Dit is een samenvatting van de 12 hand-outs van het vak 'Erfgoed en Herbestemming'. Een gestructureerde en samengevatte versie van de doorlopende teksten.
Hand-out 1;2;3 : niet leren (inleiding tot het vak)
Hand-out 4 : Inleiding tot het concept ‘tijd’
A. Het verkennen van aspecten eigen aan het concept ‘tijd’
Wat is tijd?
Tijd is het verschijnsel waarbij van een gebeurtenis gezegd kan worden dat deze na
een andere gebeurtenis plaatsvindt. Een gebeurtenis vindt plaats op een tijdstip of
moment.
De tijd wordt gezien als een opeenvolging van tijdstippen
Tijdsduur tussen twee tijdstippen : de bepaling van hoeveel tijd een
gebeurtenis na een andere plaatsvindt.
Tijd is dus het begrip waarmee deze volgorde en duur wordt beschreven.
Tijdsperceptie :
Tijd is ook een ervaring van elk subject die op een unieke eigen kwalitatieve wijze
beleefd wordt. Het is een begrip uit de psychologie dat betrekking heeft op de
manier waarop de mensen tijd waarnemen.
Tijdslogica :
Formele logische systemen die de tijd formaliseren
‘Tijd’ driemaal anders ervaren :
1. “One Moment in Time”
2. “Chronos” : een verloop van de geschiedenis (chronologisch verloopt van
momenten)
3. “A Trip down Market Street” : een moment in het verleden
Hand-out 5 : Terminologie
Erfgoed :
= Een verzamelbegrip dat staat voor alles wat we overerven van vorige generaties en
wat we het bewaren waard vinden. Het wordt toegekend aan zaken die mensen
waarderen, zich mee identificeren en willen bewaren voor toekomstige generaties.
Het belang van erfgoed wordt door een maatschappij bepaald en gedragen en
verschilt sterk land per land.
Werkt in een maatschappij soms ook toekomstgericht.
,A. Categorisering
Objecten bewaard in bibliotheken, musea,
Materieel erfgoed religieuze centra, verzamelingen van
heemkundige kringen of
erfgoedverenigingen.
Het mobiel erfgoed rekent men hier ook toe
zoals voertuigen (koetsen, draagstoelen…) en
hun aanhangwagens, vaartuigen,
luchtvaartuigen en ruimtevaartuigen, hoewel
het mobiel erfgoed soms ook bij het
‘industrieel erfgoed’ wordt ondergebracht.
- Landschappen (zowel op Europees,
nationaal en regionaal niveau),
natuurlandschappen (bvb
natuurlijke bergen, bossen, duinen),
cultuurlandschappen (bvb door de
mens aangelegde dreven, kanalen,
parken…)
- Archeologische sites
- Steden en stedelijke gebieden (bvb
‘Onroerend erfgoed’ begijnhoven)
= niet verplaatsbaar, - Militaire bouwwerken en
grondgebonden. verdedigingswerken
- Industrieel erfgoed (bvb bruggen,
koeltorens, fabrieken…)
- Monumentale gebouwen (bvb
kerken, stations, kastelen…)
- Begraafplaatsen
- Oorlogsmonumenten (ook
uitroeiingskampen)
- (overig) bouwkundig erfgoed
- Heraldiek (wapenkunde)
= niet tastbaar erfgoed, maw de niet-tastbare gewoontes of
Immaterieel erfgoed gebruiken van vroeger die men koestert en nu nog doet.
- Dialecten, verhalen, muziek (van middeleeuwse gezangen tot
volksliederen), geuren, religieuze rituelen, festiviteiten (incl.
optochten en processies), ambachten (bvb klompen, tapijten
weven), recepten voor voeding,…
Ook tradities betreffende eten en drinken (culinair erfgoed) rekent men
daartoe (bvb voor bier, kaast, worst). In vele gevallen is immaterieel
erfgoed verbonden met materieel erfgoed (klederdracht, kerken…).
,B. Erfgoedbeleid
België is een federale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten :
De leiding over het land is in handen van verschillende partners, die
onafhankelijk hun bevoegdheden uitoefenen in hun domeinen : de
gemeenschappen, de gewesten en de federale staat.
1. De gemeenschappen : alles wat met de cultuur te maken heeft (inclusief taal).
“Gemeenschap” : de personen waaruit zo’n gemeenschap bestaat en de
band die deze personen verenigt, namelijk hun taal en cultuur.
3 gemeenschappen in België (3 officiële talen) :
- Vlaamse Gemeenschap
- Franse Gemeenschap
- Duitstalige Gemeenschap
2. De gewesten : ontstaan doordat de gewesten naar meer economische
autonomie streefden.
3. De federale staat : de belangrijke bevoegdheden
(buitenlandse zaken, landsverdediging, justitie…)
‘Cultureel erfgoed’ in België :
In België worden roerend en immaterieel erfgoed samen aanzien als ‘cultureel
erfgoed’.
Van belang, omdat het huidige generaties een beeld geeft van het verleden en
kan bijdragen tot de culturele identiteit.
Vlaamse cultureel-erfgoedgemeenschap :
Aanduiding van organisaties en personen die een bijzondere waarde hechten een het
(Vlaamse) cultureel erfgoed of specifieke aspecten ervan.
Ontleend aan de Kaderconventie van de Raad van Europa over de waarde van
cultureel erfgoed van de samenleving (2005)
Beleid van ‘cultureel erfgoed’ en ‘onroerend erfgoed’ :
‘cultureel erfgoed’ = gemeenschapsmaterie, vallen onder het beleidsdomein
‘Cultuur, Jeugd, Sport en Media’
, ‘onroerend erfgoed’ = gewestelijke materie, vallen onder het beleidsdomein
‘Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed’ (RWO)
In de toekomst zal dit ‘Omgeving’ worden
Waarom is dit belangrijk?
= het doelbewust leren over en door middel van materieel en immaterieel erfgoed
via gerichte instructies.
Leerlingen doen kennis en vaardigheden op en ontwikkelen een
inlevingsvermogen en persoonlijk, cultureel en historisch bewustzijn.
Aan de hand van concrete thema’s kan men komen tot een historisch besef en
respect voor de omgeving.
D. Erfgoedzorg
1) Inventariseren :
= een lijst opmaken van hetgeen men aantreft (methodologische aanpak)
Ministerieel besluit van 17 juli 2015 : inventarisatiemethodologie voor
bouwkundig erfgoed. (Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014)
Beoordeling van de erfgoedwaarde :
In de inventarisatiemethodologie staan de bruikbare bronnen vermeld om
informatie te verzamelen om de erfgoedwaarde van het onroerend goed te
kunnen evalueren.
13 erfgoedwaarden (moet aan 1 volstaan) :
Archeologische waarde Het betekenisvol kunnen bijdragen tot de
reconstructie van de bestaansgeschiedenis van de
mensheid en haar relatie tot de omgeving door de
daar aanwezige overblijfselen, voorwerpen of
sporen van de mens en zijn omgeving te behouden
of ze met archeologische en
natuurwetenschappelijke methoden te
onderzoeken
Architecturale waarde Getuigen van een fase of aspect van de
(landschaps)architectuur of bouwkunst in het
verleden. (typologie, stijl, oeuvre of
materiaalgebruik)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tesatape. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.