100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting politicologie H3 $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting politicologie H3

 83 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting H3 van politicologie geschikt voor rechten, bestuurskunde, sociologie, communicatiewetenschappen en politiekewetenschappen

Preview 3 out of 16  pages

  • Unknown
  • December 21, 2019
  • 16
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 3: Ideologieën
1 WAAR KOMT ‘IDEOLOGIE’ VANDAAN?

1.1 GESCHIEDENIS VAN HET CONCEPT IDEOLOGIE
Volgende personen beschreven ideologie als volgt.

1.1.1 Antione Destutt de tracy
Hij had met dat woord een nieuwe, empirische wetenschap voor ogen, een idee-ologie, een
wetenschap van ideeën die valse van ware kon onderscheiden. Het leven kan worden verbeterd
indien we wetenschappelijk inzicht krijgen in de verhouding tussen ideeën en werkelijke behoeften.
Ideologie = kind van de verlichting
1769: idee-ologie als neutrale wetenschap
1801-1815 Eléments d’Idéologie

1.1.2 Napoleon
Aanvankelijk steunde hij les idéologues maar na zijn machtsuitbreiding, liep hij niet hoog op met
ideeën en idealen, en gebruikte ideoloog met negatieve connotatie. Een ideoloog was blind voor de
werkelijkheid. Het is abstract , sinister en radicaal.

1.1.3 Marx & Engels
Ideeën van de heersende klasse zijn de heersende ideeën. Ideologie is vals bewustzijn. Een
instrument van verdrukking. Ideologie is een verdraaiing van de werkelijkheid: de bezittende klasse
dringt hun visie op en die verbergt en bevestigt bestaande machtsverhoudingen. Ideologie is
onderdeel van de superstructuur (denken dat is losgemaakt van zijn materiële basis). Klassenloze
samenleving = geen misleidende ideologie meer
De Duitse Ideologie

1.1.4 Lenin
Ziet ideologie als neutraal begrip, proletariaat moet ook over ideologie beschikken (socialisme) dat
door intellectuele voorhoede in hen wordt geïnjecteerd. Hij sprak over socialistische ideologie.
Wetenschap en ideologie was hetzelfde. (wetenschappelijk socialisme)

1.1.5 Gramsci
Culturele hegemonie: wereldbeeld van een bepaalde klasse is dominant omdat het door andere
klassen stilzwijgend geaccepteerd wordt (common sense). Daarom is proletariaat in kapitalisme niet
revolutionair. (hegemonie van bourgeoisideeën). Bepaalde sociale patronen worden door cultuur
dominant en een deel van dagelijkse gewoonten => culturele norm = universeel geldende ideologie

1.1.6 Marcuse
One dimensional man: een geavanceerde industriële samenleving vormt een alomvattend repressief
systeem dat alle vormen van oppositie absorbeert (repressieve tolerantie)

1.1.7 Conservatieven
Sceptische houding t.o.v. ideologie. Wantrouwen tegen abstracte principes en filosofie, tegen
rationalisme en vooruitgang. De wereld is heel complex en die veranderen ligt buiten de capaciteit
van de menselijke geest. Ideologie = te simplistisch. Conservatisme = houding, geen ideologie.

,2 WAT IS IDEOLOGIE?
Er bestaan heel wat definities en omschrijvingen van ideologie en is geen enkele op zichzelf
adequaat. Het concept staat voor een brede waaier van betekenissen. Een ideologie staat daarin
steevast o.a. voor een verbaal beeld van de good society en de manier waarop die geconstrueerd
kan worden.

Wat ideologie niet is, is een wetenschappelijke theorie. Het verschil tussen beiden is niet altijd zo
duidelijk, omdat aanhangers van een ideologie soms beweren dat hun visie wetenschappelijk
gefundeerd is of omdat sociale wetenschappers soms onvoldoende beseffen hoe hun eigen
ideologische vooringenomenheid hun theorieën beïnvloeden. Maar wetenschappelijke theorieën zijn
empirisch van aard, ze moeten beschrijven en verklaren wat is, niet voorschrijven wat zou moeten
zijn. Ideoloog = geïnteresseerd in gevolgen, wetenschapper niet

SYNTHESEOMSCHRIJVING
Samengevat is een ideologie is een neutraal concept dat verwijst naar een actie-gericht
gedachtensysteem, naar een set van ideeën die de doelen en middelen van sociale actie poneren,
motiveren of verklaren, ongeacht de vraag of die actie de sociale orde wil bevestigen,
omverwerpen of langzaam aanpassen.

Ideologie = noch goed/slecht, noch open/gesloten, noch bevrijdend/beklemmend – kan verschillende
gedaanten aannemen

= inclusieve omschrijving = voor- en nadeel

Overlapping, mengvormen etc.

1 -----3 hoe?----> 2

HEYWOOD INVLOEDRIJKE DEFINITIE




3 DE MORFOLOGIE VAN
IDEOLOGIEËN
Belangrijker dan een definitie, is dat elke ideologie in principe uit drie bestanddelen bestaat.

3.1.1 Analysekader
Een kijk of visie op de wereld, een benadering van het bestaande, een diagnose van de maatschappij
zoals ze is. Hoe zit de wereld in elkaar? Welke problemen (afwijkingen tussen het ideaal en de
realiteit) zijn er? Kortom, ideologie als venster op de wereld, vaak gegoten in een specifiek
taalgebruik. Ideologie helpt dus om de wereld te ordenen, om die te analyseren.

3.1.2 Normatieve omschrijving
Ideologie bevat een omschrijving van de ideale samenleving niet hoe het is, maar hoe het zou
moeten zijn. Hier komen waarden en normen naar voren, alsook het doel, hoe we de samenleving in
de toekomst moeten opbouwen. Het is vanuit deze conceptie van de ideale wereld dat de huidige
wordt geanalyseerd, dat criteria en richtlijnen voor actie worden gehaald.

, 3.1.3 Operationele bestanddeel
Uitspraken over de strategie, over de weg die moet worden gevolgd om 1 en 2 met elkaar te
verbinden. Hoe kunnen we van het bestaande naar het ideale overgaan? Welke maatregelen en
methoden zijn toegelaten of noodzakelijk?

-----

Elke ideologie kent een morfologie, een vorm en structuur, te begrijpen een cluster van een reeks
fundamentele kerngedachten, met daar rond een periferie en allerlei aangrenzende begrippen die
niet essentieel zijn om van een ideologie te kunnen spreken of die niet allemaal even centraal staan
in een welbepaalde ideologie.

Ideologieën zijn analysekaders en zeggen hoe de ideale maatschappij er uit zou moeten zien.
Ideologieën zijn dus descriptief, want ze vormen een intellectuele kaart over het functioneren van de
bestaande samenleving. Tegelijk zijn ze ook prescriptief, want een ideologie bevat niet enkel feiten
maar ook waarden. Een ideologie is dus geen wetenschap en op sommige punten komt een
ideologie, ook als analysekader, neer op het aanvaarden van sommige geloofspunten. Ideologie is
geen waarheid, maar een middel om een waarheid te construeren.

Van abstracte theorieën (2) naar concrete ideeën (3)
= strategie, tactiek van politieke bewegingen etc.


4 LINKS EN RECHTS: ORDENING VAN IDEOLOGIEËN?
Iedereen heeft zijn eigen, doorgaans onbewust locatiemechanisme. Een heel populaire manier om
het politieke landschap te structureren is het onderscheid tussen links en rechts. Onderzoek leert
dat kiezers een globale links-rechts indeling gebruiken om hun stem te bepalen.

Het verschil tussen links en rechts verschuift door de geschiedenis heen en die inhoud van die
begrippen hangt af van hoe de meerderheid van de burgers ze invullen. Waar komt die indeling
vandaan?


4.1 OORSPRONG VAN LINKS & RECHTS

Ontstaan: 7 mei 1789

Er bestaat enige discussie over de precieze oorsprong van de links-rechts tegenstelling. Volgens een
visie ontlenen we deze opdeling aan het 17de-eeuwse Engelse parlement, waar de gewoonte was
ontstaan dat de regerende partij rechts en de oppositiepartij links van de voorzitter ging zitten.

Maar de meest gangbare verklaring verwijst naar de Franse revolutie. Links en rechts werden deel
van het politieke vocabularium enkele weken na de openingszitting van de Franse Staten-Generaal
op 5 mei 1789, samengeroepen door Louis de 16 e die in grote financiële problemen was geraakt. Bij
de vergaderingen kenden de vele Franse vertegenwoordigers, zeker van de ‘derde stand’ de
gebruiken van het Engelse parlement, waar de regeringsaanhang rechts en de oppositie links van de
voorzitter zat.

Op 7 mei 1789 stemde men door de vergadering in 2 op te delen:

- eens met conservatieve motie = rechts staan

- een met hervormingsgezinde motie = links staan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louise123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  3x  sold
  • (0)
  Add to cart