Samenvatting Cellen, weefsels en Immunologie MZK jaar 1.2
3 views 0 purchase
Course
Cellen, Weefsels En Immunologie (MHVP1CLL2B)
Institution
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Samenvatting voor het vak Cellen, weefsels en Immunologie. Hierin zijn alle colleges samengevat, aangevuld met literatuur uit het boek. Ik heb voor dit tentamen een 8,9 gehaald. Succes met leren!
Cellen, Weefsels En Immunologie (MHVP1CLL2B)
All documents for this subject (19)
Seller
Follow
marijntevelde80
Content preview
Cellen, weefsels en immunologie
Kenmerken van het leven
- Metabolisme (stofwisseling)
o Katabolisme: afbreken
o Anabolisme: opbouwen
o Assimilatie
o Dissimilatie
- Groei
- Voortplanting
- Adaptatie: aanpassingsvermogen
- Prikkelbaarheid en prikkelverwerking
- Beweging
- Homeostaseg
De hiërarchische opbouw van het lichaam verloopt als volgt:
Atomen (ionen) – Moleculen (zouten) – cellen – weefsels – organen – orgaanstelsel – organisme
Homeostase
Homeostase is het vermogen op het interne milieu in evenwicht te houden ondanks verandering van
externe factoren. Dit gaat door middel van regelkringen
Vochtbalans
Dit is belangrijk om uitdroging te voorkomen. De opgenomen hoeveelheid vocht moet gelijk zijn aan
de hoeveelheid vocht die dagelijks met urine, zweet, feces en via uitademing het lichaam verlaat.
Water is een belangrijke bouwstof, oplosmiddel en transportmiddel + warmteregelaar.
Elektrolyten
Zijn mineralen en zouten. Ze dienen voor:
- Bouwstof
- Osmolariteit
- Bestanddelen van hormonen en enzymen
- Impulsgeleiding
- Spiercontractie
pH
Wordt gereguleerd door pH-buffers. Dit zijn stoffen die bij een verandering van de concentratie H+-
ionen in het bloed de pH constant houden. Verder wordt het gereguleerd door ademhalen en
urineproductie.
Anabole en katabole processen
Anabole: opbouwreacties
Katabole: uiteenvallen grote moleculen in kleinere.
Aerobe verbranding: zonder O2 → 2 ATP
Anaerobe verbranding: met O2 → 36 ATP
De cel
Een cel is de kleinste levende eenheid van het menselijk lichaam.
Weefsel: verzameling van gelijksoortige gedifferentieerde cellen → cellen met een verglijkbare
functie, die door intercellulaire contacten en een extracellulaire matrix verbonden zijn.
Orgaan: geheel van verschillende weefsels, die samen een functie uitvoeren
Het lichaam bestaat uit meer dan 20 soorten cellen. Deze maken onderscheidt in:
- Vorm
- Functie
- Grootte
Het celmembraan
De begrenzing van cellen gaat doormiddel van een celmembraan. Alles wat zich binnen het
celmembraan bevindt is het cytoplasma. Het celmembraan scheidt het intracellulair milieu van het
extracellulair milieu. Een celmembraan is opgebouwd uit fosfolipiden (vetzuren). Fosfolipiden:
- Hydrofiele kop: water minnend
- Hydrofobe staart: watervrezen
Door het membraan zitten zich eiwitten (carriers) verspreid, en er bevindt zich cholesterol.
Functie celmembraan
Signaalherkenning van hormonen. Als bijvoorbeeld een hormoon bindt aan een receptoreiwit in het
membraan. Zo kunnen door hormonen processen aangezet worden in de cel.
Een celmembraan heeft een semipermeabele wand; het houdt sommige stoffen buiten, en andere
stoffen juist binnen.
Transport door celmembranen
- Passief transport: kost geen energie.
o Osmose: water transport naar hoge concentraties door een semipermeabele wand
o Diffusie: transport van stoffen langs de concentratiegradiënt.
- Actief transport: kost energie, vaak tegen de concentratiegradiënt in en vaak doormiddel van
transport eiwitten. Er is energie in de vorm van ATP nodig.
Gefaciliteerde diffusie: een eiwit waardoor stoffen vrij kunnen diffunderen.
- Endocytose en exocytose
o Transport van grote moleculen
o Altijd actief transport
o Gaat d.m.v. blaasjes/ vesiculair transport
- Bijzondere vorm van endocytose is fagocytose → vaste deeltjes.
,Cytoplasma bestaat uit:
- Cytosol
- Organellen
o Mitochondriën
o Kern
o Ribosomen
o Endoplasmatisch reticulum
o Golgiapparaat
o Lysosomen en peroxisomen
Mitochondriën
Produceren energie in de vorm van ATP. Ze leveren energie aan de cellen die veel
energie gebruiken; spieren, hart, lever. Het binnen membraan is sterk gevouwen →
groot oppervlak! Mitochondriën hebben hun eigen DNA en eigen ribosomen.
Mitochondriaal DNA erft x-chromosomaal over en de evolutietheorie beweert dat
een mitochondrium een op zichzelf staand micro-organisme was.
- ATP ontstaat bij de verbranding van glucose of vet
o De verbranding bestaat uit glycolyse en citroenzuurcyclus
o In mitochondriën vindt de citroenzuurcyclus/ krebs cyclus plaats
Kern
De celkern is de opslag van chromosomen → DNA + eiwitten.
- 2 meter per cel aan DNA
- Genen: code voor een eiwit
In de celkern wordt mRNA geproduceerd; de omzet van DNA zorgt voor RNA. De celkern heeft een
dubbel membraan met poriën → RNA verlaat door de poriën de kern.
Daarnaast bevindt zich in de celkern een nucleolus: vindt de productie van ribosomen plaats.
Ribosomen
Ribosomen worden in de nucleolus gemaakt, en zijn belangrijk voor de eiwitsynthese → RNA wordt
er in afgelezen en de eiwitten worden er samengesteld. Er zijn 2 soorten ribosomen:
- Vrije ribosomen: zwemmen los in het cytosol. De eiwitten worden ook in het cytosol
gebruikt.
- Gebonden ribosomen: zitten vast aan het endoplasmatisch reticulum.
o De eiwitten worden gebruikt voor export
o Of eiwitten voor in het celmembraan
Daarnaast lezen ribosomen mRNA af en zetten de code om in een eiwit.
Endoplasmatisch reticulum (ER)
Het endoplasmatisch reticulum is een systeem van buizen en membranen die verbonden zijn met het
kernmembraan. Er zijn 2 soorten:
- Ruw ER: bevinden zich ribosomen → maken eiwitten
o Eiwit productie voor export
o Productie nieuwe membraan eiwitten
- Glad ER: geen eiwitsynthese. In dit systeem vinden chemische processen en bewerkingen
plaats (lipiden en hormonen)
, Golgiapparaat
In het golgi-apparaat bevindt zich een opslag en een distributiecentrum. Daarnaast bevindt zich hier
de verdere bewerking van eiwitten plaats en het toevoegen van suikerstaarten aan de eiwitten. Na
de bewerking wordt het eiwit weer afgescheiden d.m.v. van een blaasje (secretoire blaasjes/
vesicels)→ exocytose vindt plaats.
Lysosomen en peroxisomen
Lysosomen
- Afvoerputje van de cel
- Blaasjes zijn afkomstig van het golgi-apparaat, die verterende enzymen bevat
Functie: overschotten aan moleculen, overbodig weefsel, oude organellen en bacteriën en virussen
afbreken
Peroxisomen
- Blaasjes zijn afkomstig van het endoplasmatisch reticulum
- Bevatten enzymen
Functie: afbreken van lange vetzuurketens voordat ze verder verbrand of verbruikt worden
(zenuwweefsel, galzuren)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marijntevelde80. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.50. You're not tied to anything after your purchase.