Dit is een uitwerking van alle 6 de hoorcolleges en alle 6 de werkcolleges. De verplichte jurisprudentie is uitgewerkt en er staan stappenplannen in voor het uitwerken van casussen.
HOORCOLLEGE 1
Verbintenis: vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer personen op grond
waarvan de een recht heeft op een prestatie waartoe de ander verplicht is die te verrichten.
Feitelijke handeling: (on)rechtmatige daden – een rechtsgevolg is niet beoogd.
Rechtshandeling: wil en verklaring bestaande uit eenzijdig (ongericht en gericht) en meerzijdig (ovk
met aanbod en aanvaarding) – een rechtsgevolg is beoogd.
Wilsverklaring
De keuzevrijheid van een individu waarbij er een bescherming is van vertrouwen. Art. 3:35 jo. 3:36
BW: ‘uit het gedrag redelijkerwijs mocht afleiden’. De verklaring moet altijd worden gedaan t.o.v. de
wederpartij.
Overeenkomsten
Obligatoire overeenkomst: een overeenkomst die ervoor zorgt dat er een verbintenis ontstaat.
Wederkerige overeenkomst: een overeenkomst waarbij elke partij moet presteren.
Een overeenkomst heeft een verbintenis scheppend karakter, het is een rechtshandeling opgebouwd
uit een wil en een verklaring. Deze is in beginsel vormvrij, art. 3:37 lid 1 BW, met twee
overeenstemmende wilsverklaringen, art. 6:217 BW.
Het aanbod bevat de hoofdelementen waarbij een simpele ‘ja’ genoeg moet zijn om een
overeenkomst te kunnen sluiten – moet volstaan om te aanvaarden.
Het aanbod moet daarbij wel voldoende bepaalbaar zijn volgens art. 6:227 BW. Een aanbod moet
worden onderscheiden van een uitnodiging tot onderhandelen. Afwijkende aanvaarding is een nieuw
aanbod, art. 6:225 lid 1 BW. Er is herroepelijk en onherroepelijk aanbod, art. 6:219 BW.
Intrekking moet de wederpartij eerder dan/ gelijktijdig met de ingetrokken verklaring bereiken, art.
3:37 lid 5 BW.
Gerechtvaardigd vertrouwen, art. 3:35 BW
De uiterlijke schijn van de verklaring gaat boven de interne wil, voor zover de geadresseerde er
gerechtvaardigd op heeft vertrouwd dat de verklaring welgemeend was.
Als wederpartij gerechtvaardigd had vertrouwd komt een rechtshandeling tot stand ondanks het
ontbreken van een overeenstemmende wil en verklaring. Dit is de wilsvertrouwensleer: art. 3:33 jo.
3:35 BW.
Art. 3:33 BW gaat over wilsverklaringen. Maar wat als wil en verklaring uiteenlopen door
bijvoorbeeld een verschrijving, verspreking, een grapje, etc. Dit wordt ook wel oneigenlijke dwaling
genoemd. Bij deze vraag hoort het HR Bunde/ Erckens.
Gevolg: er komt geen overeenkomst tot stand. Er is namelijk een wilsontbreken. Tenzij er
gerechtvaardigd vertrouwen bij de wederpartij is, art. 3:35 BW.
a. Een verklaring of gedraging van de persoon aan wie de wederpartij het vertrouwen
tegenwerpt, die
b. Door de wederpartij is opgevat als een tot hem gerichte verklaring van een bepaalde
strekking, en die
1
, SAMENVATTING CONTRACTENRECHT 2020-2021
c. De wederpartij onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs zo mocht opvatten.
Goede trouw (art. 3:11 BW) en onderzoeksplicht
Hij/zij kende het wilsdefect niet en behoefde het ook niet te kennen.
Onverwacht (change of mind)
Plaats van handeling
Vaardigheden (men moet zich bewust zijn van dat wat zij ondertekenen
Rekening houden met het feit dat er voor iemand (wp) nadeel is!
Wilsleer: de interne wil van de handelende persoon is doorslaggevend
Verklaringsleer: rechtshandeling komt tot stand conform verklaring, of deze overeenstemt met de wil
of niet.
Vertrouwensleer: voor het tot stand komen van een rechtshandeling is het vertrouwen van de
wederpartij doorslaggevend.
Er zijn situationele en relationele omstandigheden: wanneer partijen elkaar hebben begrepen, geldt
art. 3:33 BW, hoe ongelukkig zij zich ook hebben uitgedrukt.
Wilsontbreken
Oneigenlijke dwaling
Onjuiste voorstelling van zaken omtrent de inhoud van de door hen uitgewisselde verklaringen.
Verspreking. Verschrijving (misverstand)
Verklaring richt zich tot een niet bedoeld persoon (afdwaling)
Onjuist overgebracht door communicatiemiddel/bode (art. 3:37 lid 4 BW, geen art. 3:35 BW)
Inhoud van de verklaring wordt door partijen verschillend opgevat als gevolg van
dubbelzinnig woordgebruik (art. 3:35 BW)
Geestelijke stoornis, 3:34 BW
Zowel tijdelijk als blijvend
Stoornis moet handelen beletten
Wat zou een gemiddeld persoon doen?
Art. 6:227 a-c jo. 6:233om jo. o BW : elektronisch contracteren: nadere vereisten met specifieke
informatieplichten van de aanbieder (bedenktijd van 14 dagen).
Inhoud van de overeenkomst
Contra proferentum regel: als in algemene voorwaarden een onduidelijk beding staat, wordt
beding in het nadeel uitgelegd van diegene die het beding heeft opgesteld, art. 6:231 jo.
6:238 lid 2 BW
Redelijkheid en billijkheid, art. 6:248 BW
Gerechtvaardigd vertrouwen, art. 3:35 BW
HR Haviltex
Een zuiver taalkundige uitleg (objectief) is onvoldoende om verhouding tussen partijen te bepalen en
een leemte te vullen, het komt aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden
redelijkerwijs over en weer aan deze bepalingen mochten toekennen en wat zij redelijkerwijs van
elkaar mochten verwachten (subjectief).
HR FNV/Condor
Dit arrest gaat over de positie van derden. Hierbij zijn het relativiteitsbeginsel en partijautonomie van
belang. Derden die geen partij zijn kunnen wel rechten ontlenen
Cao-norm
2
, SAMENVATTING CONTRACTENRECHT 2020-2021
Bestaansgrond: derdenbescherming en noodzaak van een eenvormige uitleg voor partijen. Vloeiende
overgang met Haviltex, technische betekenis bij het concrete geval en partijbedoeling blijft!
HR DSM/Fox
De subjectieve uitleg wordt wat naar de achtergrond geplaatst. Derden hebben geen kennis van de
partijbedoelingen.
HR Lundiform/Mexx
Entire agreement clause: de bedoeling van partijen blijft doorslaggevend.
Standaardbepalingen die niet de kern van de overeenkomst raken en waar doorgaans niet
individueel over wordt onderhandeld.
Hieruit volgt niet dat de ovk taalkundig moet worden uitgelegd. Wel kan de clausule bijdragen aan
het oordeel dat een ovk primair taalkundige moet worden uitgelegd, omstandigheden van het geval
blijven belangrijk (Haviltex).
Zijn contracterende partijen ‘gelijkwaardig’? Ja: afbakeningsfunctie van de clausule. Er is echter wel
een geringe zekerheid.
Niveaus van uitleg van de overeenkomst (Valk)
I. De wilsvertrouwensleer (art. 3:33 jo. 3:35 BW, wil en verklaring met gerechtvaardigd
vertrouwen).
II. De Haviltex maatstaf, met extra gewicht voor:
a. Uit-onderhandelde contracten (HR Lundiform/Mexx)
b. De positie van derden (HR DSM/Fox & FNV/Condor)
III. Bijzondere uitlegregels
a. Persoon van de contractant.
Voor het art. 3:35 BW verweer moet er naar alle feiten en omstandigheden worden gekeken, zoals
de aard van de rechtshandeling, de hoedanigheid van partijen en hun onderlinge verhouding. Het
gaat bij art. 3:33 BW om het moment van de rechtshandeling.
Voor een rechtsgeldige overeenkomst is er een geldige wil en verklaring ex art. 3:33 BW nodig. Beide
partijen moeten een wil hebben gehad de overeenkomst te sluiten en deze wil hebben verklaard.
Als een van de partijen zich op een wilsontbreken beroept, zou de andere partij zich kunnen
beroepen op gerechtvaardigd vertrouwen van art. 3:35 BW. Om een gerechtvaardigd beroep te doen
op dit artikel moet er sprake zijn van te goeder trouw van art. 3:11 BW.
Dit betekent dat de koper een onderzoeksverplichting heeft om het goed dat deze wil kopen te
onderzoeken en of dit goed ook redelijkerwijs naar omstandigheden op een juiste manier is
aangeboden, denk aan een super goedkope ketting/ laptop, etc. Zie het voorbeeld van de luxe-
ketting.
WERKCOLLEGE 1
3
, SAMENVATTING CONTRACTENRECHT 2020-2021
De precontractuele fase
Contractsvrijheid tegen precontractuele aansprakelijkheid bij:
a. Misbruik van omstandigheden (bijv. ontwerpen)
b. Voorkomen dat de wederpartij plots onderhandelingen afbreekt
c. Marktwerking: beperkte vrijheid om te onderhandelen
In de precontractuele fase onderhandeld men vaak over wat er in het overeenkomst komt te staan.
Deze fase is vooral belangrijk bij grote, ingewikkelde overeenkomsten.
Precontractuele aansprakelijkheid zijn partijen al in onderhandeling met elkaar. Op een gegeven
moment denk partij A dit wordt hem niet, partij B wil dan haar schade vergoed zien. Partij B heeft
misschien al kosten gemaakt.
Contractsvrijheid is het kernonderdeel van de precontractuele fase.
Precontractuele fase begint bij HR Baris/ Riezenkamp.
HR Baris/Riezenkamp
Precontractuele fase wordt beheerst door redelijkheid en billijkheid -> rekening houden met
gerechtvaardigde belangen van de wederpartij.
Negatief contractsbelang
Art. 6:96 lid 1 jo. 6:227 BW: geleden verlies – ervan uitgaande dat er geen contract is, herstel in de
oude toestand. Het betekent een contractant terugbrengen in de toestand waarin hij zou hebben
verkeerd als de overeenkomst niet was gesloten.
Positief contractsbelang
Art. 6:96 BW: gederfde winst – ervan uitgaande dat er een contract is
HR Plas/Valburg
Dit zijn de 3 fasen van de onderhandelingen
1. Eerste onderhandelingen afbreken mag
2. Afbreken mag, maar sommige kosten moeten vergoed worden (kans schade en bovenmatige
aquisitiekosten, alle onkosten) negatief contractsbelang
3. Afbreken mag niet. Er is namelijk gerechtvaardigd vertrouwen (in strijd met redelijkheid en
billijkheid), ofwel totstandkomingsvertrouwen positief contractsbelang
Aspecten die meewegen:
i. Mate waarin afbrekende partij heeft bijgedragen aan het vertrouwen
ii. Belangen afbrekende partij moeten worden meegenomen
iii. Onvoorziene omstandigheden
iv. Het gehele verloop van de onderhandelingen moet worden meegewogen
HR CBB/ JPO
Nuancering HR Plas/ Valburg
Het uitgangspunt is dat contractsvrijheid voorop staat. Men is vrij de onderhandelingen af te breken,
tenzij er sprake si van totstandkomingsvertrouwen.
WERKCOLLEGE 2
4
, SAMENVATTING CONTRACTENRECHT 2020-2021
TOETSINGSKADER ALGEMENE VOORWAARDEN
1. Is er sprake van een algemene voorwaarde?
Eerst aan art. 6:231 sub a BW. Later moet er pas gekeken worden of er sprake is van art. 6:245/247
BW.
Art. 6:245 BW: uitsluiten van algemene ovk en collectieve ovk
Art. 6:247 BW: internationale ovk
2. Totstandkoming
Art. 3:33 BW: wil en verklaring door gebruiker en wederpartij
Art. 6:217 BW: aanbod en aanvaarding door gebruiker en wederpartij (bij aanbod horen de algemene
voorwaarden)
Art. 6:232 BW: snelle gebondenheid
Uitleg van Haviltex, maar ook extra bescherming via art. 6:238 lid 2 BW. Deze uitleg is contra
proferentum. Dat betekent dat het onderdeel dat ten gunste van de consument werkt, geldt.
3. Aantasten van algemene voorwaarden
Dit kan door middel van nietigheid/vernietigbaarheid op grond van art. 3:40 BW (bijv. art. 7:6 BW
consumentenkoop). Het kan ook door vernietigbaarheid via afdeling 6.5.3 BW.
Als het onaanvaardbaar via art. 6:248 lid 2 BW ofwel de redelijkheid en billijkheid dan kan ook de
algemene voorwaarden worden aangetast.
HR Gestikte varkens
Een exoneratiebeding dient buiten toepassing te blijven voor zover die toepassing in de gegeven
omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Gezichtspunten van dit arrest:
1. Opzet en bewuste roekeloosheid
2. Alle omstandigheden van het geval
3. Laakbaarheid van het verzuim dat tot aansprakelijkheid zou moeten leiden
4. Eventuele schade door de verzekering is gedekt
5. Gevolgen van het verzuim
Je kan de vernietigbaarheid van art. 6:233 BW niet tegelijk inroepen met art. 6:248 lid 2 BW.
Formele vernietigingsgronden
art. 6:234 lid 1 jo. 6:233 sub b BW
De hoofdregel is hier dat er een fysieke terhandstelling en inzage bij de KvK/ griffie recht en
voorwaarden toezenden op verzoek kan worden toegediend.
HR Geurtzen/Kampstaal
Wederpartij kan zich niet op vernietigbaarheid van een beding beroepen, wanneer hij ten tijde van
het sluiten van de ovk met dat beding bekend was, geacht wordt bekend te zijn (ook redelijkheid en
billijkheid kan van toepassing zijn).
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnnevanDrimmelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.