Kanker
Definitie= ongecontroleerde groei van abnormale cellen in het lichaam. Deze ongecontroleerde
cellen infiltreren in normale cellen en soms wordt het verspreid of gemetastaseerd (uitzaaiingen).
Kanker komt voor in heel veel verschillende vormen bij jong en oud en tast bijna elk orgaan of
weefsel aan.
Epidemiologie
Kanker is de 2de grootste doodsoorzaak in de US. En wereldwijd de grootste doodsoorzaak.
Tumorformatie
Het lichaam bestaat uit een triljoen cellen deze cellen groeien en delen continu. Wanneer je jong
bent delen cellen zich sneller. Pas als je ouder bent gaan cellen alleen nog maar delen als er een
reparatie nodig is of in plaats van dode cellen. Een tumor ontstaat door dat de cel deling
ongecontroleerd wordt. Cellen gaan niet dood wanneer ze dat wel moeten en nieuwe cellen
worden niet gemaakt als het lichaam ze wel nodig heeft. Daardoor krijg je abnormale groei van
cellen (neoplasm). Tumoren kunnen benigne (goedaardig) of maligne (kwaadaardig) zijn.
Sommige kankers vormen geen vaste tumoren. Deze omvatten leukemie (bloedkanker), de
meeste soorten lymfoom (kanker van het lymfestelsel) en myeloom (kanker van het beenmerg).
- Goedaardige (benigne) tumoren zijn niet levensbedreigend, groeien langzaam en blijven
gelokaliseerd. Ze hebben een glad oppervalk en zijn symmetrisch. Goedaardige tumoren
zijn ingekapseld (bedekt met capsule achtig materiaal) wat verwijdering makkelijker
maakt en wat verwijdering makkelijker maakt. Na verwijdering komen ze zelden meer
voor.
- Kwaadaardige (maligne) tumoren zijn levensbedreigend en groeien snel. Ze kunnen
omringend weefsel binnendringen en kunnen uitzaaien naar andere delen van het lichaam
door het bloed of lymf. Ze hebben een krabachtig onregelmatig uiterlijk. Ze zijn ook niet
ingekapseld waardoor verwijdering (excisie) moeilijker wordt en daarom meer kans op
terugkomen.
Tumoren een naam geven
Een benigne tumor die uit epitheelweefsel ontstaat wordt vaak een poliep genoemd. Bij die
tumoren wordt er vaak -oom aan de naam toegevoegd. Dus bijvoorbeeld lipoom.
Een maligne tumor uit het epitheelweefsel wordt vaak aangeduid met -carcinoom aan het einde
en daarvoor het specifieke orgaan of weefsel waar het is ontstaan en komen vaak voor. (renal cell
carcinoma)
Maligne tumoren van omliggende weefsels verspreiden zich langzaam via het lymf. Kwaadaardige
tumoren van het steunweefsel worden genoemd met het voorvoegsel dat de cel of het weefsel van
oorsprong aangeeft gevolgd met -sarcoom. (osteosarcoom= een kwaadaardige bottumor). Deze
tumoren komen voor in botten, spieren en kraakbeen. Ze komen niet zo vaak voor en groeien snel
en verspreiden zich vaak door het bloed.
Risicofactoren voor kanker
- Leeftijd: de belangrijkste factor want het komt het meest voor bij oudere mensen boven
de 55 jaar. (77% in US)
- Tabakgebruik: door tabak gebruik heb je hoger risico (30% in US)
- Infecties:
, ▪ Humaan papillomavirus (HPV): verhoogt het risico voor kanker van de
baarmoederhals, penis, vagina, anus en vulva.
▪ Hepatitis B en C virussen: verhogen risico op leverkanker.
▪ Eppstein barrvirus: risico op lymfklierkanker (lymfoom) en neus-keelholte
kanker ( nasofarynx kanker)
▪ Humaan herpes virus 8: risico op Kaposi sarcoom (op de huid)
▪ Helicobacter pylori bacterie: verhoogt risico op maagkanker
- Radiostraling: Is een bekende oorzaak van kanker
▪ Ultraviolet straling (UV): fel zonlicht is de belangrijkste oorzaak van niet
melanoom huidkanker.
▪ Ioniserende straling: x stralen, CT scans, fluor scopie en veroorzaken
schildklier en borst kanker en leukemie
Tekenen en symptomen van kanker
De tekenen en symptomen zullen afhangen van de locatie, de grote en of het de organen en
weefsels beïnvloed. Als de kanker is uitgezaaid kan je symptomen in verschillende delen van je
lichaam zien opkomen. Algemene tekenen en symptomen zijn:
- Gewichtsverlies: kan een gevolg zijn van het concurreren van kankercellen om
voedingsstoffen, vaak ten koste van normale celgroei en metabolisme.
- Koorts: is een systemische respons voor een infectie en zie je vaak bij leukemie en
lymfoom.
- Vermoeidheid: kan het resultaat zijn van het effect van kanker op het lichaam of de
reactie op kanker
- Pijn: kan het gevolg zijn van een kwaadaardige tumor die drukt op de zenuwen, botten of
organen
- Huidveranderingen: (hyperpigmentatie, geelzucht, erythema: ontsteking vetweefsel
huid, pruritus: jeuk, overmatige haargroei). Aan de huid kan je vaak inwendige
diagnoses afleiden.
Ethiologie van kanker
Onderzoekers zijn er nog steeds mee bezig maar het heeft ook met leefstijl en genetica te maken
en daarnaast omgevingsfactoren. Het komt door ongecontroleerde celdeling als gevolg van een
verandering of mutatie in het DNA wat een rol speelt bij de celdeling. Vier soorten genen zijn
betrokken bij de celdeling:
- Oncogenen: vertellen een cel wanneer te delen
- Tumorsupressgenen: vertellen een cel wanneer niet te delen
Wanneer door een mutatie deze genen zijn aangetast leidt dit tot een ongecontroleerde
celdeling.
- Suïcidale genen: vertellen een cel wanneer het zichzelf moet doden.
- DNA repareer genen: vertellen een cel dat het zich moet repareren.
Wanneer er door een mutatie het niet mogelijk is voor de cellen om DNA te repareren en zichzelf
te vernietigen ontstaat kanker. Het immuunsysteem ziet dit meestal dus kanker is eigenlijk een
ontregeld immuunsysteem.
Een mutatie in deze vier genen kan worden overgeërfd of verworven. Door overerving is 5-10
procent. Mutaties in het tumorsupressgen BRCA 1&2 genen verhogen het risico op borst of
eierstok kankers. De meerderheid van kanker ontstaat door omgeving en leefstijl en dat is 50
procent. Het komt vaak door een mutatie in het tumorsupressgen p53. Het kan daarnaast ook
,worden veroorzaakt door kankerverwekkende stoffen (virussen, bacteriën, chemicaliën en
straling).
Diagnose van kanker
De diagnose van kanker wordt gesteld door persoonlijke en familie geschiedenis, lichamelijk
onderzoek, bloedtest, diagnostische foto’s en biopsie (weghalen van stukje weefsel).
Bloedtest
▪ Bloedtesten worden gebruikt om het aantal bloedcellen in de bloedsomloop te meten en
het niveau van chemicaliën, enzymen, eiwitten en afvalproducten. Als een van deze
levels te hoog of te laag is kan dit resulteren in kanker. Daarnaast worden er soms
tumormarkers in het bloed geregistreerd. Hieraan zou je kunnen afleiden of iemand
kanker heeft maar soms produceren normale cellen deze ook. (voorbeeld: antigeen 125
voor eierstok kanker)
Diagnostische beeldvorming
Radiografie/ röntgenonderzoek: door middel van x-rays in de vorm van een stille of een
bewegende foto van de binnenkant van het lichaam. Een mammogram is een x ray van de borst
en een maligne tumor is daarop te zien als een klein wit stipje. Wordt vaak gebruikt voor botten.
Computed tomografie (CT): het creëert een driedimensionale foto van de binnenkant van het
lichaam door middel van een x ray machine. Hierbij wordt gebruik gemaakt van straling. Deze
foto’s worden gecombineerd in een cross sectioneel zicht en soms wordt er een contrast vloeistof
bij toegediend door de details beter te zien.
Magnetic resonance imaging (MRI): het gebruikt magnetische velden door inzicht te krijgen in
weefsel door radiogolven en geen straling. Elk weefsel geeft zijn eigen signalen af dus daardoor
kunnen ze worden gesignaleerd. Ook hierbij wordt een contrastvloeistof toegediend zodat je
duidelijker onderscheid ziet.
Ultrasonografie (echo): is een hoge frequentie van geluidsgolven die reflecteren op weefsels en zo
een beeld krijgen genoemd een sonogram. Het bevat geen straling, gemakkelijk en niet duur.
Biopsie
In de meeste gevallen vind biopsie plaats voor kanker. Een klein stukje weefsel wordt weggehaald
en onder de microscoop gelegd. De cellen worden dan goed bekeken.
Het sorteren en opdelen van kanker
Kwaadaardige tumoren worden meestal opgedeeld in de schaal van 1 tot 4. Hoe hoger het
nummer hoe raarder de tumor is. 1= lijkt bijna normaal 2= lijkt licht normaal 3= lijkt niet normaal
4= lijkt helemaal niet normaal. Alleen prostaat, borst en nier kanker worden gegradeerd bij een
andere schaal. Tumoren worden opgedeeld om een behandelplan op te zetten. Sorteren is het
classificeren van een tumor gebaseerd op grote en spreiding in het TNM opdeel systeem.
T staat voor tumor: de grote van de tumor en of het gegroeid is in andere weefsels
N staat voor knoop: verteld of de kanker zich verspreid heeft dicht bij de lymfknopen
M staat voor metastase (uitzaaiing): verteld hoever de kanker zich heeft verspreid in delen van
het lichaam
T (tumor)
TX Tumor kan niet gemeten worden
, T0 Geen bewijs van primaire tumor
Tis Kankercellen groeien alleen in de meest
oppervlakkige weefsel laag, zonder in diepere
weefsels te groeien. Dit kan ook in situ kanker
worden genoemd.
T 1-4 Beschrijf de tumorgrootte en hoeveelheid
verspreiding in nabijgelegen structuren. Hoe
hoger het T-getal, hoe groter de tumor en hoe
meer deze is uitgegroeid tot nabijgelegen
weefsels.
N (nodes)
NX Nabijgelegen lymfeklieren kunnen niet
worden gezien.
N0 Nabijgelegen lymfeklieren bevatten geen
kanker.
N1-3 Beschrijf de grootte, locatie en het aantal
betrokken lymfeklieren. Hoe hoger het N-
nummer, hoe meer lymfeklieren er zijn die
kanker bevatten.
M (metastase)
MX Metastase wordt niet gezien
M0 Er wordt geen metastase gevonden ver weg
M1 Afstand metastase wordt gevonden
Kankerbehandeling
De voortgang van kanker hangt af van het type kanker en de locatie. Zonder behandeling
resulteert het meestal in de dood. Vaak zijn een secundaire infectie, orgaan falen en bloedingen
en onverklaarbare oorzaken. De behandelmethoden bestaan uit operatie, bestralingstherapie of
chemotherapie of een combinatie hiervan. Ook hormoon of immunotherapie kunnen voorkomen.
Chirurgie
Indien mogelijk worden kwaadaardige tumoren verwijderd via chirurgie. Ook wordt er dan vaak
wat omliggend weefsel verwijderd wat er voor zorgt dat de tumor niet terugkeert. Ook kunnen
nabijgelegen lymfknopen worden verwijderd als kankercellen het lymfstelsel zijn
binnengekomen. Zelfs met een operatie kunnen de kwaadaardige cellen nog terug komen.
Stralingstherapie
De helft van het aantal mensen met kanker ontvangt stralingstherapie. Het wordt bijna bij elk type
kanker gebruikt. Bestralingstherapie gebruikt hoogenergetische stralen om het DNA van de cellen
te beschadigen. Het maakt ook normale cellen kapot en daarom moet het nauwkeurig gebeuren.
Veel voorkomende symptomen van bestralingen zijn haaruitval en huidirritatie. Die verdwijnen
ook weer als de behandeling wordt gestopt.
Chemotherapie
Ongeveer de helft van de kanker patiënten ondergaat chemotherapie. Het wordt gebruikt om veel
typen kanker te behandelen. Operatie en stralingstherapie zijn meestal lokaal en chemotherapie
is een systemische behandeling. Het richt zich op snel delende cellen en dat zijn dus vaak
kankercellen en soms normale cellen. Schade aan normale cellen (bloedcellen, beenmergcellen,
cellen van haarzakjes, cellen van het spijsverteringskanaal) veroorzaakt bloedarmoede,
haaruitval, misselijkheid, diarree. Deze bijwerkingen zijn tijdelijk.
Hormoontherapie
,Sommige kankers zoals borstkanker hebben hormonen nodig om te groeien. Door een operatie
kan de bron van de hormonen (ovaria en testes) verwijderd worden. Hormoon therapie medicatie
kan de hormoonsynthese onderdrukken of de werking daarvan.
Immunotherapie
Immunotherapie stimuleert en versterkt het immuunsysteem zodat het de kankercellen goed kan
herkennen en doden. Je hebt niet-specifieke immunotherapie en dat stimuleert het
immuunsysteem in een algemene zin. Daarnaast zijn er monoklonale antilichamen wat
antilichamen zijn die zich kunnen binden aan een specifiek antigen van een kankercel waardoor
het immuunsysteem deze cel goed ziet. Ook kunnen deze antilichamen medicatie vervoeren naar
de cel.
Kanker preventie
Een derde van kanker kan voorkomen worden. Maak daardoor gebruik van gezonde keuzes:
- Gebruik geen tabak
- Houd een gezond gewicht en wees lichamelijk actief
- Eet gezond
- Beperk alcohol gebruik
- Bescherm uw huid tegen UV stralen
- Raak geïmmuniseerd
- Vermijd risicovol gedrag
- Doe mee aan kanker screenings
Screening
Borstkanker wordt gescreend vanaf je 50e levensjaar 2 keer per jaar. Baarmoederhalskanker test
krijg je als je 21 bent om de 3 jaar en ouder dan 30 krijg je ook de HPV test er bij om de 5 jaar.
Boven de 40 krijg je elke 5 jaar de pap en HPV samen. Bij colorectale kanker wordt je vanaf je 50e
gescreend als dat volgens je dokter nodig lijkt.
Borstkanker
Wat is het?
Borstkanker is een kwaadaardige tumor die zich vormt in weefsels, kanalen of klieren van de
borst. Borstkanker komt meestal voor bij vrouwen maar bij mannen kan het ook optreden.
Borstkanker treed op bij elke leeftijd maar de gemiddelde leeftijd is 61 jaar.
Risicofactoren
Risicofactoren zijn leeftijd, nooit bevallen zijn, je eerste kind na 35 jaar, menopauze, genetische
factoren, overgewicht, gebrek aan lichamelijke activiteit, alcohol drinken, borstdichtheid en
persoonlijke of familiaire factoren.
Symptomen
Het grootste symptoom is een klomp of massa met onregelmatige randen in de borst. Andere
symptomen kunnen zijn zwelling, huidirritatie, kuiltjes, tepelpijn, tepelterugtrekking, roodheid,
verdikking, tepelafscheiding.
Oorsprong
5-10 procent van de gevallen zijn erfelijk en dat komt dan door overerving van het BRCA1 of
BRCA2 mutatie en dan heb je bij die mutatie 50 procent kans op borstkanker. De rest van de
gevallen zijn idiopathisch.
Borstkankercellen hebben een te groot aantal HER2 receptoren voor oestrogeen en progesteron
en door hormoonbindingen hieraan wordt de tumorcel gestimuleerd om extreem veel te delen.
Preventie
, Regelmatige screening en vroege diagnose zijn cruciaal om borstkanker te identificeren en te
behandelen. Vanaf het 20 jaar is het aan te raden om zelfonderzoek te doen en een CBE (klinisch
borst onderzoek) is aan te raden om de 3 jaar. Na de leeftijd van 40 heb je een CBE elk jaar. Na je
50e levensjaar is het aan te raden om elk jaar een mammogram te laten maken. Vaak wordt
daarnaast nog een biopsie gedaan. Behandeling kan zijn door medicamenteuze therapie,
chemotherapie, bestralingstherapie en hormoontherapie.
Longkanker
Wat is het?
Longkanker is een kwaadaardig neoplasma dat ontstaat in longweefsel en is de belangrijkste
oorzaak van sterfte door kanker bij mannen en vrouwen in de US. De gemiddelde leeftijd voor de
diagnose is 70 jaar. 80 procent van de longkanker zijn niet klein cellig en 20 procent is klein cellig.
Risicofactoren
Risicofactoren zijn roken, meeroken, leeftijd (ouder dan 65), blootstelling aan asbest en
radioactief gas (radon) en familiegeschiedenis.
Symptomen
Symptomen ontwikkelen zich meestal langzaam en er zijn er maar weinig in een vroeg stadium
van longkanker. Wanneer symptomen beginnen zijn ze meestal het gevolg van een geblokkeerde
ademhalingswegen of de verspreiding van kanker. Hoesten, borstpijn, hemopthysis (bloed
ophoesten). Het bloed bij het ophoesten is afkomstig van erosie van de bloedvaten en door de
groeiende kwaadaardigheid. Ook dyspneu en piepende ademhalingen worden veroorzaakt door
luchtwegobstructie of door drukken van een tumor. Ook anorexia, gewichtsverlies gaan gepaard
met longkanker door oxygenatie van het bloed.
Diagnose
Kanker wordt gediagnosticeerd door medische historie, lichamelijk onderzoek, beeldvorming test
en speeksel onderzoek. Een biopsie kijkt identificeert de longkanker daarnaast.
Behandeling
Behandeling omvat operatie, chemotherapie, bestralingen en gerichte therapie dat de groei van
cellen beperkt.
Preventie
Longkanker kan worden voorkomen door niet te roken, voorkomen meeroken, testen te doen
voor radioactieve straling, en voorkomen blootstelling kankerverwekkende stoffen op het werk.
Darm –en endeldarm kanker
Wat is het?
Kanker van de dikke darm en het rectum is de vierde belangrijkste doodsoorzaak in de US. De
incidentie is bij mannen en vrouwen gelijk.
Risicofactoren
Collitis Ulcerosa en poliepen verhogen het risico op kanker van de darm. Poliepen in de darmen
is een ernstige over erf ziekte. Ook te veel rood vlees eten en laag gehalte aan voedingsvezels zijn
risicofactoren.
Symptomen
De symptomen hangen af van de kwaadaardigheid. Meestal is er een verandering in de stoelgang.
Ook kan er buikpijn zijn door de groei van de tumor. Ook verschijnt er vaak bloed in de ontlasting
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jetjeeee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.39. You're not tied to anything after your purchase.