Dit zijn de mogelijke examenvragen & antwoorden voor het vak methodiek maatschappelijke activering, gegeven door Trui Timperman. Ik behaalde met deze samenvatting 14/20
Methodiek maatschappelijke activering
EXAMENVRAGEN
Hoofdstuk 1: Activering: een containerbegrip
1. “Sociale activering is het verhogen van de maatschappelijke participatie en het doorbreken van
sociaal isolement door maatschappelijk zinvolle activiteiten te ondernemen: (1) ofwel als doel op
zich; (2) ofwel als eerste stap in een traject voor socio-professionele inschakeling; (3) ofwel als
eerste stap naar een (latere) betaalde tewerkstelling.” Link deze definitie van maatschappelijke
activering met de zogenaamde activeringsladder en leg uit.
De definitie gaat over maatschappelijke participatie en het doorbreken van sociaal isolement, niet
alleen over werk.
De activeringsladder geeft de afstand tot de arbeidsmarkt van de cliënt weer aan de hand van
trappen. Hoe lager de cliënt op de ladder staat, hoe groter de afstand is tot de arbeidsmarkt. Het
doel van deze activeringladder is de nodige middelen en instrumenten inzetten op maat van de cliënt
waardoor hij/zij de hoogst haalbare trap kan bereiken. Het onderscheid in de trappen wordt gemaakt
op basis van de draagkracht van de betrokkene. De 6 trappen van de activeringsladder vereisen een
eigen aanpak en methodiek.
Dit is de activeringsladder:
De hulpverlening is de eerste trap
Men zorgt hier voor het ‘overleven’ van personen met ernstige welzijnsproblematieken die
individuele begeleiding nodig hebben. Er wordt zorg en hulpverlening op verschillende
levensdomeinen aangeboden. Er wordt empowerend gewerkt. De cliënt moet zijn afspraken
nakomen en meewerken aan het hulpverleningsplan.
De taalactivering is de tweede trap
Voor het krijgen van een uitkering of een bepaald recht moet je vaak aan een aantal voorbeelden
voldoen. Zo moet je Nederlands spreken om een sociale woning te kunnen krijgen. Deze trap is dus
voornamelijk voor anderstaligen zonder of onvoldoende kennis van het Nederlands. Het is een
samenwerking tussen hulpverleners en taalverstrekkers. De cliënt moet taallessen volgen en het
Nederlands gebruiken in zijn/haar communicatie en taalcoaching.
De sociale activering is de derde trap
‘leren leven’. Personen die op lange termijn mogelijks regulier kunnen gaat werken, maar daar
omwille van psychische of lichamelijke beperkingen of multi-sociale situatie nog niet toe in staat zijn,
behoren tot deze trap. De hulpverleners gaan emancipatorisch werken. Ze gaan maatschappelijk
participeren of arbeid activerend werken. De cliënt moet meedoen aan allerlei vormen van
beroepsgerichte vormingen/cursussen/opleidingen … gericht op competentieversterking met oog op
maatschappelijke inzet.
De arbeidsactivering is de vierde trap
Voorbereiding op het hebben van werk: ‘leren werken’. Het gaat om personen die nu nog niet in
staat zijn regulier te werken, maar in de toekomst wel mits dat ze nog enkele vaardigheden aanleren.
De hulpverlening bestaat uit OTC en andere partners. Ze versterken de cliënt met kwaliteiten die
1
,nodig zijn om door te stromen naar arbeidstoeleiding of een reguliere baan. De cliënt kan aan
werkplekleren doen met arbeidscontract. Ook kan hij technische beroepsgerichte opleidingen
volgen.
De arbeidstoeleiding is de vijfde trap
het werken zelf. Personen die in staat zijn om regulier te werken, maar voor wie ondersteuning
nodig is bij de zoektocht naar werk. Hulpverleners bieden de nodige ondersteuning aan om cliënten
aan het werk te helpen. De cliënten moeten deelnemen aan jobwerkbank, job coaching,
sollicitatietraining en tewerkstellingsmaatregelen inzetten.
Arbeid op zich is de zesde trap
De mensen kunnen werken, maar hebben ondersteuning nodig om hun werk te behouden. Het gaat
hier ook om het werken zelf, maar er moet tijd vrijgemaakt worden voor de nazorg ervan.
Conclusie: activering is gericht op een deel van de bevolking dat als maatschappelijk kwetsbaar
beschouwd wordt. Het activeren van mensen heeft verschillende gradaties en manieren van werken.
Activeren heeft een link met participatie aan de samenleving.
2. Leg uit: “Wat betreft de doelstelling van activering wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen
een “eng” en een “breed” discours.”
Bij een eng discours wordt arbeidsmarktparticipatie als ultieme doelstelling gezien. De werkloosheid
kan alleen worden opgelost en helpt mensen uit de armoede wanneer mensen naar de arbeidsmarkt
kunnen doorstromen. Een duurzame tewerkstelling is belangrijk want het zorgt voor een voldoende
inkomen, een veilige werkomgeving en draagt bij tot het algemene welbevinden van het individu.
Arbeid wordt als hefboomfunctie gezien want het enkel door een job te vinden dat mensen aan de
maatschappij kunnen participeren en welbevinden op andere levensdomeinen kunnen realiseren.
Het brede discours legt de klemtoon op de algemene integratie in de maatschappij. Het beroept zich
op een holistisch mensbeeld waarbij met meerdere levensdomeinen rekening houdt dan enkel
arbeid. De opvatting dat activering bijdraagt tot de strijd tegen armoede staat centraal. Er wordt een
multidimensionele definitie op armoede benadrukt. Niet enkel het stimuleren van een tewerkstelling
wordt nagestreefd. Als men iets wil betekenen voor mensen in armoede, dan is niet enkel de
arbeidssituatie van belang, maar moet ook de uitsluiting op andere levensdomeinen aangepakt
worden. Activering is hier het verbeteren van de probleemsituatie in een brede waaier van
probleemdomeinen. Maatschappelijke integratie staat centraal. Een persoon moet participeren aan
de volledige maatschappij, niet enkel werk, als men het sociale isolement wil doorbreken. Sociale
netwerken moeten hiervoor gestimuleerd worden.
3. Benoem de drie
verschillende benaderingen
van het
2
, activeringsdiscours die in het schema hieronder onderscheiden worden. Kies er één uit en
bespreek kort wat het uitgangspunt van deze benadering is, wat deze benadering inhoudt en wat
de gevolgen van deze benadering zijn voor de sociaal werker in het werkveld.
Uitgangspunt disciplinerend discours: Het disciplinerend discours ziet activering als disciplinerende
reactie op de bijstandsafhankelijkheid. Er wordt hierbij vertrokken vanuit de overtuiging dat velen
niet meer op zoek gaan naar werk omdat de uitkeringen te genereus zijn. Als je hen activeert vermijd
je dat ze zich nestelen in hun situatie zonder nog inspanningen te leveren om zich professioneel
en/of sociaal te reïntegreren. De huidige organisatie van de verzorgingsstaat zorgt ervoor dat
misbruiken mogelijk zijn.
Bij dit discours komt het erop neer dat de mensen die een uitkering ontvangen verplicht worden om
daar iets tegenover te stellen. Wanneer je een werkloosheidsuitkering ontvangt zal je moeten
bewijzen dat de actief op zoek bent naar werk. Je kan je uitkering verliezen als je dit niet kan
bewijzen. Activering wordt hier als ‘stok’ gebruikt en niet als ‘wortel’. Als je niet meewerkt resulteert
dit in een straf. Als activering als ‘wortel’ gebruikt wordt dan worden mensen juist overtuigd,
ondersteund en aangemoedigd.
Uitgangspunt moreel discours: hier doen ze aan activering uit angst voor de onderklasse. Er wordt
vertrokken vanuit de angst bij de middenklasse voor een groeiend disfunctioneren van de
maatschappij. Ze zijn bang dat de arbeidsmoraal en de sociale en politieke stabiliteit in gevaar
gebracht worden. Deze soort activering is erop gericht de kloof tussen de onderklasse en de rest van
de maatschappij opnieuw te verkleinen door partiële herintegratie, niet door een herverdeling van
maatschappelijke middelen. De onderklasse nestelt zich in een afhankelijkheidscultuur, waarbij ze
hun persoonlijke verantwoordelijkheid voor de situatie waarin ze zich bevinden ontkennen. De
moraliteit van deze activeringsgedachte vertrekt hier vanuit het idee dat deze mensen niet over de
nodige kennis, vaardigheden en attitudes beschikken om deel te nemen aan de samenleving. Er is
ook geen aandacht voor de structurele oorzaken en instellingen die sociale uitsluiting produceren. Er
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meredithhuyghebaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.