Samenvatting van alle formules voor het economie examen Havo
9 views 0 purchase
Course
Economie
Level
HAVO
In dit document kunt u alle formules terugvinden die je moet weten voor het Havo examen. De formules zijn eerst opgeschreven, uitgelegd en daarna wordt er bij elke formule een voorbeeld gegeven.
Examenvoorbereiding
Economie formules
Goede tijden, slechte tijden
Verkeersvergelijking van Fisher
MxV=PxT
Geldstroom = waarde goederen stroom.
Waarbij:
M (money) = maatschappelijke geldhoeveelheid.
V (velocity) = omloopsnelheid van geld.
P (price) = gemiddelde prijspeil.
T (tradevolume) = aantal verhandelde producten (reële productie).
Voorbeeld:
Als in een economie geldt:
M = €100 miljard, V = 4, P = €8,- en T = 50 miljard, dan is de waarde van de geldstroom
(M x V) (€100 miljard x 4) gelijk aan de waarde van de goederen stroom (P x T) (€8 x 50
miljard).
Dus, 100 x 4 = 8 x 50.
schulden = (€100 miljard / €500 miljard) x 100% = 20%
Welvaart en groei
Toegevoegde waarde
Toegevoegde waarde = omzet - kosten ingekochte goederen en diensten
Voorbeeld:
De totale omzet is €16.000.
De totale kosten van de ingekochte goederen en diensten zijn €9.000.
Deze bestaan uit inkoop graanboer €0 + inkoop meelfabriek €1.500 + inkoop
broodfabriek €2.500 + inkoop supermarkt €5.000.
Daarmee inde toegevoegde waarde: €16.000 — €9.000 = €7.000.
Voorbeeld:
Water is heftruckchau eur bij een transport bedrijf. Zijn bruto loon is €1.600 per maand.
Walter betaald aan loonbelasting en sociale premies €150 en ontvangt per maand €175
huurtoeslag.
—> Het secundair of besteedbaar inkomen van Walter is:
€1.600 - €150 + €175 = €1.625.
1
ff
, Ruilen over tijd
Reële rente
Indexcijfer reële rente = (indexcijfer nominale rente / prijsindexcijfer) x 100
Waarbij het prijsindexcijfer de in atie is.
Voorbeeld:
- De nominale rente is 4%.
- De in atie is 1,5%.
—> Reëel indexcijfer rente = (,5) x 100 = 102,46.
Dus de reële rente is 2,46%.
Markt: vraag en aanbod
Vraagfunctie
Qv = ap + b
Waarbij:
Qv = gevraagde hoeveelheid van een product.
p = prijs van een product.
a en b zijn getal die per situatie kunnen verschillen.
Bovendien geldt: a is kleiner dan 0.
Voorbeeld:
Stel je hebt de volgende gegevens die gelden voor tabels:
- a = -1,5
- p = 10
- b = 750
—> Die verwerk je dan als volgt in de formule:
Qv = -1,5 x 10 + 750 = 735.
Aanbodfunctie
Qa = ap + b
Waarbij
Qa = aangeboden hoeveelheid van een product.
p = prijs van een product.
a en b zijn getallen die per situatie kunne verschillen.
Voorbeeld:
Stel, je hebt voor een bepaald product de volgende gegevens:
- p = 23
- a=3
- b = -50
—> Die Verkerk je dan als volgt in de formule:
Qa = 3x 23 - 50 = 19.
2
fl fl
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carmenhoogenkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.