100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Luister je wel naar mij? $3.73   Add to cart

Summary

Samenvatting Luister je wel naar mij?

9 reviews
 642 views  55 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Goede uitgebreide samenvatting! Geen boek meer voor nodig.

Last document update: 10 year ago

Preview 3 out of 34  pages

  • Yes
  • January 21, 2014
  • October 16, 2014
  • 34
  • 2012/2013
  • Summary

9  reviews

review-writer-avatar

By: reijchardromy • 2 year ago

review-writer-avatar

By: familievandenherik • 4 year ago

review-writer-avatar

By: peterdevalk • 6 year ago

review-writer-avatar

By: hannahverhaegen • 6 year ago

review-writer-avatar

By: rachmat1990 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: angelastolting • 7 year ago

Translated by Google

Extended resume

review-writer-avatar

By: studenta • 7 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Samenvatting Communiceren met kinderen
Luister je wel naar mij?
Hoofdstuk 1: Inleiding
De vraag van de volwassene is vaak een vraag naar gehoorzaamheid, die van een kind een
smeekbede dat er naar zijn of haar verhaal geluisterd wordt. Dit gebeurt vaak niet.
Het spreken met kinderen is voor bijna iedereen dagelijkse dan wel wekelijkse bezigheid.
1.1 De dominantie van taal
Hoe jonger het kind, des te ongemakkelijker volwassenen zich lijken te voelen in gesprek met
kinderen. Ook kinderen vinden dit ongemakkelijk: baby’s kunnen nog niet praten, maar beschikken
wel over de mogelijkheid tot taal. Al snel heeft het door dat een volwassene hem/haar niet begrijpt
als het niet uigedrukt wordt in woorden. De baby begrijpt dus dat hij de taal van de volwassenen
moet leren.
Een baby weet zelfs abstractie te maken van verschillende klanken die tot hetzelfde
klanksysteem horen, maar door verschillende mensen worden uitgesproken. Hierdoor leert
de baby, zonder regels te krijgen, een woordenschat, betekenisschat en grammatica te
ontwikkelen.
Niet iedereen heeft dezelfde talige talenten en dezelfde mogelijkheden om taal te ontwikkelen. De
taalontwikkeling van jongens verloopt vaak trager.
Kinderen zijn zeer sensitief ingesteld op hun omgeving en begrijpen situaties van daaruit, zonder dat
er woorden bij horen. Hierdoor koppelen ze de woorden die ze horen aan de omgeving die erbij
hoort.
Kinderen maken in alle talen fouten die ze zelf produceren en die hen niet geleerd zijn. Deze fouten
komen voort uit hun abstractievermogen. Het maakt hierbij niet uit of het kind intelligent is of niet.
Overregulariseren = ‘perfecte’ vervoeging vanuit een grammaticaal inzicht, terwijl geen enkele
volwassene hem dit geleerd heeft. Bijv. zeggen ‘ik loopte’ in plaats van liep’.
Wanneer een kind dergelijke fout maakt, verbetert de volwassene hem/haar en vanaf dat moment
leer het kind dat er uitzonderingen op de regels zijn en past dit dan ook toe.
Sensitieve periode voor taal = Het kind is op taal gericht en in deze periode leert het deze taal
vloeiend beheersen. Periode is van geboorte tot ongeveer 7 jaar.
Sensitieve periode voor verfijning van taal = Het kind is op taal gericht waarbij het de grammatica
leert en leert lezen en schrijven. Periode is van ongeveer
7 tot 10 jaar.
De capaciteit tot het leren communiceren met behulp van taal is heel groot, maar moet wel de
gelegenheid krijgen om ontwikkeld te worden.
Vergissing die volwassenen vaak maken is dat ze denken dat kinderen in staat zijn om vragen
te formuleren die hen bezighouden, als kinderen woorden van een taal uit kunnen spreken.
Zeker tot het tiende jaar blijft dit lastig.
Repeteervragen = het herhalen van de zelfde vraag. Kan ontstaan wanneer kinderen niet onder
woorden kunnen brengen van wat ze willen vragen. Komt veel voor tot ong. 8 jaar.
Volwassenen interpreteren dit gedrag vaak als onoplettendheid en zeggen dan dat ze het antwoord
al gegeven hebben en dat het kind moet luisteren. Vaak wil het kind een bepaald antwoord krijgen
op een vraag die het niet goed kan formuleren, en stelt daarom vaak dezelfde vraag.

,Kinderen kunnen nog geen gesprek voeren volgens de regels die volwassenen hanteren. Bondig
formuleren kunnen kinderen bijvoorbeeld vaak nog niet.
Volwassenen breken veel van de initiatieven van kinderen tot gesprek af en nemen daarbij vaak te
weinig tijd om het kind zelf te laten uitdrukken wat het wil zeggen en nemen het gesprek over.
Van Haaren: gespreksvoering met kinderen reflecteert de mate van creativiteit van volwassenen.
Het betekent het afleren van starheid en prestatiedwang om te normeren, te
interpreteren, te winnen en te concurreren.
Bij peuters loopt het begrijpen van taal voor op de productie van taal.
Passieve woordenschat = het aantal woorden dat het kind kent en begrijpt.
Actieve woordenschat = het aantal woorden dat het kind gebruikt.
Reflecteert lang niet de passieve woordenschat.
Driftaanvallen en het slaan van andere kinderen neemt bij veel kinderen af vanaf ongeveer 3 jaar: de
leeftijd waarop ze zich enigszins talig verstaanbaar kunnen maken.
1.2 Leercapaciteit en leerbereidheid van kinderen
Maria Montessori: volwassenen moeten meer respect tonen voor het kind dat helemaal zelf een
taalsysteem weet te ontwikkelen. Er is gebrek aan respect in de wijze waarop
volwassenen op school het kind het alfabet als een enorme traktatie aanbieden.
Ze willen het kind hierin les geven, helemaal voorbijgaand aan de kolossale eigen leercapaciteit van
het kind dat al zelfstandig een taal geleerd heeft.
Ook de leerbereidheid van kinderen is heel groot. Vooral jonge kinderen zijn bereid nieuwe gebieden
te betreden, wanneer hen de mogelijkheid daartoe wordt aangeboden. Ze gaan hier helemaal in op
en vergeten hun omgeving.
Normalisatie = het gevoel weer helemaal tot zichzelf te komen. Treedt op wanneer kinderen iets
hebben leren beheersen.
Jonge kinderen zitten veel minder vast aan patronen: zijn goed in staat dingen vanuit verschillende
perspectieven te benaderen en zijn minder bevooroordeeld dan volwassenen.
Het jonge kind neemt vooral waar met zijn zintuigen, d.m.v. geurzin en tastzin. De ervaringen worden
in verschillende gebieden van de hersenen opgeborgen, met daartussen weinig verbindingen. Dit
komt door rijpingsproces.
Rijpingsproces = geen geïntegreerde vormen van waarnemen. Hersenhelften functioneren nog sterk
los van elkaar tot ongeveer het zevende jaar.
Fontanel = een opening bovenin de schedel, die zich pas na verloop van een à 2 jaar sluit.
Als kinderen opgroeien, merken ze dat volwassenen een vastomlijnde, talige wijze hebben waarop ze
de wereld beschrijven en wordt er grote druk op kinderen uitgeoefend om zich hieraan aan te
passen. Afwijking van de norm roept bij het oudere kind en bij volwassene angst op.
Gevolg: grote behoefte tot aanpassing en meer talige uitdrukking door kind.
Er zijn veel communicatiemogelijkheden, maar volwassenen beperkt zich snel tot de talige
communicatie. Het kind gebruikt echter verschillende mogelijkheden.
Taal is voor hen een instrument om te ordenen, niet slechts een communicatiemiddel.
Hoe ouder het kind, des te groter de druk tot talig functioneren: niet-talig functioneren wordt zelfs
vaak al onbeleefd benoemd door volwassenen.
Reggio-benadering = erop gericht om intellectuele ontwikkeling van het kind te bevorderen door zich
systematisch te richten op symbolische uitdrukkingswijzen.
Hieruit blijkt dat kinderen ons door creativiteit veel duidelijk kunnen maken.

, Deze werkwijze kan gezien worden als verder ontwikkeling van het denken van Montessori: gericht
op kinderen zelf en hun ontwikkelingsmogelijkheden, vervat in breed scala van
uitdrukkingsmogelijkheden.
1.3 Betrouwbaarheid en suggestibiliteit
Suggestibiliteit = de mate waarin iemand er door een ander toe gebracht kan worden te geloven dat
er iets is gebeurd of iemand eruit ziet op een wijze die niet in overeenstemming is
met de werkelijkheid en de herinnering.
Tot voor kort dacht men dat jonge kinderen hier erg gevoelig voor waren.
Tot drie jaar: kinderen echter weinig gevoelig voor suggestie in een stressvolle situatie die ze hebben
meegemaakt. Kunnen vrij correct aangeven wat ze hebben meegemaakt.
4-8 jaar: suggestibiliteit van kinderen neemt af.
Vanaf 13 jaar: suggestibiliteit neemt weer licht toe.
Kinderen van 5 à 6 jaar zijn erg beïnvloedbaar en staan open voor suggestieve vragen wat betreft
kenmerken van personen of dingen. Zij gaan ervan uit dat volwassenen de waarheid spreken.
Bovendien nemen kinderen een uitspraak vaak letterlijk door gebrek aan kennis (= face value).
Gevolg: een uitspraak van een volwassene wordt niet meteen ter discussie gesteld en
kinderen vertellen spontaan minder.
Het blijkt echter wel dat deze kinderen niet oneerlijker zijn en niet minder betrouwbaar dan
volwassenen. Dit komt omdat kinderen minder schema’s vormen over een gebeurtenis en dus
minder dan volwassenen een bevooroordeelde kijk op die gebeurtenis hebben.
Het is de vraag of kinderen deze suggestibiliteit niet doorhebben. Zie blz. 28 voor experiment!!
Jonge kinderen besteden meer aandacht aan de hoofdlijnen van gebeurtenis dan aan details.
Gevolg: meer beïnvloedbaar wat details betreft; suggestieve vragen over details worden
minder snel herkend.
Bovendien is suggestiviteit vaak een bewuste poging tot manipulatie van de luisteraar.
Suggestibiliteit van kinderen blijkt vooral te spelen in reactie op volwassenen en het gaat daarbij niet
zozeer om beïnvloedbaarheid op zich of een gebrekkige geheugenfunctie, maar om de invloedssfeer
van de volwassene. Zie blz. 30 voor experiment!!
Verschillende reden voor betrouwbaarheid van kinderen van 5 à 6 jaar:
 Het kind wordt minder bepaald en beperkt door taal.
 Het kind heeft meer zelfvertrouwen dan paar jaar later, wanneer het onzeker wordt door het
falen op leertaken op school en het onder de indruk raakt van alle kennis waarover de
leerkracht beschikt.
 De integratie van de hersenen zorgt ervoor dat kinderen vanaf een jaar of zeven een
gebeurtenis meer in een samenhangende context kunnen plaatsen.
 Een kind van 7 à 8 jaar is zich meer bewust van het belang van verbale communicatie voor
volwassenen en het begrijpt iets meer van de kenmerken van deze communicatie en ook van
de verschillende belangen die daarmee samenhangen.
Het functioneren van kinderen is in situaties sterk afhankelijk van het kader waarbinnen het gesprek
plaatsvindt. Ze functioneren beter als er geen suggestieve vragen worden gesteld dan wanneer dit
wel wordt gedaan.
Het geheugen van jonge kinderen is zeer goed.
Het geheugen kan uitgedrukt worden in herkennen van gebeurtenis of persoon en het herinneren
ervan.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnoukJalink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.73  55x  sold
  • (9)
  Add to cart