Samenvatting voor het vak arbeidsrecht (rechten, VUB): volledige samenvatting van BEIDE handboeken:
- Synopsis van het Belgische sociaal recht: individueel arbeidsrecht
- Synopsis van het Belgische sociaal recht: collectief arbeidsrecht
Behaalde zelf 15/20 met deze samenvatting + het bekijke...
AFDELING 1. ALGEMEEN
De wijze waarop WN en WG zich tot elkaar verhouden: door de eeuwen heen geëvolueerd.
ð Nu: arbeid biedt zich vrij aan op de markt à vraag en aanbod resulteren in zelfstandige arbeid
of arbeid in ondergeschikt verband.
Zelfstandige arbeid = (ver)koop van diensten (deze arbeid behoort tot het economisch recht)
Arbeid verricht in ondergeschikt verband = arbeid gepresteerd onder gezag en voor rekening van een
andere persoon.
ð Ondergeschiktheid van statutaire aard: ambtenarenrecht (domein van het administratief recht)
In deze cursus: arbeidsrecht = het geheel van regels m.b.t. de contractuele arbeid verricht onder gezag
van een WG.
AFDELING 2. BEKNOPT HISTORISCH OVERZICHT
19e eeuw: arbeidsverhoudingen hadden eerder een repressief karakter.
ð Samenspanningsverbod: collectieve actie onmogelijk
ð Werkmansboekje: om lastige WN te broodroven
ð Werkrechtersraden: WG strafrechtelijk optreden tegen WN die fabriekstucht overtraden
ð WN en WG volledig vrij om arbeidsverhoudingen te regelen
o Gevolg: zorgde vaak voor onmenselijke omstandigheden.
1886: opstanden zorgden voor verandering.
ð Eerste sociale wetgeving komt tot stand
ð Bescherming van alle WN
ð Contractvrijheid werd aan banden gelegd: invoering wet van 10 maart 1900 met regeling van
individuele arbeidsovereenkomsten voor werklieden
Na WO I: ontwikkeling van gestructureerde arbeidsverhoudingen.
ð Erkenning vakbondsvrijheid
ð Afschaffing art. 310 Sw.
Na WO II: arbeidsrecht verder ontwikkelt op verschillende vlakken.
ð Collectief overleg geïnstitutionaliseerd op nationaal, sectoraal en ondernemingsvlak
ð Ontplooiing cao-recht
ð Meer bestaanszekerheid en grotere vastheid van betrekking
o O.a. door inperking ontslagrecht van WG, uitbetaling gewaarborgd loon tijdens
schorsing van de AOV
Vanaf de jaren 70:
ð Behoud van werkgelegenheid
ð Versoepeling arbeidsrecht
ð Toename belang van grondrechten: WN kunnen zich in bepaalde omstandigheden hierop
beroepen
ð Europeanisering: Europese regelgeving verplicht ons om nationale wetgeving aan te passen/ in
te voeren
ð HvJEU: uitspraken beïnvloeden de arbeidsrechtelijke bescherming + biedt WN een verruimde
bescherming in zijn rechtspraak
Ook invloed op arbeidsrecht: kredietcrisis van 2008, toenemende digitalisering van de economie &
COVID-19-epidemie.
HOOFDSTUK 2. ARBEIDSRECHT: TOEPASSINGSGEBIED
AFDELING 1. TOEPASSINGSGEBIED RATIONE PERSONAE
Arbeidsrecht is van toepassing op:
ð WN uit particuliere sector
ð Soms op WN uit publieke sector (bv: personen verbonden met de overheid d.m.v. een
arbeidsovereenkomst)
Gedeelte van arbeidsrecht is van toepassing op:
ð Alle WN, dus ook op statutairen (bv: Arbeidsreglementenwet en Loonbeschermingswet)
Soms is arbeidsrecht nog uitgebreider van toepassing op:
ð Personen met een leerovereenkomst, leerlingen die een vorm van arbeid in de
onderwijsinstelling verrichten, personen die een beroepsopleiding met arbeid verrichten,
stagiairs, derden… (bv: Welzijnswet (art. 2 en 32bis))
ð Curator, vereffenaar, ouders bij kinderarbeid… (bv: Sociaal strafwetboek)
AFDELING 2. TOEPASSINGSGEBIED RATIONE MATERIAE
Arbeidsrecht wordt doorgaans onderverdeeld in:
Collectief arbeidsrecht
ð Rechtsnormen die de collectieve verhoudingen tussen de georganiseerde
werknemerscollectiviteit en één of meer (al dan niet georganiseerde) WG regelen.
ð Betreft o.a. rechtsregels m.b.t. vakbondsvrijheid, collectieve AOV, paritaire comités en de
bedrijfsorganisatie
Arbeidsreglementering
ð Geheel van maatregelen genomen door de overheid, om de WN te beschermen
ð O.a. regels voor onthaal, tewerkstelling, loon, veiligheid, sociale promoties…
,Sociale handhavingsrecht
ð Regelt de organisatie van het toezicht, de publiekrechtelijke afdwingbaarheid en de
sanctionering van het materiële arbeidsrecht.
AFDELING 3: TOEPASSINGSGEBIED RATIONE LOCI
Belgisch arbeidsrecht in binnen de grenzen van het nationale territorium van toepassing op:
ð Iedereen die er tewerkgesteld is, ongeacht nationaliteit.
Meeste normen: imperatief of openbare-orde-karakter
Indien de tewerkstelling een grensoverschrijdend karakter heeft, is het mogelijk dat bepaalde
aspecten worden geregeld door vreemd recht.
AFDELING 4: TOEPASSELIJKE ARBEIDSRECHT BIJ INTERNATIONALE AOV
Grensoverschrijdende AOV: Rome I-Verordening: regels die het recht vastleggen dat van toepassing is
op internationale arbeidsovereenkomsten.
Algemeen principe: partijen kunnen ongelimiteerd kiezen welk recht van toepassing is op de AOV (op
het geheel of een deel)
ð Onderscheid tussen 2 situaties.
Situatie 1: partijen kiezen welk recht van toepassing is op de AOV.
ð Rechtskeuze mag niet tot gevolg hebben dat de WN bescherming verliest die hij geniet op
grond van de dwingende bepalingen van het recht dat van toepassing zou zijn geweest (art. 8,
lid 1)
M.a.w. dwingende bepalingen zijn van toepassing in de mate waarin zij voor de WN gunstiger
zijn dan het recht dat de partijen gekozen hebben.
Situatie 2: partijen kiezen geen toepasselijk recht à AOV zal beheerst worden door (art. 8, lid 2-4):
1. Recht van het land waar de WN gewoonlijk zijn arbeid verricht
2. Recht van het land waar zich de vestiging bevindt die de WN in dienst heeft genomen
3. Indien de AOV een kennelijk nauwere band heeft met een ander land dan het land dat
geviseerd wordt door bovenstaande 2 criteria, is het recht van dit land van toepassing
(= “nauwstebandencriterium”)
Regel 3 is niet ondergeschikt aan regels 1 en 2.
Bij gebreke aan rechtskeuze kan de rechtsaanwijzing uitzonderlijk gecorrigeerd worden ten voordele
van het recht van de Staat waarmee de gehele AOV kennelijk nauwere banden heeft.
ð Zie art. 9.1: bepalingen van bijzonder dwingend recht en bepalingen waaraan het land zoveel
belang hecht, dat zij moeten worden toegepast op elk geval dat onder de werkingssfeer ervan
valt, ongeacht welk recht overigens van toepassing is op de overeenkomst.
ð Kan zowel ten voordele van de WN als de WG spelen (ó het ‘objectief toepasselijk recht’ uit
art. 8)
Bij onverenigbaarheid tussen een bepaling van het aangewezen recht en de ‘openbare orde’ van de lex
fori, heeft de rechter de mogelijkheid om die bepaling terzijde te stellen.
, HOOFDSTUK 3. EIGENHEID VAN DE RECHTSTAK
Arbeidsrecht is ontsproten uit ander rechtstakken zoals het burgerlijk, administratief en economisch
recht.
Arbeidsrecht heeft relatieve autonomie
ð Gevolg: dwingend arbeidsrecht mag niet worden omzeild of ontdoken door de toepassing van
civielrechtelijke figuren.
In een aantal gevallen: beroep doen op burgerlijk recht (bv: inzake bewijsrecht)
HOOFDSTUK 4: ARBEIDSRECHT: PUBLIEKRECHT OF PRIVAATRECHT?
Arbeidsrecht behoort deels tot het privaatrecht en deels tot het publiekrecht
Privaatrecht:
ð Arbeidsrecht heeft in hoofdzaak betrekking op relaties tussen particulieren
ð Regelt individuele betrekkingen
Publiekrecht:
ð Arbeidsrecht stelt dikwijls collectieve betrekkingen boven individuele
ð Sociaal strafrecht
ð Organisatie van de rechtbanken
ð Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie
ð Algemeenverbindendverklaring van de collectieve arbeidsovereenkomsten
ð Wetgeving inzake prestaties van algemeen belang bij collectieve arbeidsconflicten
HOOFDSTUK 5: BRONNEN VAN HET ARBEIDSRECHT
AFDELING 1. OVERZICHT VAN DE RECHTSBRONNEN
3 soorten rechtsbronnen:
1. Internationale rechtsbronnen
Worden ingedeeld volgens de instellingen in de schoot waarvan zij tot stand zijn gekomen.
Verenigde Naties
ð Art. 8 VN-verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (o.m. stakingsrecht)
Internationale arbeidsorganisatie (IAO)
ð Verdrag nr. 87 betreffende de vrijheid van vakvereniging
ð Verdrag nr. 98 betreffende het collectief overleg
OESO
ð Gedragscode voor multinationale ondernemingen
Raad van Europa
ð Recht om aan te sluiten bij vakvereniging (art. 11 EVRM)
ð Europees Sociaal Handvest
Europese Unie
ð VWEU (bv: vrij verkeer van diensten en WN, vrijheid van vestiging)
ð Verordeningen en richtlijnen (bv: verbod op discriminatie)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottebuts1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.96. You're not tied to anything after your purchase.