Samenvatting van de literatuur en lessen van het vak Criminologie, gegeven in de minor: werken in het gedwongen kader aan de Hogeschool Rotterdam.
Gebruikte literatuur:
Dijk, J. van, Huisman, W. & Nieuwbeerta, P. (2018, 10e herziene druk). Actuele Criminologie. Den Haag:
Sdu Uitgevers.
o H1 tot e...
1. Inleiding van criminologie, justitieel apparaat en de creatie van
veiligheid
De criminologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van de aard en achtergronden van
menselijke gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn gesteld en van de wijze waarop de overheid en de
overige maatschappij daarop reageert.
Een criminoloog is iemand die zich beroepshalve toelegt op de bestudering van misdaad en straf, maar
daarbij, net als de rechter, juist wanneer de emoties hoog oplopen, het hoofd koel probeert te houden. Hij of
zij streeft bij zijn of haar oordeelsvorming naar een zo groot mogelijke mate van objectiviteit. Pas als alle
relevante feiten, inzichten en argumenten grondig in beschouwing zijn genomen, komt de criminoloog toe aan
zijn eigen, al dan niet emotioneel of politiek gekleurde, oordeel.
De criminoloog is gericht op het verzamelen van kennis over een bepaald maatschappelijk beleidsveld en het
tegengaan en voorkomen van criminaliteit. Ze leveren een bijdrage aan een betere, dat wil zeggen effectievere
en humanere aanpak ervan.
Criminologie is een empirische wetenschap, dus gericht op waarheidsbevinding. Er is niet maar één waarheid,
er zijn verschillende perspectieven op de waarheid.
De criminologie beschrijft de werkelijkheid zo goed mogelijk. De criminologie probeert verklaringen te zoeken
en te geven voor misdaad en voor het ontstaan van crimineel gedrag bij mensen of in de maatschappij (a.d.h.v.
theorieën). Daarnaast probeert de criminologie zo mogelijk te komen tot voorspellingen.
Criminaliteit is alles wat strafbaar is gesteld in het Wetboek van Strafrecht (juridische definitie), maar ook:
een sociale constructie die begrepen moet worden in de maatschappelijke context; verhouding en cultuur à
waarom maken we menselijk gedrag strafbaar? Wat de één crimineel gedrag vindt kan de ander anders zien.
De ander hoeft dit niet per definitie crimineel te vinden.
De criminologie onderzoekt het brede begrip van wat criminaliteit is en wat de oorzaken en gevolgen voor de
samenleving zijn. Dit vanuit het oogpunt van daders, slachtoffers én de maatschappij in het algemeen.
Aandachtsgebieden binnen de criminologie:
• Beschrijvende criminologie (criminografie)
Omvang en trend van criminaliteit
• Etiologie
De oorzaken van crimineel gedrag/criminaliteit; gelegen in respectievelijk de persoon van de dader en/of zijn
maatschappelijke achtergrond en situatie.
• Criminaliteitspreventie
De praktijk en uitwerking van maatregelen ter voorkoming van misdrijven buiten de strafrechtspleging
• Penologie
De effectiviteit van de opgelegde straffen en maatregelen
, • Victimologie
Kenmerken van slachtoffers, de gevolgen van misdrijven voor slachtoffers en de praktijk en uitwerking van
slachtofferrechten en slachtofferhulp
1. 1 Beschrijvende criminologie
De beschrijvende criminologie, ook wel ‘criminografie’ of ‘criminele epidemiologie’ genoemd, behelst de
statistische verdeling van criminaliteit in tijd en ruimte. Met behulp van kwantificerende studies wordt
geprobeerd een antwoord te krijgen op de veel gestelde vraag hoe het is gesteld met het niveau van de
criminaliteit in een bepaald land of in een bepaalde stad.
Tot de onderwerpen van de beschrijvende criminologie behoren tevens de beelden die de bevolking heeft van
de criminaliteit en de oordelen die men heeft over de politie en strafrechtspleging..
In Nederland zijn veel mensen nog steeds van mening dat de criminaliteit de afgelopen jaren is gestegen,
maar die indruk zou wel eens onjuist kunnen zijn. De eerste opdracht van de criminoloog is om het
waarheidsgehalte van dergelijke beweringen zo objectief mogelijk te toetsen. Betrouwbare criminologische
kennis dient de plaats in te nemen van vage indrukken en sensationele mediaberichten. Door politie en
justitie worden van oudsher gedetailleerde gegevens geregistreerd over alle kennis die de politie heeft
opgedaan over misdrijven en overtredingen (politiecijfer) en de afhandeling daarvan door het strafrechtelijke
systeem (de gerechtelijke statistieken).
Deze officiële gegevens worden doorgezonden naar het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat zorgt voor
een overzichtelijke publicatie in de vorm van tabellen en grafieken. De CBS-statistieken bieden de criminoloog
een schat aan statische gegevens over misdaad en straf.
In de ideale wereld worden alle gepleegde misdrijven bij de politie bekend en krijgen de daders vervolgens
hun verdiende straf. In die situatie zou de statistiek van het aantal veroordelingen een volledig beeld geven
van de criminaliteit. In werkelijkheid is daarvan uiteraard geen sprake. De meeste misdrijven komen nooit ter
kennis van de politie of worden door de politie niet opgehelderd.
Lang niet alle zaken die door het Openbaar Ministerie worden ingeschreven, leiden tot een veroordeling van
een dader. Slechts een kleine selectie van alle gepleegde misdrijven komt dus terecht in het statistiek der
veroordelingen. Deze statistieken geven belangrijke informatie over de activiteiten van de gerechten, maar als
graadmeter van de criminaliteit zijn ze niet bruikbaar.
1.1.1 Delicten en delictpatronen
Om zicht te krijgen op de vraag hoe vaak criminaliteit voorkomt, kan gekeken worden naar de officiële
registratiesystemen van justitie of zelfrapportages. Beide werkwijzen hebben voor- en nadelen. Zelfregistratie
laat wel zien dat het feitelijk aantal gepleegde delicten veel hoger is dan de geregistreerde criminaliteit.
Dark number is een term die (vooral in de criminologie) gebruikt
wordt om de niet-geregistreerde criminaliteit aan te duiden. Waar
ligt dit aan?
• Aangiftebereidheid
Slachtoffers zijn niet altijd bereid om aangifte te doen. De
aangiftebereidheid verschilt per delict.
• Focus van de politie
Deze kan per district – platteland of stad – hemelsbreed
verschillen
, • Slachtofferloze delicten
Bv. drugsdelicten of illegaal gokken
De meest voorkomende criminaliteit betreft vermogensmisdrijven, geweldsmisdrijven, verkeersmisdrijven en
vernieling/openbareordemisdrijven. Slechts een deel van de delinquenten komt in aanraking met forensisch
sociale professionals.
De meeste daders zijn generalist, dus plegen in hun criminele loopbaan verschillende typen delicten.
Specialisten vinden we vooral onder brandstichters, fraudeurs en zedendelinquenten. De meeste actieve en
ernstige daders zijn generalist.
1.1.2 Politiecijfers
In Nederland wordt er een statistiek bijgehouden van de ter kennis van de politie gekomen misdrijven. Deze
statistiek van de door politie geregistreerde criminaliteit telt ook de delicten waarvan de dader nooit is
gevonden. In dat opzicht bieden de politiecijfers een vollediger beeld van de criminaliteit dan de statistieken
van de aantallen gearresteerden of veroordeelden. Echter komen lang niet alle misdrijven ter kennis van de
politie.
De politie maakt bij de ter kennis gekomen misdrijven onderscheid tussen haalwerk en brengwerk. Tot het
haalwerk behoren misdrijven die de politie zelf constateert door controles uit te voeren. Welk deel wordt
geregistreerd heeft de politie tot op zekere hoogte zelf in de hand. Als de politie meer controles uitvoert,
neemt het aantal geregistreerde delicten toe. Deze toename zegt echter alleen iets over de trend in de
inspanningen van de politie, niet de de trend in deze criminaliteitsvormen.
De meeste misdrijven behoren tot het zogenoemde brengwerk, dat wil zeggen dat particulieren of bedrijven
aangifte doen bij de politie van een misdrijf waarvan zij het slachtoffer zijn geworden. Lang niet alle delicten
worden bij de politie gemeld. Burgers zijn, op enkele uitzonderingen na, niet verplicht aangifte van een delict
te doen bij de politie. De aangifteplicht is beperkt tot enkele zeer ernstige misdrijven, zoals moord of
verkrachting.
Een aanzienlijk aantal misdrijven blijft verborgen voor politie en/of justitie. Dit is de zogenoemde verborgen
criminaliteit.
De politiestatistiek geeft, kortom, niet het volledige beeld van de criminaliteit te zien en het deel dat ze wel
laat zien, is bovendien over de jaren heen variabel. De criminologie kan zich voor de beschrijving van de
criminaliteit dus niet verlaten op de politiecijfers en is gedwongen zelf hierover gegevens te verzamelen,
onafhankelijk van de politie.
1.1.3 Onderzoeken criminaliteit
Om beter inzicht te krijgen in de aard en de omgeving van de criminaliteit die verborgen is gebleven moet de
criminoloog zelf op onderzoek uit gaan:
1. Het meten of schatten van de werkelijke omvang en de ontwikkeling van criminaliteit;
2. Welk deel van de werkelijke criminaliteit wordt door de politie geregistreerd (hoe groot is het dark
number, de verborgen criminaliteit?);
, 3. Belangrijk om te weten of er verschillen bestaan (wat betreft sociaal milieu, geslacht, intelligentie,
persoonlijkheidskenmerken etc.) tussen betrapte en niet-betrapte delinquenten en/of slachtoffers die
aangifte doen bij de politie verschillen van degenen die dat nalaten.
De beste methode om inzicht te krijgen in de werkelijke verschijningsvormen van criminaliteit is de directe
observatie. In de criminologie wordt deze methode aanzienlijk minder vaak gebruikt. De meeste delicten zijn
zeldzaam en worden zo veel mogelijk in het geheim gepleegd.
Een andere methode is om mensen te enquêteren over wat ze hebben gedaan of meegemaakt met behulp van
een vragenlijst (questionnaire). Een bewaar van deze vragenlijstmethode is dat men vaak in het ongewisse
blijft over de vraag of respondenten de hen gestelde vragen over hun opinies, ervaringen of eigen gedrag wel
naar waarheid beantwoorden. De respondenten zijn vaak geneigd om op enigszins gevoelige vragen sociaal
wenselijke antwoorden te geven.
Om zo betrouwbaar mogelijke resultaten te verkrijgen, wordt door de onderzoekers vaak volstrekte anonimiteit
toegezegd. Op deze manier hoopt de onderzoeker zo eerlijk mogelijke antwoorden van de respondenten te
verkrijgen.
Zelfrapportagestudies à de respondent wordt gevraagd of deze bepaalde typen delicten heeft gepleegd en
hoe vaak hij of zij dit heeft gedaan.
Slachtofferenquêtes à de respondent wordt gevraagd of deze slachtoffer is geweest van bepaalde typen
delicten.
1.2 Het strafrechtelijk systeem in actie
De strafrechtspleging is in handen van verschillende, min of meer zelfstandige organen die samen worden
aangeduid als het strafrechtelijke systeem. Hieronder verstaan wij het geheel van organisaties en personen
dat bepaalt welke gedragingen strafbaar zijn en zorg draagt voor de opsporing van overtreders, hun vervolging
en berechting, en voor de tenuitvoerlegging van de aan hen opgelegde straffen. De belangrijkste onderdelen
van dit systeem zijn:
1. De strafwetgever (zowel de centrale overheid als de lagere overheid);
2. De politie en andere instanties met opsporingsbevoegdheid;
3. Het Openbaar Ministerie (de officieren van justitie);
4. De zittende magistratuur (de rechters), bijgestaan door de griffie;
5. Het gevangeniswezen;
6. De reclassering.
Het Openbaar Ministerie heeft in Nederland het alleenrecht op de vervolging van verdachten en formuleert
strafeisen aan de rechter. De rechters zijn in Nederland in hun beslissingen over rechtszaken geheel
onafhankelijk.
De traditionele prestatiemaat voor de strafrechtelijke handhavingstaak van de politie is het percentage ter
kennis gekomen misdrijven waarvan een verdachte bekend wordt (het zogenoemde ophelderingspercentage
of oplossingspercentage). Dit percentage schommelt in Nederland de laatste jaren rond de 26%. Het is lastig
om objectief te bepalen of dit percentage hoog of laag is.
In westerse landen richt de normatieve monitoring van de strafrechtpleging zich op de wijze waarop
functionarissen hun discretionaire bevoegdheden gebruiken. Worden bij het maken van keuzes om al dan niet
te arresteren, te vervolgen of te straffen fundamentele rechtsbeginselen zoals rechtszekerheid en
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gwendolynx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.