Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting college aantekeningen 'Methoden en technieken van onderzoek in de sociale wetenschappen' SPO/RUG $4.45
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting college aantekeningen 'Methoden en technieken van onderzoek in de sociale wetenschappen' SPO/RUG

4 revues
 15 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

In deze samenvatting zijn alle college aantekeningen (8 colleges) zorgvuldig uitgewerkt en op een aantal plekken aangevuld met informatie uit de boeken.

Dernier document publié: 5 année de cela

Aperçu 3 sur 21  pages

  • Inconnu
  • 20 décembre 2019
  • 8 janvier 2020
  • 21
  • 2019/2020
  • Resume

4  revues

review-writer-avatar

Par: gislenetweeboom • 1 mois de cela

review-writer-avatar

Par: phylischahellemons • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: loesoostveen • 4 année de cela

review-writer-avatar

Par: chntl- • 4 année de cela

avatar-seller
Methoden en technieken van onderzoek in de sociale wetenschappen

College 1 – 5 november 2019 (Scheepers H3 & H6)
Onderwerpen:
1. Probleemstelling en kwantitatieve onderzoeksvragen
2. Onderzoekseenheden kenmerken
3. Conceptueel model
4. Acquisitie onderzoek

Tentamen: Focus op hoe onderzoek wordt uitgevoerd en niet op de filosofische
stromingen.
Hoe onderzoek wordt gedaan hangt af van het beeld van de werkelijkheid: ontologie vs.
Epistemologie. Ontologie: zijnsleer. Focus op verbanden tussen verschillende sociale
structuren, invloed van de mens op klimaat etc. hoe zit de wereld echt in elkaar?
Epistemologie: kennisleer. Wat kunnen we met kennis? Hoe kunnen we kennis opdoen
over de werkelijkheid? Onderscheid in mensen die logische nadenken (rationalisten) en
mensen die denken dat we alleen maar ergens achter kunnen komen door onderzoek te
doen (empirist), focus op experimenteren.

Empirisch-analytische benadering: focust zich op het logisch positivisme. Belangrijk
is dat wetenschap waardenvrij moet zijn. Nadruk ligt op feiten en het daadwerkelijk
kunnen checken van die feiten. Belangrijke stroming hierbinnen is het empiricisme:
waarneembare feiten als basis voor alle kennis. Inductie: van waarnemingen naar
theorieën. Deductie: van theorieën naar testbare hypothese.
Belangrijk in deze benadering is dat onderzoek herhaalbaar en controleerbaar moet
zijn. Belangrijk persoon binnen deze benadering is Karl Popper: falsificatie bepaalt de
waarde van een theorie of empirische vondst. Je probeert je onderzoek altijd te
ontkrachten. Je kunt nooit een theorie bevestigen, maar je kunt wel zeggen dat je iets
niet hebt kunnen weerleggen. Bij een hypothese ben je bezig met het bevestigen van je
hypothese, maar ook met het ontkrachten van je hypothese. Dat is het idee van
falsificatie. Voorbeeld: alle zwanen zijn wit. Je kunt zoveel witte zwanen vinden als je
wil, maar het zal nooit genoeg zijn om te bevestigen dat ze allemaal wit zijn.

Nomothetische kennis: algemene wetten genereren, regelmatigheden vinden,
samenvattende theorieën opstellen. Belangrijk binnen deze benadering zijn
generaliseerbaarheid en causaliteit van relaties. Omdat er al veel kennis is, kunnen
we daar op voortborduren. Google werd bijv. groot doordat internet is uitgevonden.

Kenmerken van onderzoek (empirisch-analytische benadering):
 Kwantitatief: focus op kennis vergaren mbv cijfers (bijv. pijngrens cijfer geven)
 Reductionistisch: onderzoek doe je in een versimpelde werkelijkheid
 Standaardisatie: condities zijn voor alle personen hetzelfde om zoveel mogelijk
alternatieve verklaringen uit te sluiten
 Consensus (intersubjectiviteit): wordt behaald door het vergroten van de
replicatie. Door reduceren van onderzoek.

Kritiek op deze benadering:
 Zegt niks over het individu, je kunt alleen iets zeggen over het gemiddelde
 Verliest contextuele waarde, onderzoek is in gecontroleerde omstandigheden
 Meerdere invalshoeken nodig

Empirisch-interpretatieve benadering: begrijpen van de sociale werkelijkheid is het
doel. Focus op kwalitatief ipv kwantitatief. Hoe voelt iemand zich? Bekijk de wereld door
de ogen van het studie-object. Hermeneutiek: duiden van mensen en gemeenschappen
en hen vanuit hun context te begrijpen. Fenomenologie: onderzoeken hoe
gebeurtenissen beleefd worden (hoe zijn bepaalde fenomenen tot stand gekomen en hoe
worden ze beleefd, bijv oorlog).

,Kenmerken van onderzoek:
 Kwalitatief
 Idiografisch en holistisch: zoveel mogelijk informatie generen over 1 groep of
1 persoon. Volledig beeld van bepaald persoon in bepaalde situatie bijv.
 Variatie tussen personen ipv wetmatigheden: verschillen tussen individuele
belevingswerelden ipv kijken naar het algemene beeld
 Combinatie van eigen perspectief en dat van het subject
 Ongestandaardiseerd

Kritiek op deze benadering:
 Te subjectief?: conclusies etc kunnen gekleurd worden door de onderzoeker
 Eigen beïnvloeding

Complementariteit: vaak zie je in onderzoek dat beide benaderingen ook samen
kunnen gaan en gebruikt kunnen worden.

Empirische wetenschap: gericht op wat we kunnen waarnemen. Ethische
verantwoording: geen valse voorstelling van zaken, dus niet voorliegen. Soms mag je
wel bepaalde informatie achterhouden maar alleen als dit een duidelijk doel heeft. Na
afloop moeten de deelnemers dan een briefing krijgen zodat ze snappen waarom dit zo
gebeurd is.

Fundamenteel (de basis) vs. Praktijkgericht (de toepassing) onderzoek.
Fundamenteel: beter begrip van de wereld krijgen, kennis verbreden,
verklaringsgericht, sterk gecontroleerde omgeving (labonderzoek) focus op het
ontwikkelen van theorieën. Praktijkgericht: bestaande kennis toepassen op een
specifiek probleem. Hoofddoel: begrijpen/beschrijven hoe een situatie ontstaat, wat de
samenhang is etc. Gaat niet om verbreden van kennis maar om toepassen. Beschrijvend,
realistische context (in het veld).

Onderzoek onderdelen:
1. Probleemverheldering: van vage en globale probleemstelling naar een
doelstelling en concrete onderzoeksvraag.
2. Onderzoeksvraag: verschillende typen kwantitatieve onderzoeksvragen.
Frequentievraag (hoeveel, hoe vaak), verschilvraag (gemiddeldes verzamelen,
in welke mate is er een verschil in?), samenhangvraag (verbanden proberen te
leggen, is er een relatie tussen .. en ..?). Goede vragen: specifiek
(beantwoordbaar) & relevant (sluit goed aan bij de probleem- en doelstelling).
Slechte vragen: te globaal (vermijd waarom & hoe), normatieve/ethische vragen
3. Onderzoekseenheid: op wie/wat heeft de onderzoeksvraag betrekking? Het
niveau waarop je uitspraken wil doen (bijv. leerling uit groep 5, kinderopvang).
Kenmerk: eigenschapsbegrip, wat ga je meten bij de onderzoekseenheden? (bijv.
geslacht).
4. Variabele: kenmerk dat in concreet meetbare termen is omgezet. Het is een
geoperationaliseerde eigenschapsbegrip (operationaliseren = meetbaar maken).
Concept: eenvoudig kenmerk, 1 variabele zoals geslacht of leeftijd. Construct:
ingewikkeld kenmerken, vaak niet met 1 vraag te meten, dus meet je ze met
meerdere variabelen, bijvoorbeeld onderwijs effectiviteit (hier kun je meerdere
vragen over stellen). Aantal variabelen die als geheel worden genomen.
5. Conceptueel model: weergave van de relaties tussen de kenmerken (directe
kenmerken: afhankelijk/onafhankelijk & indirecte kenmerken: mediator,
moderator, confounder, 3e variabele). Opgebouwd uit alle kenmerken van de
onderzoeksvragen. Geen onderzoekseenheden (dus leerling in groep 5 staat niet
in het model). Geeft niet weer wat tot wat lijd, maar onderdelen die verband met
elkaar zouden kunnen hebben. Onafhankelijke variabele: is vrij aan te passen/te

, manipuleren, wordt niet beïnvloed. Afhankelijke variabele: komt voort uit
manipulatie van onafhankelijke variabelen.

College 2 – 12 november 2019 (Scheepers H5, 6, 9)
Onderwerpen:
1. Onderzoekstype
2. Onderzoeksontwerp:
 Zuiver experiment / Solomon design
 Quasi experiment
 Survey
 Verstorende factoren
3. Onderzoek met bestaande data

Typen van kwantitatief onderzoek:
1. Beschrijvend onderzoek: het doel is het beschrijven van bepaald fenomeen
(zonder iets aan te passen). De wereld proberen te begrijpen hoe hij
daadwerkelijk is. Het beschrijven van een huidige situatie. Veelgebruikte methode
is een enquête.
2. Explorerend onderzoek: het doel is het ontwikkelen en formuleren van
theorieën (zonder vooraf hypotheses te hebben). Je gaat opzoek naar verbanden
en oorzaken. Het risico is hierbij fishing expedition, je vind zoveel waardoor je
niet weet of het wel bruikbaar is. Methode: experiment (zonder theoretisch
kader) of secundaire analyse (analyse van bestaande data).
3. Toetsend onderzoek: hetzelfde als explorerend maar dan vanuit een theoretisch
kader. Het doel is het toetsen van theorieën met duidelijke onderliggende
hypothese. Methode: experiment en veldstudie (buiten gecontroleerde/lab
omgeving).
3b. Evaulatieonderzoek: het doel is het bepalen van de waarde/effectiviteit van een
maatregel, methode of interventie. Het verschil met toetsend onderzoek is dat dit
zich echt puur richt op de effectiviteit, en dat er geen hypothesen of theoretisch
kader is. Het wordt ook wel gezien als een specifieke vorm van toetsend
onderzoek. 2 soorten: summatief (effectevaluatie, effect op y, kijkt naar de
uitkomst van de interventie) & formatief (procesevaluatie van de interventie zelf,
doen mensen wat ze moeten doen tijdens de interventie).

Tentamen: je krijgt een casus zoals in het 1e figuur, en dan moet je een passende
onderzoeksvraag formuleren en bedenken of dit beschrijvend, explorerend of toetsend is.
Figuur 1: wat is de meest gebruikte
rekenmethode voor leerlingen met
dyscalcullie? (beschrijvend). Figuur 2 is een
explorerende vraag (in hoeverre worden
leespresentaties verbeterd).

Hoofdtypen kwantitatieve onderzoeksontwerpen: experimenteel onderzoek &
surveyonderzoek. Experimenteel onderzoek: onderzoeker grijpt zelf actief in. Bij
nieuwe of bestaande groepen. Beste vorm is een zuiver experiment en dit is ook het
meest geschikt voor meten van causaliteit. Survey onderzoek: onderzoeker staat langs
de zijlijn. Onderzoeker verricht alleen metingen, bestaande groepen (minder zuiver, er
kan al een verschil bestaan tussen groepen zonder dat je het weet). Minder geschikt voor
meten causaliteit. Vaak grootschalig, veel gegevens en veel respondenten. Wordt ook wel
observationeel of vragenlijst onderzoek genoemd. Is meestal beschrijvend onderzoek.

Causaliteit: oorzakelijk verband. Oorzaak: onafhankelijke variabele X. Gevolg:
onafhankelijke variabele Y. Vereisten:
 X gaat vooraf aan Y
 Oorzaak en gevolg hangen samen (oorzaak en gevolg hebben met elkaar te
maken)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur joscavdwey. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour $4.45. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

64419 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


$4.45  15x  vendu
  • (4)
Ajouter au panier
Ajouté