Een volledige samenvatting van het boek 'in verzekerde bewaring' van Vandenbroeck. Dit boek is verplichte tentamenstof van het onderdeel 'Kind' van het vak Kind en Jeugd van het NVO-pluspakket. Met deze samenvatting heb ik het tentamen met een 8.2 behaald.
Samenvatting Vandenbroeck - In verzekerde bewaring
Het boek vertelt de geschiedenis van de Belgische en Vlaamse kinderopvang, van de oprichting van
de eerste crèche in 1845 tot de discussies over de sociale functie van de kinderopvang.
H1: Het begin van de twintigste eeuw
1.1 Maatschappelijke en politieke context
Van extreem naar sociaal liberalisme
Tweede helft van de 19e eeuw:
- Toenemende concentratie van arbeiders in steden
- Verschuiving van een gezinsinkomen naar individueel loon (door scheiding tussen woning en
werkplaats, bij landbouwers)
Einde van de 19e eeuw:
- Het besef groeit dat begeleidende sociale maatregelen noodzakelijk zijn
- Er komen wetten tot stand over arbeidsvoorwaarden, vrouwen- en kinderarbeid, woning etc.
Laatste 2 decennia van de 19e + de eerste 2 decennia van de 20e eeuw:
- Sociale maatregelen zoals verplicht bevallingsverlof, verbod op kinderarbeid
- Opvoeding; wet op de kinderbescherming
Pauper Martin
Ondanks bovenstaande maatregelen blijven de levensomstandigheden van arbeiders ongunstig
(lange werkdagen, lage lonen, gebrekkige huisvesting).
Arbeid(st)ers
- Vrouwen mogen naast de man in de fabrieken werken, maar wel voor minder loon.
- Vrouwen zijn niet verkiesbaar en hebben ook geen stemrecht
- Het is een mythe dat de verstedelijking en de industrialisatie hebben geleid tot de creatie
van het geïsoleerde kerngezin
In effrayant pourcentage (een beangstigend percentage)
- Typerend voor deze tijd is de hoge kindersterfte. Bij meisjes ligt deze hoger dan bij jongens in
België.
- Belangrijkste oorzaken kindersterfte: diarree, besmettelijke kinderziekten of darminfecties te
wijden aan voedingsgewoonten (bij baby’s veel gebruik van kunstmatige voeding). Om het
huilen tegen te gaan krijgen baby’s kalmeringsmiddelen. Deze combinatie leidt tot
kindersterfte
- De kindersterfte wordt toegeschreven aan de vrouwenarbeid + meer aan
opvoedingsgewoonten dan aan contextvariabelen.
Filantropie en caritas
- Er wordt een wet aangenomen die ervoor zorgt dat er geen schadevergoeding mag worden
uitbetaald bij het overlijden van een kind jonger dan 5 jaar.
- De Filantropie ontstaat. Die wil zich het lot aantrekken van de nieuwe armen, die wordt
gezien als een klasse die een gevaar vormt voor de samenleving.
- Vanuit 2 verschillende hoeken wordt gezocht naar manieren om de negatieve effecten van
industrialisatie
1) Verlichte liberale burgers (filantropische) —> Blijven het burgerlijk ideaalbeeld
(vrouw = huisvrouw) aanprijzen
2) Christelijke caritas (katholieke)
—> Vooral moeder-kind zorg staat centraal.
1
, - De filantropische verenigingen (gevolgd door de katholieke) richten de volgende dingen op:
zuigelingenraadplegingen, melkkeukens kantines voor moeders, bewaarschool en crèches.
- Men kan deze initiatieven beschouwen als:
1) Een middel om vanuit de burgerij een patriarchaal model op te dringen aan de
arbeidersklasse
2) Een middel om zelf de patriarchale model te ontvluchten
- Patriarchale model: er zijn voor vrouwen 2 mogelijkheden om een verantwoordelijke taak in
de samenleving op te nemen:
1) toetreden tot een congregatie
2) een rol opnemen in een filantropische verenging
- Na de arbeidsonrust in 1886 worden vrouwen ervan beschuldigd hun opvoedkundige taken
te verwaarlozen en daardoor te zogen voor sociale onrust.
1.2 De wetenschap
- Charles Darwin (the origin of species) wordt massaal gelezen.
- Door het stoppen van kinderarbeid + de invoering van de leerplicht —> kinderen zijn geen
bron van inkomsten meer, maar een bron van onkosten (ze worden gezien als kapitaal waar
je in moet investeren = kind als kapitaal)
- Spencer: evolutiebeginsel. Doel van de opvoeding is de regeling van het gedrag op grond van
de evolutie, met daarin voldoende aandacht voor het zelfbehoud van de burger.
- In de 19e eeuw komt ook de experimenteel-wetenschappelijke denkrichtingen op en de
statistische wetenschappen.
- De medische wetenschap maakt vooruitgang —> de vaccinatie, sterilisatie en algemene
hygiëne komen. Het begrip ‘preventie’ wordt geboren.
- Kindverzorging wordt een specialisme van de geneeskunde (preventieve
kindergeneeskunde).
- De wetenschappelijke aanbevelingen maken van de opvoeding een specialistenwerk
Decontextualisering, normalisering en naturalisering
- De levenssituatie van jonge kinderen wordt gedecontextualiseerd —> ze wordt geanalyseerd
los van de betekenis die de ouder zelf aan de context geven en los van de sociaal-
economische verhoudingen
- De normen waaraan men zich dient te houden, worden genaturaliseerd —> vanaf nu is het
ook natuurlijk dat moeder de exclusieve en primaire zorg voor het jonge kind op zich nemen.
o Door de decontextualisering, normalisering en naturalisering komt de
(arbeiders)moeder steeds meer op de voorgrond. Zij is verantwoordlijk voor de
kindersterfte en voor de ontwikkeling van het nageslacht.
o De toenemende invloed van deskundigen op de opvoeding is te beschouwen als een
effect maar ook als een belangrijke stimulus in deze evolutie.
o Opvoedingsondersteuning wordt aan het begin van deze eeuw op die manier
onderbouwd.
1.3 De kinderzorg op het terrein
Protagonist = voorvechter/hoofdrolspeler
Twee belangrijke protagonisten over de maatschappelijke plaatsbepaling vd kinderopvang zijn:
- Henri Velge: is woordvoerder van het officiële discours/discussie over de zorg voor jonge
kinderen in de 1e helft van de 20e eeuw. Hij is conservatieve rechtse katholiek. Hij publiceert
het 1e deel van de 3 rapporten over de kinderbescherming
- Elise Plasky-Van de Vyvere: Is inspectrice van de crèches. Ze verdedigt het recht op arbeid
voor de vrouw en bestudeert thema’s uit de sociale gezondheidszorg. Is niet een
vertegenwoordiger van het agressieve feminisme. Was een van de eerste leidinggevende
2
, vrouwelijke ambtenaren. Ze was verantwoordelijk voor het toezicht op de regelgeving over
vrouwelijke arbeid en kinderzorg.
Overzicht
In de tweede helft van de 19e eeuw worden in de meeste West-Europese landen crèches opgericht.
- De eerste Belgische kinderdagverblijf wordt opgericht op 25 dec 1845
- De term crèche verwijst naar de metafoor van het hulpeloze Jezus-kind dat in de stal
geboren wordt (kribbe)
In Frankrijk ontstaan er Salles d’asile
- In 1881 bestaan er 5000 van deze voorzieningen
- Het doel is dubbel: voorzien in opvang van arbeidskinderen + voorschoolse opvoeding
meegeven
o In België hebben de crèches alleen een sociale functie en geen educatieve functie
Het 1e rapport over de toestand van de kinderzorg op het terrein is in 1909 door Elise Plasky
gepubliceerd.
- De opvoedkundige praktijk krijgt nauwelijks aandacht in het rapport De enige verwijzing is
het aantal monographies (=dat kinderen niet vaak gewiegd mogen worden).
- Kinderen krijgen een uniform van de crèche aan
- Er is geen ontmoeting/dialoog tussen ouders en leidsters.
La pauvrete a boison de conseils (armoede met advies)
- Crèches hebben een dubbel doel:
1) De zorg om kinderen (kind als kapitaal)
2) Normalisering van de arbeidersmoeders
- Crèches bepalen zelf wie er opgenomen worden (haast alle crèches zijn private initiatieven)
- Sommige crèches organiseren lessen voor de moeders
Kinderdagverblijven is te beschouwen als:
- een vd elementen voor de preventie van kindersterfte
- zorg voor de arbeidersklasse
- zuigelingenraadplegingen:
o 3 doelstellingen van instrumentele/materiële steun aan ouders
o 1 doelstelling over de opvoedingscapaciteiten (oa over lichamelijke
verzorging/moedermelk)
—> werkende moeders komen weinig naar de raadplegingen (vaak pas als kind ernstig
ziek is)
—> Naast de raadplegingen worden ook vroedvrouwen ingezet om moeders raad te
geven
1.4 De maatschappelijk functie
De discussies over de kinderdagverblijven gaan voornamelijk over:
- Hun pedagogisch project (behorend tot het domein vd opvoeding of niet)
- Hun toegankelijkheid (een recht voor elk gezin of een noodzakelijk kwaad)
- Hun organisatie (publiek of privaat)
- Hun missie (emanciperend of normaliserend)
De discussie kan het beste geïllustreerd worden door twee antagonisten (tegenstanders)
Elise Plasky (overheidsambtenaar met weinig politiek invloed)
- Voert een strijd tegen kindersterfte
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lientjee25. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.