Boek: Meer dan Onderwijs samenvatting Hoofdstuk 10
45 views 3 purchases
Course
Pedagogiek
Institution
Hogeschool IPABO (IPABO)
Book
Meer dan onderwijs
Dit is een samenvatting van het boek: Meer dan onderwijs! Theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. De 8e druk en geschreven door: Eddy Alkema.
Deze samenvatting is van hoofdstuk 10: Onderwijs- en schoolontwikkeling
Veel succes!
Hoofdstuk 10: onderwijs- en schoolontwikkeling
December 18, 2019
5
2019/2020
Summary
Subjects
meer dan onderwijs
pabo
hoofdstuk 10
pedagogiek
eddy alkema
8e druk
onderwijs en schoolontwikkeling
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool IPABO (IPABO)
Docent basisonderwijs
Pedagogiek
All documents for this subject (3)
Seller
Follow
isabelvb
Reviews received
Content preview
Meer dan Onderwijs
Hoofdstuk 10 Onderwijs- en schoolontwikkeling
10.7 De Reformpedagogiek
In de negentiende eeuw streefde men ernaar het onderwijs zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. De leerlingen kregen
tegelijkertijd dezelfde leerstof aangeboden die ze in dezelfde tijd moesten verwerken; wie niet mee kon komen, moest alle leerstof
nog een keer overdoen. Het systeem van de leerstofjaarklassen. Het onderwijs was vooral in die tijd verbaal en leraar-gestuurd. De
leerstof werd door de leraar en via methodes overgedragen.
De Reformpedagogiek was begin twintigste eeuw een reactie op de school van de negentiende eeuw. Ze stelde tegenover het
systeem met de leerstofklassen dat de kinderen een eigen inbreng moesten hebben en op hun eigen wijze door de leerstof
moesten gaan. Naast de verbale inbreng van de leraar kwam vooral het leren door te doen centraal te staan.
Behalve de principes hechtte de Reformpedagogiek veel waarde aan de volgende beginselen:
- Aansluiten bij de leefwereld van het kind
- De vorming van het hoofd, hart en hand
- Sociale vorming
- Geen scheiding tussen school en maatschappij
- Doorbreken van vakken gesplitst onderwijs
- Totaliteitsonderwijs
- Vertrouwensrelatie tussen leraar en kinderen
De verzamelnaam van schoolsoorten – traditionele vernieuwingsscholen – is ontstaan in de tijd van de totstandkoming van de
basisschool. Om de scholen die vanuit de visie van één reformpedagogen werken, te onderscheiden van de andere
vernieuwingsscholen, gebruikt men het woord: traditioneel.
Dalton – onderwijs
Helen Parkhurst begon te experimenteren met een nieuwe vorm van onderwijs. In 1922 legde ze haar ideeën vast in het Dalton
plan.
Werken met taken:
Afhankelijk van het kind wordt er gewerkt met dag-, (halve) week of maandtaken.
Drie uitgangspunten:
Vrijheid: keuzevrijheid plus de bijbehorende verantwoordelijkheid. Met welke taak beginnen? Waar? Alleen? Met wie?
Zelfwerkzaamheid: keuze om zelfstandig, alleen of met anderen problemen oplossen. Stimuleren van creatieve instelling, het
productieve denken.
Samenwerking: de kinderen vullen elkaar aan, zij op elkaar aangewezen met hun sterke en zwakke punten. Onderlinge hulp,
samen opdrachten maken en elkaar overhoren.
De uitganspunten krijgen vorm in de taken. De taak vermeldt welke leerstof de leerling moet maken/af hebben.
Parkhurst wilde geen uitgewerkt systeem, scholen moesten zich kunnen aanpassen aan gewijzigde omstandigheden
Geen nieuwe leerinhouden, bestaande leerstof wordt gebruikt.
De taak wordt afgetekend. Correctie vindt voornamelijk plaats in aanwezigheid van het kind.
Afwisseling tussen groepswijze en individuele aanpak en instructie
Kinderen werken alleen of in groepjes aan hun taken
Accommodatie: er zijn werkruimtes waar de kinderen
De rol van de leraar is leiden en begeleiden
Vooral als de kinderen werken aan hun taak: hulp bieden, stimuleren en corrigeren.
Veel niveaudifferentiatie
Er wordt vaak gewerkt in kleine groepjes
Leerlingen werken veel zelfstandig, geeft ruimte aan zwakkere leerlingen
Geen nieuwe leerinhouden. Bestaande lesstof wordt gebruikt.
Montessori onderwijs
‘help mij om het zelf te doen’
Montessori wordt een vrijheid pedagoog genoemd. Kinderen hebben vrijheid nodig, zodat ze zichzelf het beste kunnen
ontwikkelen.
- Keuzevrijheid: kinderen mogen zelf een keuze maken uit de leermiddelen waardoor ze omringd worden. Waar ze mee
bezig willen zijn, op welk moment en hoelang. Welk materiaal. Bepaalt zelf of het hulp nodig heeft of het wil
samenwerken.
- Tempovrijheid: en ze mogen daarmee zo lang werken als ze willen.
- Niveauvrijheid: ze zijn zelf de maat voor wat ze presteren; iedereen doet datgene wat hij kan zo goed mogelijk naar eigen
vermogen
, - Bewegingsvrijheid: in de groep mogen kinderen zelf het materiaal uit de vaste plaats in de kast gaan halen en het er na
gebruik weer in terug zetten.
Geen schoolbankjes en stil zitten, vrijheid waar je wilt werken. Bijvoorbeeld op een kleedje, maar ook zelf een tafel mogen
verplaatsen en groeperen.
Open, goed bereikbare kasten, waar het materiaal voor het grijpen staat. Ook belangrijk dat kinderen leren om het weer terug te
zetten.
Verticale groepen:
Elk kind maakt aantal ontwikkelingsfasen door die volgens en vast biologisch patroon verlopen.
Vast patroon, maar geen vast tempo.
In elke fase gevoelig voor een bepaalde manier van denken.
Leeftijd in jaren Fase Ontwikkeling Manier van leren
0-3 Geestelijke embryo Ontwikkeling taak en Zintuigelijke indrukken en
motoriek motoriek ontwikkelen
3-6 Bouwer Oefent deze functies Gericht op doen
6-9 Onderzoeker Grote belangstelling voor de Het geheugen
wereld
9-12 Wetenschapper Verbanden leggen tussen Redeneren
feiten
Aansluiten bij de behoeften van kinderen. Materiaal roept bij het kind activiteiten op die beantwoorden aan zijn
ontwikkelingsstadium.
Kinderen worden op deze manier in groepen geplaatst om een proces van continu leren en ontwikkelen mogelijk te maken.
Bovendien is de sociale opvoeding gediend met een zo natuurgetrouw mogelijke manier van samen leven.
- Kinderen van 4-6 jaar zitten in de onderbouw van de basisschool
- Van 6-9 jaar in de middenbouw
- En van 9-10 jaar in de bovenbouw
Materialen waarmee ze de omgeving kunnen verzorgen (en zichzelf). De tuin hoort bij de omgeving.
- De kinderen moeten ontdekkingen kunnen doen, die samenhangen ontdekken met het leven van planten en dieren.
Verder moet de school een documentatiecentrum hebben waarin je van alles kunt vinden over de dingen die je in de
omgeving ontdekt hebt.
- Er zijn veel soorten montessorimaterialen
- De leidster of leider maakt veel materialen
- Het materiaal voor de oefeningen uit het dagelijks leven geven het jonge kind tal van mogelijkheden tot het uitvoeren van
interessante handelingen, waardoor de motoriek getraind wordt.
- Zintuigelijke ontwikkeling: waardoor het beter leert waarnemen en ook de waarnemingen leert ordenen. Deze ordening
van waarnemingen noemt Montessori de opvoeding van de intelligentie.
- Er is materiaal voor het schrijven en lezen, overige taaloefeningen, voor rekenen en geometrie. Dit materiaal wordt
meestal aangeboden in individuele lessen.
“Help mij het zelf doen”
Leraar leert kinderen kennen door systematisch observeren. Stelt zich terughoudend op. Onder begeleiding van observaties vindt
de begeleiding plaats.
Freinet – onderwijs
Célestin Freinet, een Franse onderwijzer, leefde van 1886 tot 1966. Uitgaan van de belevings- en ervaringswereld van het kind kon
Freinet niet realiseren in het heersende klassikale onderwijs. Daarom voerde hij een aantal werkwijzen in (Freinet technieken) die
enerzijds individualisering mogelijk maakten en anderzijds de socialisering van de kinderen bevorderden: vrije tekst, onderzoek,
groepsvergadering, enz.
Uitgangspunten:
- Het kind leert in sociale omgeving: de thuis- en de schoolsituatie. Freinet verbindt deze situaties in die zin dat hij de
sociale strijd niet los wil zien van pedagogische principes. De school mag niet opvoeden en onderwijzen voor de
kapitalistische maatschappij, maar zij draagt zorg voor de vorming van kritische volwassenen (emancipatorisch
onderwijs). Freinet ziet de school als instrument in de sociale strijd: het lot van de school is verbonden met het lot van de
boeren en arbeiders. Onderwijs is dus een middel tot maatschappelijke verandering. Binnen de schoolsituatie dient het
kind zijn mogelijkheden in dienst te stellen van de ander.
- In de thuissituatie wordt het kind geconfronteerd met het leven en werk van de ouders; de arbeid neemt in het denken en
handelen van de mens een grote plaats in. Freinet vindt dat de arbeid als het belangrijkste vormingsprincipe hanteert. Niet
het spel, maar de arbeid is belangrijk. Geen belasting, maar plezierig. Praktisch werk.
De rol van de leerkracht:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelvb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.