100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Bachelor orthopedagogie - Samenvatting algemene orthopedagogie $7.21   Add to cart

Summary

Bachelor orthopedagogie - Samenvatting algemene orthopedagogie

 8 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Geslaagd in eerste zit! Deze samenvatting biedt een helder en beknopt overzicht over verschillende theorieën en methoden. De samenvatting omvat 10 hoofdstukken. Er komen belangrijke theorieën aan bod zoals: paradigmaverschuivingen, orthopedagogiek & orthopedagogie, tien krachtlijnen, het burgersc...

[Show more]

Preview 4 out of 31  pages

  • September 23, 2024
  • 31
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Algemene orthopedagogie
H1 Identiteit orthopedagogiek
Pedagogiek  wetenschap
- Pedagogiek bestudeert gewone/’normale’ opvoeding, problemen uit dagdagelijkse opvoeding
Pedagogie  praktijk van het opvoeden

Orthopedagogiek
= de wetenschap die de bijzondere opvoeding als object heeft
 Niet alleen maar over kinderen en jongeren, ook over volwassenen en ouderen. Iedereen die
ondersteuning nodig heeft, kan terecht in de orthopedagogiek
 Grieks woord
- Ortho  ortho = recht/juist
- Ped  pais = kind
- Agogiek  agogein = lijden/richting geven
Sturen van kinderen in de juiste richting (orthopedagogiek)
Orthoagogiek
= richt zich op begeleiden, ondersteunen bij volwassenen 18+

Orthopedagogie – orthopedagogiek
Orthopedagogiek is de wetenschap (inhoudelijk)
Orthopedagogie is vaardigheden tonen in praktijk (handelen)


Algemene orthopedagogiek – Bijzondere orthopedagogiek
- Algemene orthopedagogiek richt zich niet op specifiek doelgroep, algemeen, geschiedenis,.. bij
iedere beperking is er een verwerkingsproces bij ouders (+ weerslag op kind)
- Bijzondere orthopedagogiek heeft specifieke doelgroep, waar er verschillen zijn (bv. Autisme)


Orthopedagogiek is wetenschap
Theoretische kennis  groepsdynamica
Wordt theorie als het gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek. Wanneer deze praktijkkennis en
theorie waar blijkt te zijn, wordt het theorie.

Praktijkkennis  kennis opdoen door in de praktijk te staan, vooral met jongeren zelf werken, aftoetsen
of netwerk positief is, netwerk optimaal betrekken, is wisselwerking met aftoetsen theoretische kennis of
met collega’s. Helder krijgen door met je eigen leven te vergelijken
 Deze is niet wetenschappelijk onderbouwd.
 Deze kennis klopt niet altijd en hier zijn we niet altijd bewust van

Praktijktheorie  wanneer we bewust zijn van onze praktijkkennis en deze gaan vergelijken met andere.
Zo kan het theorie worden wanneer het vaak genoeg voorkomt maar het moet nog wetenschappelijk
bewezen worden.

Evidence-based = goed argumenteren, handelen op wetenschappelijk onderbouwde manier


Praktijkwetenschap
Broers en zussen betrekken in hulpverlening (brussen), praktijkwetenschap we staan in diensten van
de praktijk

,Dialooggestuurde wetenschap
De client heb je zelf ook nodig
Insiderperspectief  perspectief client nodig
- Binnen de huidige orthopedagogiek zijn ze erg voorstander van het dialooggestuurde model. De
cliënt weet het meeste over de situatie en over het eigen leven. Zij kunnen dus enorm helpen met
hun ervaringsdeskundigheid en insiderperspectief. Zo kan de behandeling vlotter verlopen. Zowel
de hulpverlener als de cliënt hebben ervaring en deskundigheid. Elk op een andere manier,
levenservaring of deskundigheid. Er is dus een gelijkwaardige inbreng.

Eclectische wetenschap
Halen uit alle andere wetenschappen nuttige dingen die we nodig hebben voor de job
 Uit verschillende wetenschappen kunnen we informatie halen om zo een correcte behandeling te
vinden en onze cliënten goed te kunnen helpen.
 vb. psychiatrie, psychologie, ontwikkelingspsychologie

Integratieve wetenschap
Gebruik maken andere wetenschap, eigen theorieën en onderzoek, eigen theorieën toepassen  maken
we één geheel van


Handelingswetenschap
 Alles gebruiken om in werkveld te kunnen handelen, hulpvraag client staat voorop
 Hermeneutische methode  hoe kunnen we persoon helpen/begrijpen
 Holistische benadering  welk huis persoon opgroeit/school/vrienden, we kijken naar alles niet
alleen naar individu (breed kijken)

Reflectieve wetenschap
Reflecteren op jezelf, terugblikken, verliep het goed wat kan ik beter doen?

Internationaal perspectief
Orthopedagogie bestaat niet overal (hebben algemene naam voor orthopedagogie)

,H2. Definities orthopedagogiek
Studieobject wat of wie onderzoekt/bestudeert orthopedagogiek
Doel wat wil orthopedagogiek bereiken
= Definitie
Klassieke definities – Moderne definities

- Klassieke definitie = etiket plakken, ‘afwijkende’ en ‘opvallende’ staat centraal, wat is er aan de
hand met het kind?
- Moderne definitie = ondersteunen, begeleiden, handelen, focussen op hulpverlening, naar iemand
kijken om hem beter te begrijpen, preventie (voorkomen dat het erger wordt), ‘wat heeft dit kind
nodig?’ (zie voorbeelden ppt)
 Kijken naar persoon én omgeving => ecologisch perspectief
 Niet naar 1 persoon kijken maar volledige context, wat maakt dat de persoon het moeilijk
heeft?




- Deficit denken = iets wat ontbreekt, focussen op wat er niet is, wat kan de persoon niet (tekorten),
oog voor moeilijkheden + wat gaat er wel nog goed?
- Handelingsgerichtheid = vinden van richtlijnen voor juiste handelen (in bijna alle moderne def.)
- Problematische opvoedingssituatie = langdurige buitengewone opvoedingssituatie
- Verontrustende situatie = probleemsituatie waar dringend mee aan de slag moet gegaan worden
- Methodisch hulpverlenen: Op regelmatige basis, in verbinding/ vertrouwensrelatie, …
- Ecologisch perspectief: Invloed van omgeving mee betrekken
- Handelingsgericht: Met als doel in de praktijk dingen te verbeteren
- Preventief hulpverlenen: Begeleiden om erger te voorkomen

, H3: Geschiedenis van de orthopedagogiek
- Mensbeeld wordt meebepaald door historisch maatschappelijke achtergronden waarin men leeft
- De wetenschappelijke belangstelling kreeg pas in de 19 e eeuw interesse voor de doelgroep (gehandicapten)
- Orthopedagogiek is jonge wetenschap die in de 20 e uitgroeide tot volwaardige wetenschap


3. De prehistorie (… - 3500 v.Chr.)
o Wilde dieren, koude, hongersnood bepaalde in deze tijd het leven van de mens
 sterksten overleefde  survival of the fittest (natuurlijke selectie)

o Mensen met beperking konden alleen overleven als ze zorg kregen van andere stamleden
o Bewijzen: skelet neanderthaler gevonden met schedelfractuur – door kijken waar schedel was beschadigd
weten we welke hersenbeschadiging persoon had  was 40-50j

o Oermens dacht magisch / mystiek  de oorzaak van iemand die ziekte leidde of gehandicapt was werd
gelegd bij geesten voorouders
o Werden bezweringsrituelen uitgevoerd om geesten weg te krijgen zodat ziekte of handicap beter zouden
worden
o Behandeling  aanwijzingen dat prehistorische mens handicap/ziekte wou behandelen
Tekening schedel: schedelboring -> om geesten voorouders laten ontsnappen, men dacht dat geesten de
ziekte/handicap veroorzaakte

Van prehistorie naar vandaag
Nog steeds barre omstandigheden: armoede -> geen geld voor dokter, extra’s, leuke dingen,…
Bericht cursus: onderzoek
o Mensen in armoede zijn vaker chronisch ziek
o Levensverwachting ligt lager
o Sterfterisico hoger (56%)
o Preventie(campagnes) minder effectief, minder resultaten
o Grote kans ziekenhuis kinderen


De oudheid (3500 v. Chr. – 500 n. Chr.)
Verschillende factoren die zorgde dat gehandicapte niet gewenst waren:
o Demografische & economische factoren: onvoldoende voedsel door bevolkingsgroei, men selecteerde wie
voedsel verdiende
o Handicap = toorn van goden: werd gezien als straf van God, mensen fluisterde dat de ouder iets slechts
hadden gedaan en zo de toorn van de goden over zich hadden uitgeroepen, zwangere vrouwen brachten
offers aan goden
o Kalokagathia: oude Grieken en romeinen keken op naar mooie lichamen, perfecte lichaam was een norm
om naar te streven -> gehandicapte voldoen niet
Deze mensen moesten zich voortplanten (goede genen) -> mooie perfecte kinderen = eugenetisch ideaal

 Maatschappelijke selectie
o Baby met zichtbare defecten -> macht van paters (vermoorden, vondeling, slaven)
o Defecten later ontdekt -> discriminatie, minderwaardig, prostitutie,..

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rhunevansamang. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81849 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.21  1x  sold
  • (0)
  Add to cart