Beste bezoeker,
In deze samenvatting staan de hoofdlijnen van het vak Economie. De tekst is erg gestructureerd en bevat de belangrijkste woorden. Het bijbehorende boek is Meso-Economie en Bedrijfsomgeving van de schrijver(s) Marijs en Hulleman. Let op: het kan per jaar verschillen wat er behandel...
,Hoofdstuk 1 – Bedrijfstak
• Ondernemingen verkopen goederen en diensten aan andere ondernemingen, gezinnen
of de overheid. De transactie verlopen via markten: ‘het geheel van betrekkingen
tussen vragers en aanbieders van producten’.
• Bedrijven en overheden die de goederen en diensten aan consumenten leveren,
oefenen vraag uit naar grondstoffen, halffabricaten, machines en gebouwen. Aan de
vraag naar goederen en diensten kan alleen voldaan worden als er aanbod is van de
producenten.
• Vragers en aanbieders communiceren met elkaar over de hoeveelheid, de kwaliteit, de
leveringsvoorwaarden en de prijs. Deze communicatie kan heel direct plaatsvinden –
zoals in winkels – maar ook heel afstandelijk – zoals op valutamarkten. De
belangrijkste functie van markten in de prijsvorming.
• Voor sommige producten is er sprake van een wereldmarkt waarop prijzen tot stand
komen die voor alle vragers en aanbieders gelden. Zo komen prijzen hoeveelheden
van grondstoffen – zoals ertsen en metalen, koffie en graan – op wereldschaal tot
stand.
• Het tegenovergestelde is een lokale markt. Deze kunnen klein zijn. Veel
detailhandelsbedrijven en horecabedrijven concurreren bijvoorbeeld alleen op een
plaatselijke markt, omdat zij afhankelijk zijn afnemers die naar hen toe komen.
• Voor weer andere producten bestaan er nationale markten of markten die zich
beperken tot een bepaalde groep landen. Ziektekostenverzekeraars zijn bijvoorbeeld
gebonden aan nationale wetgeving.
• De relevante markt is het deel van de markt dat door een bedrijf wordt bediend. In
het algemeen kan gesteld worden dat markten steeds meer een internationaal karakter
krijgen, omdat steeds meer producten geëxporteerd en geïmporteerd worden.
• De producten die bijvoorbeeld samen de frisdranken vormen, noemen we ook wel een
productgroep.
• Theoretisch bestaat een markt uit product(variant)en die dezelfde behoefte kunnen
bevredigen. Als er op een markt producten worden aangeboden die in de ogen van de
afnemers onderlinge verschillen vertonen, is er sprake van een heterogene markt of
een heterogeen product. Als er géén verschillen in de producten of de markt te
onderkennen zijn, dan spreken we van een homogene markt of een homogeen
product.
• Ondernemingen die dezelfde soort producten maken met behulp van dezelfde soort
productieprocessen, vormen een bedrijfstak. Ondernemingen die tot een bedrijfstak
behoren, brengen meestal een groep producten
voort, waarvoor zij dezelfde soort grondstoffen of
dezelfde productieprocessen gebruiken. Een
bedrijfstak moet ruimer genomen worden dan een
overeenkomst met de aanbieders op één markt. Een
bedrijfstak voorziet meestal in het aanbod op een
groep van markten.
• De statistische bureaus van de Europese Unie
hebben de taak de bedrijven in te delen naar
economische activiteiten. Hiervoor gebruiken de
bureaus een programma: NACE. Hierin worden alle
productieve activiteiten van bedrijven en overheden
in Europa eerst ingedeeld in 21 secties, die elk met
een letter worden aangeduid.
3
, • Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kent deze cijfers niet willekeurig toe. De
letter van de codering geeft aan tot welke sector een bedrijf behoort. Elke sector
bestaat uit afdelingen, die weer onderverdeeld zijn in groepen. Deze groepen worden
weer onderverdeeld in klassen:
- G → De sector → Groot- en detailhandel; reparatie van auto’s.
- 47 → De afdeling → Detailhandel.
- 47.19 → De groep → Algemeen assortiment.
- 47.19.1 → De bedrijfsklasse → Warenhuizen
• De importquote is ‘het quotiënt van de import en de binnenlandse marktomvang’. De
importquote van de industriële bedrijfstakken ligt rond de 50 procent, terwijl de importquote
voor veel bedrijfstakken in de dienstensector vrijwel 0 procent bedraagt. De Standaard
Bedrijfsindeling (SBI) geeft geen informatie over de geografische afbakening van markten
binnen Nederland.
• Een product doorloopt een aantal opeenvolgende bedrijfstakken van ‘oerproduct tot
consument’. Deze opeenvolgende bedrijfstakken, noemen we een bedrijfskolom. Tot een
bedrijfskolom behoren grondstofproducten en/of agrarische bedrijven, verwerkende en
basisindustrieën en de bedrijfstakken die handelsfuncties uitoefenen.
• Veel bedrijfskolommen bevatten veel meer schakels. Bovendien leveren bedrijfstakken uit
verschillende bedrijfskolommen ook aan elkaar. In de praktijk is de onderlinge verwevenheid
vaak zeer ingewikkeld.
• De primaire sector bestaat uit de grondstofproducenten. In de secundaire sector worden de
grondstoffen verwerkt tot eindproducten. De tertiaire sector omvat de dienstverlenende
bedrijfstakken.
• Elke schakel in een bedrijfskolom voegt waarde toe aan een product. De kwaliteit van het
eindproduct wordt bepaald door de kwaliteit van de afzonderlijke bedrijfstakken. Elke
bedrijfstak is afhankelijk van de toeleverende bedrijven, en de productie van een bepaalde
bedrijfstak vormt weer een voorwaarde voor de kwaliteit van de productie van een volgende
bedrijfstak. Het geheel van waardetoevoeging in een bepaalde bedrijfskolom, noemen we een
waardesysteem.
• De agrarische bedrijfstakken behoren tot de primaire sector, en wel tot de landbouw. Zij
kenmerken zich door grote aantallen zeer kleine bedrijven die tamelijk homogene goederen
produceren. Ze zijn afhankelijk van de natuurlijke omstandigheden, wat kan leiden tot scherpe
prijsfluctuaties.
• Mijnbouwondernemingen behoren tot de producenten in de secundaire sector. Hun
vestigingsplaats is afhankelijk van de vindplaats van de grondstoffen. Vaak zijn dit zéér grote
ondernemingen die weinig concurrentie hebben. De prijzen van primaire producten fluctueren
sterk als gevolg van veranderingen in de vraag, zodat de opbrengsten en ook de
vermogensbehoefte aan scherpe fluctuaties onderhevig zijn. Hun producten zijn voornamelijk
homogeen.
• Basisindustrieën zijn meestal procesindustrieën die zeer grote kapitaalinstallaties vergen om
efficiënt te kunnen produceren. Basisindustrieën zijn sterk afhankelijk van de ligging in
verband met de transportmogelijkheden. Grote rivieren, pijpleidingen en een wegennet dat
zich leent voor massaal transport zijn essentieel. Er wordt ook wel gesproken van
bulkproducten en bulktransport.
• Technische ontwikkeling is met name gericht op het verlagen van de productiekosten. De
afzet van de basisgoederenindustrie is meestal erg conjunctuurgevoelig. De fluctuaties in de
afzet leiden tot regelmatige over- en onderbezetting van de productiecapaciteit.
• De verwerkende industrie betrekt halffabricaten van de basisindustrie of van andere
verwerkende industrieën. Tot de verwerkende industrie behoort een heel scala van
bedrijfstakken met verschillende productiemethoden en producten. We onderscheiden in de
productiemethoden de procesindustrie en de assemblerende industrie.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller k1609. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.