100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting economie centraal eindexamen 2024 $18.15   Add to cart

Summary

samenvatting economie centraal eindexamen 2024

 7 views  1 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

In dit document staat mijn samenvatting die ik heb gebruikt voor het centraal eindexamen havo 2024. Naar aanleiding van de methode cumulus heb ik een samenvatting gemaakt van leerjaar 4 en 5.

Preview 3 out of 17  pages

  • Yes
  • September 23, 2024
  • 17
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Samenvatting economie CE 2024
Gwen Versluis H5a
Geldzaken: 1.1 procenten en indexcijfers
Procentueel aandeel = (deel/geheel) x 100
Procentuele verandering = ((nieuw – oud)/oud) x 100
Een indexcijfer is een verhoudingsgetal.
Absoluut naar indexcijfers = (waarde/basiswaarde) x 100
Basisjaar verleggen van een reeks indexcijfer = (waarde/basiswaarde) x 100
Geldzaken: 1.2 inkomen
Primaire inkomens: inkomens waarvoor tegenprestatie nodig is.
- Inkomen uit arbeid: met als beloning loon.
- Inkomen uit vermogen: zonder te werken (rente, huur, winst)
Overdrachtsinkomens: zonder tegenprestatie (uitkeringen/toeslagen)
Secundair inkomen = primair inkomen – belastingen en premies + sociale uitkeringen
en toeslagen.
Inflatie = gemiddelde prijsstijging van goederen en diensten die consumenten kopen.
Hyperinflatie = extreme prijsstijging.
Deflatie = gemiddelde prijsdaling van goederen en diensten die consumenten kopen.
Het consumentenprijsindexcijfer (CPI) berekenen:
1. Voor elk product enkelvoudig of partieel prijsindexcijfer berekenen.
2. Ieder product krijgt een wegingsfactor (hoe belangrijk is dit product).
3. Samengevoegd tot een gewogen prijsindexcijfer.
Reële verandering v/h inkomen = nominale verandering v/h inkomen – inflatie
Geldzaken: 1.3 sparen en lenen
Vermogen = bezit – schulden
3 fasen in de financiële levensloop:
1. Jeugd  je hebt nog geen of onvoldoende inkomen.
2. Werkzame leven  je verdient meer dan je consumeert.
3. Oude dag  je hebt geen inkomen meer dus moet consumeren op je
vermogen.
De keuze voor sparen of lenen wordt bepaald door:
- Levensfase

, - Rente
- Inflatie
- Consumentenvertrouwen
Voorbeelden van ruilen over tijd:
1. Pensioen
2. Sparen
3. Scholing
4. Lenen
2 soorten leningen:
1. Lening zonder onderpand  consumptief krediet
2. Lening met onderpand  hypotheeklening
Rente die een lener over de lening betaalt is een vergoeding voor:
- Het uitstellen van consumptie
- Risico op waardedaling van het geld door inflatie
- Risico van wanbetaling
2 belangrijke spaarvormen:
1. Spaardeposito (enkelvoudig interest)  vaste looptijd (1-10 jaar), geld
opnemen en bijstorten niet mogelijk (boete).
2. Spaarrekening (samengestelde interest)  variabele looptijd, geld opnemen
en bijstorten is mogelijk.
Geldzaken: 1.4 verzekeren
Soorten verzekeringen:
1. Zorgverzekering  je bent verzekerd tegen ziektekosten
2. Schadeverzekering  je bent verzekerd tegen de financiële gevolgen van
schade
3. Levensverzekering  je bent verzekerd tegen het financiële risico als gevolg
van overlijden.
3 factoren verzekeren of niet?
1. Risico-aversie  mensen houden niet van risico
2. Afweging tussen kosten en opbrengsten
3. Beschikbare middelen
Premie = kans op schade x (schadelast – eigen risico)
Solidariteit = mensen die weinig schade claimen dragen in verhouding meer bij dan
mensen die veel schade claimen.
Asymmetrische informatie = de verzekerde heeft meer informatie dan de verzekeraar
Moral hazard = verandering in het gedrag van mensen als zij niet direct risico lopen.

, Voorkomen van moral hazard:
1. Eigen risico
2. Bonus-malus  des te vaker je schade claimt, des te minder korting je krijgt
3. Uitsluiten  bepaalde schade uitsluiten van een vergoeding
4. Maximumvergoeding
Probleem averechtse selectie:
- De verzekeraar hanteert dezelfde premie voor iedereen vanwege
asymmetrische informatie
- Als de goede risico’s geen verzekering meer afsluiten blijven de slechte
risico’s over.
- Dit zorgt ervoor dat de uitkeringen hoger worden dan de premie inkomsten.
Voorkomen averechtse selectie:
1. Premiedifferentiatie
2. Risicoselectie
3. Collectieve dwang
Sociale zekerheid in Nederland:
- Sociale voorzieningen: betaald met belastingen aan mensen zonder ander
inkomen (of uitkering). Gekoppeld aan het minimumloon.
- Sociale verzekeringen (volksverzekeringen): betaald met premies voor het
volk. Gekoppeld aan het minimumloon.
- Sociale verzekeringen (werknemersverzekeringen): betaald met premies voor
mensen in loondienst. 70-75% van het laatste loon.
Welvaart: 2.1 het bbp
Bbp = de totale toegevoegde waarde van alle in een land geproduceerde goederen
en diensten gedurende een bepaalde periode (maatstaf voor de omvang van de
economie).
Produceren met behulp van de productiefactoren: arbeid, natuur, kapitaal en
ondernemerschap.
Omzet – leveringen van derden = toegevoegde waarde
2 manieren om het bbp te bepalen:
1. Objectief  optellen toegevoegde waarde van bedrijven van de overheid.
2. Subjectief  optellen van de primaire inkomens.
Reële verandering bbp = nominale verandering bbp – inflatie
Brede welvaart wordt gemeten met behulp van:
- Human Development Index  index op basis van volksgezondheid en
onderwijs.
- World Happiness Index  index op basis van vragenlijsten over belangrijke
onderwerpen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gwenversluis. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $18.15. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$18.15  1x  sold
  • (0)
  Add to cart