Week 1
HOOFDSTUK 6
De ondernemer in de inkomstenbelasting
Winst uit onderneming is zowel voor de IB als voor de VPB erg belangrijk. De
ondernemer wordt belast voor de belastbare winst. Dit is het gezamenlijke bedrag van
de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit een of meer ondernemingen,
verminderd met de ondernemersaftrek en de MKB-Winstvrijstelling. De
ondernemersaftrek bestaat uit 5 verschillende aftrekposten.
Voor de meeste ondernemersfaciliteiten moet het ondernemerschap ook in feitelijke zin
worden ingevuld: er moet aan het urencriterium worden voldaan. Op de MKB-
winstvrijstelling en de stakingsaftrek is het urencriterium niet van toepassing. Er bestaan
daarnaast ook ondernemingsfaciliteiten.
Een ondernemer is hij voor wiens rekening een onderneming wordt gedreven en hij die
rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming. De
gewone belegger is slechts ondernemer voor zover er sprake is van meer dan normaal
vermogensbeheer. Bovenstaand vereiste geldt niet voor de zelfstandig
beroepsbeoefenaar, die is namelijk als zodanig ondernemer. Afgeleid of indirect
ondernemerschap (bv. Via een contract) is niet voldoende om als ondernemer
aangemerkt te worden.
Ook commanditaire vennoten zijn geen ondernemer, omdat zij niet direct zijn verbonden
voor de ondernemingsverbintenissen. De commanditaire van een open vennootschap
worden als belegger (box 3) aangemerkt.
Urencriterium
Aan het urencriterium wordt voldaan indien een ondernemer minimaal 1225 uren heeft
besteed aan zijn eigen onderneming. Daarbij geldt als aanvullende eis dat hij minimaal
50% van zijn beschikbare tijd voor werkzaamheden, aan deze onderneming heeft
besteed.
Winstgerechtigden kunnen ook in aanmerking komen voor de ondernemingsfaciliteiten
die investeringsgerelateerd zijn.
De bron winst uit onderneming verdwijnt bij staking of overdracht. Ook bij overlijden is
sprake van staking en overdracht, artikel 3.58 jo. 3.59 IB.
Onttrekking
Van een onttrekking is sprake als de ondernemer geld of goederen aan zijn
ondernemingsvermogen onttrekt om persoonlijke redenen. De waarde van de
onttrekking moet in beginsel worden gewaardeerd tegen de waarde in het economisch
verkeer (de verkoopprijs). Deze regel geldt volgens de jurisprudentie echter niet indien
het gaat om goederen van betrekkelijk geringe waarde die voorts zonder problemen
kunnen worden bijgekocht: in dat geval geldt de inkoopwaarde als onttrekingswaarde.
Aftrekbare kosten
Kosten zijn voor de ondernemer niet aftrekbaar indien geen redelijk denkend
ondernemer deze kosten gemaakt zou hebben (Arrest Cessna).
Sommige kosten zijn in zijn geheel niet aftrekbaar, artikel 3.14 IB. Bijvoorbeeld uitgaven
tot het voeren van een zekere staat: ook al zijn deze kosten noodzakelijk voor de
ondernemer. Ook algeheel van aftrek uitgesloten kosten zijn kosten die een crimineel
, achtergrond hebben, artikel 3.14 IB. Ook boetes en steekpenningen zijn geheel niet
aftrekbaar.
Onder gemengde kosten worden uitgaven begrepen die weliswaar in het kader van de
onderneming zijn gedaan, maar waaraan wordt geacht mede persoonlijke motieven ten
grondslag te hebben gelegen. In artikel 3.15 IB worden deze kosten genoemd, die
slechts voor 80% aftrekbaar zijn. De ondernemer kan er ook voor kiezen een forfaitair
privéonttrekking van 4500 euro in aanmerking te nemen.
In artikel 3.16 IB worden daarnaast ook nog algeheel van aftrek uitgesloten uitgaven
vermeld die ten behoeve van de ondernemer zijn gedaan. Artikel 3.17 IB bevat
gedeeltelijk aftrekbare kosten.
Vermogensetikettering
Vermogensetikettering is het bestempelen tot het privévermogen dan wel
ondernemingsvermogen. Vaak is er sprake van verplicht privé- of verplicht
ondernemingsvermogen. Bij overtollige kasgelden, die niet tijdelijk overtollig zijn, is er
bijvoorbeeld sprake van verplicht privévermogen. Tussen deze 2 verplichtingen, bestaat
een tussengebied: het keuzevermogen. Soms geldt wel dat middelen op grond van de
redelijkheid en billijkheid moeten worden gesplitst in een deel privévermogen en een
deel ondernemingsvermogen. Voorwaarde hiervoor is dat beide delen een min of meer
zelfstandig karakter hebben.
Vrijstellingen
Bosbouwvrijstelling, artikel 3.11 IB
De winst uit een bosbedrijf is geheel vrijgesteld. Verliezen zijn hierdoor ook niet
aftrekbaar. Er kan echter wel worden gekozen voor ontheffing van de
vrijstellingsregeling, zodat verliezen fiscaal wel aftrekbaar zijn. De vrijstelling geldt voor
minstens 10 jaar (en tot wederopzegging).
Landbouwvrijstelling, artikel 3.12 IB
De waardeverandering van grond, gebruikt in het eigen landbouwbedrijf, is onbelast. Met
grond wordt een erfpachtrecht op grond gelijkgesteld. In artikel 3.12 lid 2 IB is het
begrip landbouwbedrijf gedefinieerd. Waardetoename die door de bedrijfsvoering zelf is
opgeroepen is wel belast (en waarde-afname hierdoor aftrekbaar). Ook is de
landbouwvrijstelling niet van toepassing indien de grond voortaan voor een andere
doelstelling wordt gebruikt.
Vrijstelling kwijtscheldingswinst, artikel 3.13 IB
Indien een schuldeiser een schuld kwijtscheldt, wordt dit niet gezien als belastbare
winst. Wel worden eerst de verliezen verrekend.
HOOFDSTUK 8
Meewerkaftrek (ondernemingsfaciliteit)
De meewerkaftrek is van toepassing op (gehuwde en ongehuwde) partners van de
ondernemer. De hoofdregel is dat deze automatisch van toepassing is, tenzij
uitdrukkelijk wordt gekozen voor een zakelijke beloning. De meewerkaftrek is onderdeel
van de ondernemersaftrek en de hoogte is afhankelijk van het aantal gewerkte uren van
de meewerkende partner en van de winst van de ondernemende partner. De omvang
van de meewerkaftrek heeft invloed op de belastbare winst. De aftrekpost geldt voor de
ondernemer, en niet voor de partner.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 4pokes200. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.