Golf van stakingen & sociale onrust.
ð Werk van arbeiders beschouwd als mensonterend.
ð Maakte mensen gek.
ð Beeld aangescherpt door Charlie Chaplins stomme film.
ð Grotere winsten maken door druk op arbeiders te verhogen.
ð Meer genuanceerde kritiek ⇒ vrees voor deskilling ⇒ ontwaarding van menselijke arbeid & vervreem-
ding.
ð Arbeiders werkte bewust trager ⇒ vermijden dat tempo werk steeds zou stijgen.
ð Taylor merkte dit door gebrek aan rechtstreekse controle.
ð Foreman aanstellen ⇒ verantwoordelijke van 1ste lijn ⇒ taakverdeling, toewijzing taken ⇒ kwaliteit &
tempo in het oog houden.
Bedoelingen Taylor verkeerd begrepen?: foute interpretatie?
ð Zag invoering van scientific management als gemeenschappelijke taak van management & van
arbeiders.
ð Hield geen rkening met belangrijke aspecten van de factor mens in een organisatie ⇒ negeerde be-
lang van beroepsfierheid & werktevredenheid & belang van andere beloningen dan zuiver financiële.
ð Zag groepswerking als bron van tegenwerken.
ð Bij routinematig werken ⇒ geen rekening met fysiologische & psychologische kenmerken van de me-
dewerker ⇒ leidde tot overbelasting.
ð Reactie TEGEN de te ver doorgedreven splitsing & routinesering van taken ⇒ mindere kwaliteit, de-
skilling van de arbeid, vervreemding werk, gebrek aan uitdaging & verveling.
Algemeen: Taylor legde basis voor verder onderzoek & toepassingen binnen het vakgebied.
ð Initiatieven om nadelen van taakspecialisatie & te korte cyclustijden op te vangen.
2
, ð Door te zorgen voor taakverrijking/ enrichment & taakverruiming/ enlargement & jobrotatie.
Nood aan: onderzoek naar machine- & procesgebonden werk binnen onze huidige organisaties.
ð Beseffen dat er enorme evolutie was NA Henry Ford & Frederick Taylor.
ð Alle producten zijn complexer geworden.
ð Nog steeds kritiek op machinegebonden tempo omdat mensen nooit werken in eenzelfde tempo.
ð Te hoog tempo ⇒ mensen haken af, maken fouten, meer ziekte, dreigingen voor staking.
ð Te laag tempo ⇒ gebrek aan uitdaging, verlies van routine, maken fouten.
ð Nood aan bepaalde taakspanning voor optimale functionering (bv procrastinatie).
Management: afzonderlijke & noodzakelijke taak van een organisatie.
ð Ondernemers waren kapitaalkrachtig.
ð Mensen konden ondernemen door investeringen van kapitaalkrachtigen/ aandeelhouders.
ð Trokken technisch opgeleide ingenieurs aan als bedrijfsleider/ manager.
2. Henri Fayol
= 1ste om de taak van het management als afzonderlijke & belangrijke taak in de organisatie te verkennen.
- Mijningenieur.
- Manager in mijnbouwindustrie in Frankrijk.
- Baseerde zich op zijn eigen ervaringen om eind 19de eeuw de eerste managementtheorieën op te
bouwen.
- Managers = altijd opgeleide ingenieurs = enige vorm van hogere opleiding die bestond om toegang
te krijgen tot een hogere functie.
- Sociale inzichten/ theorieën bestonden niet & managementopleidingen ook niet.
- Wou hier iets aan doen ⇒ werk ≈ managementcursus.
- Pas na engelstalige vertaling kregen zijn theorieën & principes erkenning ⇒ General & industrial mana-
gement.
- Meest gekende theorie = 5 basistaken van management binnen verschillende functiegebieden.
o Productie
o Aankoop & verkoop
o Financiën
o Veiligheid
o Boekhouding & administration
5 basistaken: van management & hun basisprincipes volgens Fayol 1966.
Plannen - Op organisatie/ ondernemingsniveau.
- Op niveau van departement, afdeling, dienst, groep, project.
- Voor LT + regelmatig herzien.
- Uitvoering van taak met begin/ eindpunt.
3
, - Projectleider volgt vorderingern op + rapporteert aan hogere leiding.
- Beantwoorden aan volgende principes:
o Algemeen organisatie/ ondernemingsdoel nastreven.
o LT & KT plannen dien aan elkaar aangepast te zijn & elkaar te beïnvloeden
o Plan = flexibel & past zich aan volgens omstandigheden.
o Plan = specifiek/ welomschreven & voldoende operationeel uitgedrukt.
Organiseren - Toewijzen van materiaal, middelen & personeel.
- Kan gezien worden op verschillende niveaus van organisatie, binnen bestaande
regels van hiërarchie & bevoegdheden.
- Fayol stel strik hiërarchisch geordende lijnorganisatie voor.
- Principes:
o Organisatie = gebaseerd op regel van eenheid van leiding.
o Verantwoordelijkheden van iedereen liggen vast.
o Organisatie verloopt volgens gekende procedures.
o Alle regels zijn vastgelegd in een organogram.
Leidinggeven - Richtlijnen & opdrachten geven aan medewerkers.
- Veronderstelt orders geven & mensen motiveren.
- Principes leidinggevende:
o Kent capaciteiten van medewerkers.
o Treedt op tegen onbekwame medewerkers.
o Zorgt dat organisatie/ ondernemingsdoelen gehaald worden.
o Geeft goede voorbeeld.
o Heeft inzicht in wat er in de groep leeft.
o Zorgt voor actie, initiatief & toewijding.
Coördineren - Taken verschillende departementen onderling afstemmen.
- Om algemeen organisatie. Ondernemingsdoel te bereiken.
- Raadt meetings & verbindingspersonen tussen departementen aan.
- Fayol spreekt uit ervaringen.
- Gezag, verantwoordelijkheid, eenheid van bevel, eenheid van ondernemings-
doel, discipline & orde.
Controleren - Beheersen & onder controle hebben.
- Bij elke afwijking van vooropgestelde doelen moet meteen een sanctie voldoen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunads. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.40. You're not tied to anything after your purchase.