100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
volledige samenvatting neurofysio $8.80
Add to cart

Summary

volledige samenvatting neurofysio

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

volledige samenvatting neurofysio gegeven door prof. debby van dam

Preview 4 out of 66  pages

  • September 26, 2024
  • 66
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
H1: REFLEXEN


1. REFLEXEN


Reflex = een motorisch antwoord op een prikkel die het CZS passeert.

Reflexen kunnen verschillende vormen aannemen en verschillende doelen/functies hebben. Bijvoorbeeld een
pijnreflex: in iets scherp stappen met je voet, dit is een pijnprikkel die gaat zorgen voor een reflexmatige
terugtrekking van je been. Dit is een bescherming van het lichaam tegen verdere schade.

Soorten reflexen:

 Kniepeesreflex: zijn constant aanwezig in ons lichaam. Dit type reflex op onze spieren gaat ervoor
zorgen dat je een stabiele, goede lichaamshouding kan aannemen (eerder binnen het kader van een
klinisch onderzoek)
 Niezen is ook een reflex, een beschermingsreflex: slijmvliezen worden geprikkeld door één of ander
virus of bacterie (stof of pollen bijvoorbeeld). Hier wordt een reactie door opgewekt die jouw lichaam
gaat beschermen tegen die ongewenste prikkel en die uit het lichaam trachten te verwijderen
(prikkelende partikels zo snel mogelijk uit het lichaam verwijderen)
 Cornea reflex: automatische reactie om oog te sluiten (komt vaak op bescherming aan)
 Primitieve reflex bij pasgeboren baby: zijn essentieel voor het overleven van een baby, het zorgt er
namelijk voor dat de baby opzoek gaat naar voedselbronnen. Bijvoorbeeld de grijpreflex die een baby
heeft waarmee hij/zij een vinger gaat vastgrijpen.
Zullen verdwijnen bij het ouder worden van het kind.
 Grijpreflex  vastgrijpen aan de pels van het moederdier

Bij reflex is er een prikkel en die moet ergens gecapteerd worden en de zenuwen gaan dat signaal van in de
periferie naar het CZS brengen. Een filosoof beschreef het als een motorisch antwoord met holte waaruit een
dierlijke geest gaat ontsnappen, dit is echter moeilijk nu te begrijpen. Zo'n reflex is iets waar je niet over moet
nadenken, het is een aangeboren instinctmatige reactie.

1.1 DEFINITIE

Reflex

 = motorisch antwoord op een prikkel die het CZS passeert
 = vaste automatische respons na een eenvoudige stimulus
 = respons vereist geen mentale processing
 Niet over nadenken bewust (buiten het bewust zijn)
 Geen controle  niet bewust aansturen

De reflex heeft altijd een motorische en sensorische component (prikkel die we capteren). Dit is altijd een
vaste, automatische respons. Die respons vereist geen mentale processing. Je moet hier niet over nadenken om
voet of hand terug te trekken als je in iets scherp gaat staan.




1

,Je gaat altijd die 5 bouwstenen zien in de reflexboog:

1. Altijd receptor die sensorische prikkel capteert
2. Afferente vezels: moet richting CZS gestuurd worden
3. Motorneuronen
4. Motorneuronen gaan hun efferente zenuwvezels uitsturen
5. Richting de effectoren: meestal skeletspiercellen die geactiveerd gaan worden om dat motorische
antwoord te gaan verwezenlijken = reflexboog

Afhankelijk van het type reflex kunnen er bijkomende bouwstenen bijkomen.

1.2. REFLEXBOOG OP ELEKTROFYSIOLOGISCH NIVEAU

Op elektrofysiologisch niveau: communicatie tussen neuronen gebeurt via het opwekken van actiepotentialen
en neurotransmitters.

Je hebt op orgaanniveau, op huidniveau detectoren die de sensorische prikkel gaan waarnemen en sturen
informatie door via afferente zenuwvezels (via AP die over lengte van sensorische zenuwvezel zich gaat
voortbewegen). In dit geval is dit een vb van een monosynaptische connectie: je hebt een sensorisch neuron
die ineens contact gaat maken met motorisch neuron. Er wordt een neurotransmitter wordt vrijgesteld die
zorgt voor het opwekken van een postsynaptische potentiaal. Het motorneuronen wordt geactiveerd en
gedepolariseerd. De reactie gaat richting de skeletspieren voortbewegen, thv de neuromusculaire junctie wordt
een AP opgewekt en finaal heb je dus je spiercontractie en het opwekken van je reflex.




1.3. REFLEX: ONBEWUST VS BEWUST

Er is geen mentale processing voor nodig, reflexen zijn onbewust. Iets van waar we ons bewust zijn heeft onze
cortex bereikt dus onze reflex gebeurt op lagere niveau's dan onze cortex: gebeurt op niveau van ruggenmerg
en hersenstam.

Pas na de cortex worden we “bewust” een reflex vindt plaats op spinaal niveau dus hier niet. Reflexmatige
motorische antwoorden zullen we wel capteren en deze zullen wel doorgestuurd worden. Pas dan bewust
worden.

Stel je komt met hand tegen heet voorwerp, toch word je bewust van die pijn en je beseft dat je uw hand hebt
teruggetrokken en dat is pas na die reactie al gebeurd is. Die reflex gebeurt thv ruggenmerg of op hersenstam
niveau. Die reflexboog gebeurt automatisch. Maar op datzelfde moment gaan sensorische zenuwen die
informatie ook doorsturen naar de somatosensorische cortex en pas vanaf die daar toekomen worden we ons
bewust van die pijnprikkel, van het feit dat we onze arm hebben bewogen, dus dan pas bewust van pijn en van
de beweging.

Bewustheid komt pas na ervaring van de pijn en pas na de reflex.

2

,Er is een connectie tussen het sensorisch en motorisch systeem om onder invloed van die prikkel dat motorisch
antwoord, die reflex te gaan opnemen. Dat is waarom je niet moet nadenken.

Onbewuste deel dat verloopt op ruggenmerg/hersenstam niveau. Je hebt een pijnprikkel, gecapteerd door
sensorisch neuron en op ruggenmerg niveau wordt er synaps gemaakt met een motorneuron om tot de
activering van skeletspieren te komen en uw hand te gaan terugtrekken. Maar die sensorische info wordt ook
doorgestuurd naar hoger gelegen gebieden en gaat via de thalamus ook de somatosensorische cortex bereiken.
Pas dan wordt je je bewust van de beweging die je hebt gemaakt en ga je bewust die pijn ervaren.




2. THALAMUS


2.1. RELAYCENTRUM = schakelcentrum

Doorsturen van informatie gebeurt via de thalamus. De thalamus is een schakelcentrum van onze hersenen.
Onze thalamus krijgt heel veel verschillende types van informatie binnen, sensorisch, motorisch, limbisch,
reticulair systeem informatie (vinden we in hersenstam) ... Juiste conectie maken tussen inkomend en
aantsurend.

Het gaat ervoor zorgen dat ze terechtkomen op juiste corticale gebieden. In het geval van sensorische
informatie moet die informatie terechtkomen op primaire somatosensorische cortex.

Alle vormen van informatie gaan dus naar de thalamus en worden verder verstuurd naar de rest van de
gebieden.

2.2. SOMATOSENSORISCHE CORTEX

Elke nucleus staat in voor het versturen van bepaalde informatie.
Sensorische informatie moet terechtkomen op de primaire
somatosensorische cortex. Je hebt allemaal subkernen in de thalami en
elk van die kernen gaat een bepaalde vorm van informatie gaan
doorsturen. De nucleus ventralis posterior medialis & lateralis: 2
kernen die sensorische informatie van de periferie doorsturen richting
somatosensorische cortex. Pas hier worden we bewust van de prikkels.

Bv nucleus geditunatus medialis = auditieve informatie  elke kern zijn
eigen functie




3

, 3. SOORTEN REFLEXEN


3.1. LOCATIE RECEPTOR/EFFECTOR

Reflexen hebben een verschillende indeling. De eerste indeling is obv de lcoatie van de detectoren/receptoren
of effectoren:

 Ipsilaterale reflex: aan dezelfde kant: prikkel en motorisch antwoord liggen aan zelfde zijde van het
lichaam bv pijnprikkel  bv hand in vlam  we zullen ook deze hand wegtrekken.
 Contralaterale reflex: binnenkomen van sensorische prikkel gaat aan andere zijde van uw lichaam een
motorische antwoord opwekken. Bv in iets scherp trappen: met linker voet ga je in iets scherp trappen
en dus die opheffen maar het lichaam zorgt ervoor dat je niet omver valt dus gaat het rechterbeen
ervoor zorgen dat je niet valt = reflexmatige spierreactie aan andere zijde lichaam.
 Voet wegtrekken
 Maar ook in het andere been meer stabiel staan zodat we niet omvallen
 Bilaterale reflex: bv pupilreflex: sensorische prikkel komt aan 1 zijde van het lichaam binnen maar je
ziet aan beide zijden van het lichaam de reflex optreden. Als je met licht in 1 oog schijnt gaan beide
pupillen verkleinen. Is gebaseerd op optisch chiasma waar je een overkruising hebt van zenuwvezels.

3.2. FUNCTIONEEL

Andere benadering is om ze meer op functioneel niveau te bekijken:

 Proprioceptieve reflex: bv kniepeesreflex: zijn gebaseerd op proprioreceptoren zoals spierspoeltjes,
receptoren op niveau van gewrichten en pezen, maar ook evenwichtssysteem speelt hier een rol
 Receptoren die in dieperliggende structuren terug te vinden zijn
 Exteroceptieve reflex: prikkel gecapteerd op niveau van de huid en dan skeletspieren die geactiveerd
worden bv pijnreflex. De receptoren zijn gescheiden van het effectororgaan
 Pathologische reflexen: zowel in groep van proprioreceptieve en exteroceptieve reflexen: als je die
reflex oppikt betekent dat ergens in die pathway een bepaalde laesie is opgetreden bv ten gevolge van
een ontstekingsreactie. De aanwezigheid van deze reflex is dus een indicatie van een pathologie


4. PROPRIOCEPTIEVE REFLEX


Proprioceptie = verwijst naar positiezien of kinesthesie = vermogen dat we hebben om ons bewust te zijn van
de positie van ons lichaam en zijn onderdelen. Heeft te maken met dieptesensibiliteit: informatie die
gecapteerd wordt in dieperliggende structuren zoals spieren, gewrichten of pezen... maar ook in skeletspieren.

Gaat over controle van spierspanning, van spierlengte, van stand van gewrichten enzovoort.

We moeten specifieke detectoren en receptoren hebben op die verschillende onderdelen die deel uit maken
van het lichaam die van belang zijn voor proprioceptie. Bv op gewrichten

4.1. PROPRIORECEPTOREN

Op niveau van gewrichten op niveau van spieren, op niveau van pezen

 Gewrichtreceptoren: positie gewricht
We vinden verschillende types gewrichtsreceptoren terug:

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller biomed124. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.80
  • (0)
Add to cart
Added