100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Micro-economie (HOOFDSTUK 12: Monopolistische concurrentie) $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting - Micro-economie (HOOFDSTUK 12: Monopolistische concurrentie)

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

KU Leuven Campus Brussel - Schakelprogramma: Handelswetenschappen - Micro-economie - HOOFDSTUK 12: Monopolistische concurrentie

Preview 3 out of 5  pages

  • September 26, 2024
  • 5
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
HOOFDSTUK 12: Monopolistische concurrentie

1 Inleiding en definitie
- Monopolistische concurrentie is een marktstructuur met veel aanbieders die producten
produceren die soortgelijk zijn, maar niet identiek (de producten zijn heterogeen)
(bv. meubelen, kledij)
• Via productdifferentiatie (en reclame) zorgt de producent ervoor dat de consumenten zijn
product als verschillend ervaren en zo creëert elke aanbieder een beperkt soort monopolie
voor zijn product
• Derhalve is hij geen ‘prijsnemer' meer en krijgt hij te maken met een dalende vraagcurve
MAAR: deze vraagcurve is wel vlakker (= meer elastisch) dan bij monopolie, wegens sterkere
dreiging van substitutieproducten (afkomstig van de andere productvariëteiten of merken)
• Er is vrije toetreding tot de markt




HOOFDSTUK 12: MONOPOLISTISCHE CONCURRENTIE 1 van 5

,2 Marktmodel monopolistische concurrentie: grafisch
- De algemene regel van winstmaximalisatie blijft geldig:
• Die hoeveelheid (𝑄) zoeken waarvoor 𝑀𝑂 = 𝑀𝐾
• Nadien 𝑃 bepalen via de vraagcurve
MAAR: deze vraagcurve is dalend, dus 𝑀𝑂 < 𝑃 (in evenwicht ook: 𝑀𝐾 < 𝑃)
• Op korte termijn is er economische winst (= overwinst of -verlies): 𝑊 = (𝑃 − 𝐺𝑇𝐾) × 𝑄

- Op lange termijn evalueert de winst naar nul
 Toetreding tot deze markt is mogelijk en een positieve overwinst lokt toetreding uit
DAARDOOR: daalt de vraagcurve voor een individuele aanbieder
• Individuele aanbieders moeten prijsreducties geven om nog voldoende te kunnen
verkopen (vraagcurve daalt)
• De vraagcurves worden tegelijk ook vlakker (= prijselastischer) want de consument krijgt
meer keuze uit een groter wordend gamma aan productvariëteiten
 De vraagcurve daalt dus niet alleen, maar ze roteert ook




3 Vergelijking monopolistische concurrentie versus
volkomen concurrentie

3.1 Overcapaciteit
- De efficiënte schaalgrootte wordt niet bereikt
• Gezien de dalende vraagcurve (ook op lange termijn) ligt het raakpunt van de vraagcurve met
de GTK-curve links van het minimumpunt van de GTK-curve (= de efficiënte schaalgrootte) en is er
dus overcapaciteit
• Goederen worden dus niet tegen de laagst mogelijke eenheidskost geproduceerd
 Productieve efficiëntie wordt dus niet bereikt
 Aanbieder zou wel meer kunnen produceren, maar de vraag naar zijn productvariëteit is
te klein




HOOFDSTUK 12: MONOPOLISTISCHE CONCURRENTIE 2 van 5

, - Verwar nooit het begrip ‘efficiënte schaalgrootte’ (‘productieve efficiëntie') met het begrip
‘efficiënte hoeveelheid’ (‘allocatieve, Pareto-efficiënte’ hoeveelheid)
• Efficiënte schaalgrootte wil zeggen dat men opereert op het minimumpunt van de GTK
• Allocatief, Pareto of efficiënte hoeveelheid is waar het deadweight loss verdwenen is: 𝑃 = 𝑀𝐾
(𝐷𝑊𝐿 = 0)
• Bij volkomen concurrentie vallen deze twee wel samen op lange termijn
 Daar is de vraag immers groot genoeg en wordt de producent wel gedreven naar het
minimumpunt van de GTK


3.2 Prijs is hoger dan marginale kost ('mark up')
- 𝑃 > 𝑀𝐾 (𝐷𝑊𝐿 > 0), ook al hebben we te maken met (monopolistische) concurrentie, waarbij
overwinsten op lange termijn verdwijnen
REDEN: Monopolistische concurrenten opereren op het dalende deel van de GTK-curve (waar
𝑀𝐾 < 𝐺𝑇𝐾), terwijl volkomen concurrenten op lange termijn opereren op het minimum van de
GTK-curve (= waar MK-curve de GTK-curve snijdt)
o Bij volkomen concurrentie: 𝑃 = 𝑀𝐾 (zowel op korte als lange termijn) EN
Op lange termijn ook: 𝑃 = 𝑚𝑖𝑛(𝐺𝑇𝐾)
o Bij monopolistische concurrentie: 𝑃 > 𝑀𝐾 EN 𝑃 > 𝑚𝑖𝑛(𝐺𝑇𝐾) (op korte en lange termijn)

- Elke individuele monopolistische concurrent heeft een incentive om klanten af te snoepen van zijn
concurrenten (via reclame)
 Zo kan het bedrijf efficiënter werken (volgens een efficiëntere schaalgrootte, dus tegen lagere GTK = meer
productieve efficiëntie)
 𝑃 > 𝑀𝐾 (op korte termijn percipiëren ze prijs toch als vast, zelfs als de hoeveelheid toeneemt)




HOOFDSTUK 12: MONOPOLISTISCHE CONCURRENTIE 3 van 5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evsmts. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
Add to cart
Added