100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Neurofysiologie samenvatting 2024 $9.21   Add to cart

Summary

Neurofysiologie samenvatting 2024

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Duidelijke samenvatting van de te kennen stof voor neurofysiologie. Alle stof is besproken.

Preview 4 out of 44  pages

  • September 25, 2024
  • 44
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Neurofysiologie samenvatting
Les 1: Reflexen
Inleiding
 Reflex = een motorisch antwoord op een prikkel die het CZS passeert.
o Passeert langs ruggenmerg/ hersenstam: dus niet de cortex.
Hierdoor kan men zich niet bewust zijn van een reflex.
o Het is een vaste automatische respons na een eenvoudige
stimulus: een vaste respons wil zeggen dat als reactie op een
bepaalde stimulus altijd hetzelfde motorische antwoord is.
o De reactie vereist geen mentale processing: je kunt niet bewust
nadenken over een reflex (passeert niet de cortex), het is dus
onwillekeurig.
 Reflex bestaat altijd uit 5 componenten:
1. Receptor (creëert AP)
2. Afferente vezel (transporteert AP)
3. Motorneuron (gelegen in CZS en zal bij AP dat > treshhold zelf
ook een AP genereren)
4. Efferente vezel (transporteert AP van motorneuron)
5. Effector structuren (AP komt op motorische eindplaat waar
weer een treshhold moet worden overschreden voor een
respons van de effector = spier)
 Bedenk dat men zich ná de reflex (terugtrekken van je arm van een
hete ovenplaat) wel bewust is van de pijn en het terugtrekken van de
arm. Dit is omdat de afferente neuronen ook synapsen met neuronen
die wel tot aan de cortex gaan. Dit duurt echter langer dan de reflex
zelf: men is het zich pas achteraf bewust.
o Belangrijk is de thalamus: hier passeert de prikkel die naar de
cortex wordt gestuurd. De thalamus = schakelstation en bestaat
uit meerdere kernen.
2 kernen die je moet kennen en belangrijk zijn voor reflex zijn:
1.) VPM = ventro-postromediale thalamische nucleus
(herinner dat je deze ook moet kennen voor het deel neuro-anatomie in context van N.
trigeminus)
2.) VPL = ventro-postrolaterale thalamische nucleus
(Herinner dat je deze ook moet kenen voor het deel neuro-anatomie in context van de
lemniscale- en spinothalamische banen)
 Reflexen kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieën:
Locatie
o Ipsilaterale reflex:
De receptor en de effector voor reflex liggen aan dezelfde zijde
van het lichaam. bv. pijn reflex waarbij men met linkerarm de
hete ovenplaat raakt en daarbij ook de linkerarm terugtrekt.
o Contralaterale reflex
De receptor en de effector liggen aan tegenovergestelde kant van
het lichaam. Bv. pijnreflex waarbij men met linkervoet in een
naald stapt. Men trekt dan linkervoet weg (=ipsilateraal) maar

, rechtervoet en rechterbeen moeten aanspannen zodat men bij
wegtrekken linkervoet niet omvalt (=contralateraal)
o Bilaterale reflex
De receptor die stimulus ontvangt is aan 1 zijde van het lichaam.
De respons is echter aan beide zijden van lichaam. Bv. de pupil-/
lichtreflex
 Reflexen kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieën:
Functioneel
o Proprioceptieve reflexen = spierrekkingsreflex
Hierbij spelen proprioreceptoren/ dieptereceptoren een rol: dieper
gelegen.
bv. de kniepeesreflex.
o Exteroceptieve reflexen = huidreflex = vreemde reflexen
De input komt via de huid (oppervlakkig) en zal onderliggende
spieren activeren (receptor en effector zijn gescheiden). Bv.
pijnreflex.
o Pathologische reflexen = afwijkend reflex (kunnen zowel
proprio- als exteroceptieve reflexen zijn)
Een reflex is pathologisch als:
 Het aanwezig is als het afwezig hoort te zijn
 Het afwezig is als het aanwezig hoort te zijn
 Het sterker is dan normaal


Proprioceptieve reflexen
 Proprioceptie = kinesthesie = positiezin: we zijn ons bewust van hoe
we staan/ waar onze armen zijn/ hoe we bewegen etc. Dus in de
structuren die deze bewegingen en houdingen mogelijk maken vindt
men proprioreceptoren die deze informatie naar centraal zenuwstelsel
sturen.
 Er zijn 3 soorten proprioreceptoren:
1. Gewrichtsreceptoren
Type I, II, en III hebben een capsule om zich heen en verzorgen
informatie over de stand van het gewricht.
Type IV heeft geen capsule en verzorgd informatie over pijn.
2. Golgipeeslichaampjes
Deze liggen in de pezen en zijn ingekapseld in een kapsel.
Vanbinnen liggen er dunnen collageenvezels. Wanneer een spier
contraheert, zal deze aan de pees trekken zodat deze rekt, hierdoor
zullen de kapsels meerekken en de collageenvezels dichter op elkaar
komen te liggen. Het samendrukken van de collageenvezels wordt
gemeten door een Ib-sensorisch neuron.
3. Spierspoelen
Deze liggen tussen de skeletspieren. Het zijn ook ingekapselde
structuren, maar deze bevatten spiervezels in het kapsel =
intrafusale spiervezels. Centraal in de spierspoel is de ‘buik van
de spierspoel’. In deze buik liggen Ia-sensorische neuronen
gewikkeld om de intrafusale spiervezels. Wanneer de spier rekt/
relaxeert, dan zal de buik van de spierspoel verlengen, dit wordt

, gemeten door de Ia-sensorische neuronen. Voor het meten van
de spiercontractie hebben we de 𝛾-motorische neuronen. Deze
bevinden zich aan de uiteinden van het spierspoeltje en kunnen
zorgen voor de contractie van het spierspoeltje. Hierdoor wordt de
buik van het spierspoeltje boller: word gemeten door de Ia-
sensorische neuronen.

 Kniepeesreflex:
Wanneer men op de kniepees tikt, rekt men de m. quadriceps femoris
(rekker) uit  zodat de spierspoeltjes uitrekken  zodat Ia-sensorisch
neuron dit meet in de buik van spierspoel  𝛼-motorisch neuron wordt
geactiveerd  contractie spier en relaxatie antagonerende spier
(buiger=hamstring).

Hoe ziet dit eruit?
o Via achterhoorn komt Ia-neuron binnen
o Deze maakt direct een synaps met 𝛼-motorisch neuron
o 𝛼-motorisch neuron gaat naar m. quadriceps femoris en zal deze
contraheren.

o Via achterhoorn
komt Ia-neuron
binnen

o Deze maakt een
synaps met een
inhiberend
interneuron

o Inhiberend
interneuron maakt
synaps met 𝛼-
motorisch neuron
die naar hamstring
gaat: relaxatie
(immers dit is de
antagoniserende spier van m. quadriceps femoris: om de knie te
strekken moet de m. quadriceps femoris aanspannen & de
hamstring ontspannen.)

o Onthoud! Kniepeesreflex = monosynaptisch: er is 1 synaps
tussen Ia-neuron en 𝛼-motorisch neuron: hierom is het een zeer
snel reflex (< 20 ms)
o Onthoud! Kniepeesreflex = eigenreflex: de receptor (spierspoel)
en effector (spiervezels) liggen in hetzelfde orgaan (m.
quadriceps femoris)
 Een kniepeesreflex duurt echter maar heel kort: als snel gaat je been
terug in gebogen toestand. Een aantal mechanismen die zorgen voor
het einde van de reflex:

, o Golgipeeslichaampjes: bij de contractie van de spier zullen de
golgipeeslichaampjes worden uitgerokken  collageenvezels in
kapsel worden samengedrukt  gemeten door Ib-sensorisch
neuron  remmen van de 𝛼-motorisch neuron in eigen spier (in
dit geval de m. quadriceps femoris)
Dus de contractie van de spier wordt geïnhibeerd wanneer de
pees uitrekt door de contractie = autogene remming.
o Golgipeeslichaampjes worden uitgerokken  collageenvezels in
kapsel worden samengedrukt  gemeten door Ib-sensorisch
neuron  stimuleren van de 𝛼-motorisch neuron in
antagonerende spier (in dit geval de hamstring) zodat het been
terug gaat hangen = reciproke remming.
o Bij tik op de kniepees  m. quadriceps femoris contraheert door
uitrekking van de spierspoelbuik  eenmaal de m. quadriceps
femoris is gecontraheerd, is het spierspoelbuikje niet meer
uitgerokken en het Ia-sensorische neuron zal dus geen stimulus
naar van de 𝛼-motorisch neuron sturen  onderdrukking
kniepeesreflex.
o Het van de 𝛼-motorisch neuron die naar de m. quadriceps femoris
loopt heeft nog een eigen aftakking richting een inhiberend
neuron (nummertje 3 op figuur). Hierdoor zal deze zichzelf dus
nog onderdrukken zodat de contractie verminderd.

 De kniepeesreflex is eigenlijk een extreme variant van reflexen die wij
voortdurend uitvoeren om recht te blijven staan: mini contracties en
relaxaties van spieren waar wij ons niet bewust van zijn zorgen dat we
in evenwicht blijven.
Probleem: wanneer de spier contraheert, kan spierspoel niet langer
worden geactiveerd, immers de buik staat bol en bij rekking zal deze
niet zodanig rekken dat de Ia-neuronen dit kunnen voelen.
Oplossing: de 𝛾-motorneuronen. Deze bevinden zich wel in hoger
gelegen gebieden!!! (Dus niet op niveau ruggenmerg/hersenstam). De
𝛾-motorneuronen kunnen de lengte van de spierspoeltjes aanpassen
aan de lengte van spier: als de spier contraheert, zal via de 𝛾-
motorneuronen een signaal gaan naar spierspoeltje zodat deze ook
mee contraheert. Op deze manier geld:
- als spier nog contraheert  spierspoel kan dit nog voelen en Ia-
sensorische neuron kan een reflex veroorzaken
- als spier iets relaxeert  spierspoel kan dit nog voelen en Ia-
sensorische neuron kan een reflex veroorzaken

 Spierspoeltjes regelen de lengte van de spier en golgi-peeslichaampjes
reguleren voornamelijk de spierkracht!!! Deze twee werken samen

 Beschermingsreflex
Dit is een voorbeeld van de samenwerking tussen spierspoeltjes en
golgi-peeslichaampjes.
Stel je moet een gewicht in je hand houden waarbij je je ellenboog in

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelburon. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77988 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.21
  • (0)
  Add to cart