100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biopsychologie samenvatting met oefenvragen $10.89   Add to cart

Summary

Biopsychologie samenvatting met oefenvragen

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document is het boek biologica psychologie, de hoorcolleges en een aantal oefenvragen in een gebracht. Het is gemaakt voor studenten die de minor: 'van brein tot gedrag' volgen. Er wordt duidelijk gemaakt wat belangrijke begrippen zijn en veel afbeeldingen maken de tekst duidelijker en makke...

[Show more]

Preview 4 out of 31  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 4
  • September 27, 2024
  • 31
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Bio
psychologie
Samenvatting

, HOOFDSTUK 1: HET NEURON EN ACTIEPOTENTIAAL

IN HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL

Neuronen

o Boodschappers
o Grijze stof
o Hoge caloriebehoefte
o Nagenoeg zelfde structuur
o Structuur bepaalt functie
o Oudste cellen van het lichaam
o Onvervangbaar
o Kunnen erg wisselen in lengte

Glia

o Verzorgende functies voor de neuronen, zijn de verzorgers
o Meer dan neuronen
o 10:1
o Delen van de witte stof

Functies glia cellen:
Schwann cells  zorgen voor de
myelinescheden, verzorgen en
begeleiden het neuron.
Oligodendrocyte  zorgt voor het
vormen van de myelinescheden.
Microglia cel  zorgen voor de
bescherming, het onderhoud en de
ondersteuning van neuronen, kunnen
ook bijdragen aan ziekten wanneer ze
ontregeld raken.
Ependym cel  bekleden de hersenholtes.
Astroglia  voedt het neuron.

Dendrieten zijn de ontvangers
Het axon verstuurd boodschappen.
myelineschedes vergroten de snelheid van het signaal  vetsubstantie
de tussenruimtes zijn de knopen van ranvier.

Exitatie = GO  Norepinefrine (allertheid) en Glutomaat (memory)
Inhibitie = HO  Exitatoir & inhibitoir (stemming, honger en slaap)

Afferent = de richting waar de informatie naar wordt gestuurd naar een
structuur. (sensorisch neuron)
Efferent = informatie van de structuur af. (motor neuron)
Inter neuronen = neuronen binnen dezelfde structuur, deel van orgaan.

,De nerves vages (tiende zenuw of zwervende zenuw) speelt een cruciale rol in
het autonome zenuwstelsel, dat zorgt voor vitale lichaamsfuncties. De nerves
vages heeft een remmende werking op het systeem.


ELEKTRISCHE PROCESSEN

Negatieve en positieve lading bestaan aan de binnen- en buitenkant van een cel.
Ze zijn gescheiden en hebben daarmee een bepaald potentiaal/potentieel – zin
geladen voor actie.
In principe gebeurt er niets zolang deze positieve en negatieve ionen niet met
elkaar in contact kunnen komen.

RUST POTENTIAAL

Voltage = de geladenheid van de cel
stroming = potentieel : weerstand.
resistent = weerstand

Sodium = natrium
potassium = kalium

o Beiden zijn positief geladen
o Toch -70mV verschil bij rust in de cel (gradient)
o Komen niet boven de -55mV  drempelwaarde
o Door de negatief geladen eiwitten in de cel & meer natrium buiten het
neuron dan Kalium binnen het neuron.
o Binnen de cel dus negatievere lading.

Verschillende ionen kanalen:

- Mechanisch (uitrekken van het membraan)
- Voltage – gated (potentiaal, natrium & kalium)  sodium en potassium
channels.
- Ligand gated (hormonen, neurotransmitters)

De rustregelaar is de NA*KA pomp. 2 KA naar binnen, 3 NA naar buiten.

ACTIEPOTENTIAAL

Stimulus moet sterk genoeg zijn om voorbij de -55mV te komen. Er komt
depolarisatie, alle natrium kalium poortjes gaan open. Depolarisatie zorgt voor
omgekeerde polariteit (+40mV)
Repolarisatie door elektrische en concentratie druk.
Tijdelijke hyperpolarisatie doordat er te veel natrium en kalium de cel verlaten.
(onder de -70mV)

De NAKA-pomp stabiliseert weer naar de -70mV.


De snelheid van het signaal is afhankelijk van de myeline schedes.

, OEFENVRAGEN HOOFDSTUK 1

1. Wanneer het membraan van het neuron in rust is, waar in de cel zijn de
natrium ionen en de kalium ionen het meest geconcentreerd?

A = natrium is voornamelijk buiten de cel en kalium vooral in de cel.
B = natrium is vooral in de cel en kalium buiten de cel.
C = beiden natrium als kalium zijn vooral binnen in de cel.
D = beiden natrium als kalium zijn vooral buiten de cel.

2. In welke richting verplaatst de natrium-kalium pomp?

A = hij verplaatst zowel natrium- als kaliumionen de cel in.
B = hij verplaatst zowel natrium- als kaliumionen de cel uit.
C = hij verplaatst natriumionen de cel in en kalium de cel uit.
D = hij verplaatst natrium uit de cel en kalium de cel in.

3. Onder welke omstandigheden produceert een axon een actiepotentiaal?

A = wanneer het membraan hyper gepolariseerd is.
B = wanneer de potentiaal van het membraan de drempel bereikt.
C = wanneer het membraan gedepolariseerd is.
D = wanneer de potentiaal van het membraan is bereikt.

4. Wat gebeurt er als een membraan tot twee keer de drempelwaarde
bereikt?

A = Het neuron produceert een actiepotentiaal die twee keer zo sterk is
dan gewoonlijk.
B = Het neuron produceert een actiepotentiaal die twee keer zo snel gaat
dan normaal.
C = het neuron produceert een actiepotentiaal die iets sterker en iets
sneller is dan normaal.
D = het neuron produceert dezelfde actiepotentiaal als bij de drempel.

5. Op welk deel of welke delen van een neuron is de alles-of-niets-wet van
toepassing?

A = axonen
B = dendrieten
C = zowel axonen als dendrieten
D = op beiden niet.

6. Welke ionen bewegen zich tijdens het stijgende deel van de actiepotentiaal
over het membraan en in welke richting?

A = natrium beweegt naar buiten.
B = natrium beweegt naar binnen.
C = zowel natrium als kalium bewegen zich naar binnen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberschurer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.89
  • (0)
  Add to cart