Samenvatting spierweefsel van het onderdeel histologie van het opleidingsonderdeel ‘celbiologie en histologie’ gegeven door de professoren Timmermans en Brouns. Gebaseerd op de cursustekst van USB en hoorcolleges. Geslaagd 1ste zit met 15/20.
Spierweefsel Specifieke terminologie spiercellen:
- Sarcoplasma: cytoplasma
Algemeen: - Sarcoplasmatisch reticulum:
Hoofdzakelijk bestaande uit cellen die kunnen glad endoplasmatisch reticulum
samentrekken (contraheren) —> opwekken beweging. - Sarcolemma: plasmamembraan
Interacties tussen elementen van cytoskelet (actine &
myosine —> veel aanwezig) nodig voor die contractie.
Spiercellen/myocyten zijn draadvormig + langwerpig daarom ook naam spiervezels.
Myocyten omgeven door lamina basalis & BW ss
Sterk gevasculariseerd: veel bloedvaten
Zenuwstructuren aanwezig want spierweefsel is effectorgaan voor zenuwstelsel
Collageen BW om alles bijeen te houden
3 soorten spierweefsel:
Skeletspierweefsel: skeletspier (= willekeurige, dwarsgestreepte spier omdat het kan
bewegen als jij het wilt) in staat om stevig samen te trekken + uitoefenen grote
krachten dankzij nauwkeurig georganiseerd cytoskelet —> dwarsstreping te zien.
Hartspierweefsel: hartspier (onwillekeurige, dwarsgestreepte spier omdat je niet zelf
bepaalt voor beweging van hart) aan wand van het hart, moet krachtig samentrekken
dus ook dwarsstreping net als skeletspier.
Gladde spierweefsel: Onwillekeurige spieren, geen dwarsstreping omdat ze enkel
dienen zodat
organen hun functies
kunnen uitoefenen.
Komen in wand van
holle organen
(viscera)
bv. Luchtwegen,
spijstverteringskanaal,
bloedvaten, urinewegen,…
Contractie:
Interactie tussen actine en myosine
Actine (enkele nanometers):
- Eiwit waaruit microfilamenten grootst uit bestaan.
- Actinefilamenten (F-actine) ontstaan door polymerisatie van globulaire
actinemonomeren (G-actine) tot vorming van dubbelstrengige helix. Actinefilament
heeft een + en een – zijde. Aan + zijde worden er het meest actinemonomeren
aangehecht = barbed end. Aan de – zijde vallen de meeste actinemonomeren af =
pointed end.
- Elk actinemonomeren heeft 1 bindingspaats voor myosine.
- Een actinefilament wordt gestabiliseerd door tropmyosine waar troponinecomplex
aan gebonden is
- Actinefilamenten (en titine) dmv actine- bindende eiwitten (vnl alfa- actinine)
vastgehecht met hun + zijde in spiercellen —> - zijde is vrij.
, Myosine: Myosine II vnl in spiercellen (enkele micrometers)
Bestaat uit 2 identieke zware ketens waarvan ‘staartdelen’ (licht meromyosine) spiraalgewijs
gewonden (coiled tail) zijn met elkaar en gebonden via de ‘nek’ aan ene zijde waar de beide
‘kopdelen’ (zwaar meromyosine) naar buiten
steken. Elk van die kopdelen bestaat uit 3
afzonderlijke delen:
- Actine- bindend deel —> interactie
- ATP- bindend deel; bevat ATP-ase activiteit
- Regulerende lichte ketens- bindend deel
Spiercontractie vindt plaats in sarcomeren van Niet geldig
1. voor gladde spiercel
spiervezels. Elk sarconoom bestaat uit parallel
gelegen dunne actine & dikke myosine
filamenten. Bij spiercontractie glijden de 2 1.
structuren richting elkaar Z-schijven dichter
bij elkaar sarcomeer verkort spier verkort 1.
Zone tussen 2 Z-schijven = kleinste contractiele
eenheid van spiercel
1.
Ca- ionen binden aan de troponine C waardoor
tropomyosine van de actinefilament verplaatst
(en dus troponine I die binding aan actine 1.
inhibiteert) en de myosinebindingsplaasten van
actinemonomeren vrijstaan zodat myosine 1.
daar aan kan binden. Bij spieren in rust bindt
aan myosinekoppen ATP dat splitst in ADP en
fosfaatgroep. Bij activatie spiercel bindt 1.
myosine aan actine en daarbij komt
fosfaatgroep vrij. Hierdoor komt E vrij —> kop
1.
en nek deel van myosine ombuigt + het
actinefilament die gebonden is aan myosine
verplaatst en hierna ADP ook vrijkomt. ATP kan 1.
dan opnieuw binden en de myosine kop komt
los van actine. ATP dissocieert terug in ADP en
fosfaatgroep waardoor kop en nek deel terug
1.
naar oude stand ombuigen en cyclus kan
herhaald worden waardoor myosine steeds 1.
dichter komt bij + gedeelte van actinefilament
oftewel richting de Z-schijf.
1.
1. Skeletspierweefsel
1.1 Organisatie actine & myosine in skeletspiercel:
Bij dwarsgestreepte spieren (skelet- en hartspier) bestaan dunne filamenten (actine- filamenten) uit:
actine, tropomyosine, troponine. Langs de beide kanten van de Z- schijf zijn met hun + einde actine-
filamenten aangehecht die evenwijdig en in tegenovergestelde richting van elkaar lopen
allignatie: actinefilamenten netjes uitgelijnd tegenover elkaar.
De myosinefilamenten bevinden zich tussen die actinefilamenten en zijn veel dikker dikke
filamenten. Deze myosinefilament wordt in de cel op zijn plaatst gehouden door een elastisch eiwit
titine die vastgehecht is aan Z-schijf en tot midden van myosinefilament loopt uiteinden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bmPharma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.54. You're not tied to anything after your purchase.