Belasting- en verzekeringsrecht
Samenvatting/ uitwerkingen examenmatrijs
, 1.1 De kandidaat benoemt welk overheidsorgaan of welke overheidsinstantie een
gegeven belasting of heffing kan opleggen.
Belastingen zijn er in meerdere vormen en worden geheven door verschillende overheden.
De overheid is van oudsher onderverdeeld in verschillende bestuurslagen. We onderscheiden
onder meer: het Rijk (de centrale overheid), provincie, gemeente en waterschapen. We
spreken dus over rijks-, provinciale, gemeentelijke en waterschapsbelasting. Indeling van
belastingen op basis van de heffende instantie:
Rijksbelastingen
Provinciale belastingen
Belastingen
Gemeentelijke
belastingen
Waterschapsbelastingen
Rijksbelastingen: het Rijk heft de grootste belastingen waaruit voor de (centrale) overheid de
meeste inkomsten voortvloeien. Denk bijvoorbeeld aan:
Omzetbelasting;
Loon- en inkomstenbelasting;
Vennootschapsbelasting;
Erfbelasting;
Kansspelbelasting;
Dividendbelasting;
Motorrijtuigenbelasting;
Overdrachtsbelasting;
Accijnzen;
Milieuheffingen.
Provinciale belastingen: door de provincie worden zogenoemde opcenten (provinciale
belasting) geheven die door de houder van een motorrijtuig moeten worden betaald, samen
met de motorrijtuigenbelasting.
Gemeentelijke belastingen: gemeenten heffen meerdere belastingen, waarvan de
onroerendezaakbelasting (OZB) de bekendste is. Eigenaren van onroerende zaken moeten
over de waarde van hun onroerende zaak aan de gemeente belasting betalen. Verder zijn er
toeristenbelasting en hondenbelasting (welke tegenwoordig bijna overal is afgeschaft).
Waterschapsbelasting: om de kwaliteit van het waterbeheer te waarborgen, wordt door
waterschappen ook belasting geheven, de zogenoemde waterschapsbelasting.
Examen Belasting- en Verzekeringsrecht – 15 maart 2024 – mboRijnland – Melina Kwinkelenberg
, 1.2 De kandidaat motiveert in een situatie of iemand inkomstenbelasting is
verschuldigd.
Op basis van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt een belasting geheven over het
inkomen van belastingplichtigen: de inkomstenbelasting. Begrip inkomstenbelasting: een
belasting op het inkomen van natuurlijke personen.
Alleen natuurlijke personen zijn voor de inkomstenbelasting belastingplichtig. De
inkomstenbelasting is, samen met de loonbelasting (LB), de belangrijkste personele
belasting.
- Rechtspersonen (nv, bv, stichting en vereniging) zijn geen natuurlijke personen en
vallen dus niet onder de inkomstenbelasting.
Als het gaat om inkomstenbelasting dan is er sprake van belastingsubjecten en
belastingobjecten.
- Belastingsubject: de persoon van wie belasting wordt geheven, ofwel de
belastingplichtige.
- Belastingobject: waarover wordt de inkomstenbelasting geheven? De
inkomstenbelasting heeft betrekking op het totale inkomen. Bijvoorbeeld: loon,
pensioen, winst uit onderneming, vermogen etc.
Belastingplichtige zijn in twee categorieën te onderscheiden:
1. Binnenlands belastingplichtigen: natuurlijke personen die in Nederland wonen.
Iemand die permanent in Nederland woont is een ingezetene, hij is binnenlands
belastingplichtig. Hij wordt in Nederland belast voor zijn gehele inkomen, waar ter
wereld hij het inkomen ook heeft verdiend, dit heet het wereldinkomen.
2. Buitenlands belastingplichtigen: natuurlijke personen die niet in Nederland wonen,
maar hier wel een binnenlands inkomen hebben. Een buitenlands belastingplichtige
die een inkomen in Nederland heeft, heeft geen belastingplicht ten aanzien van zijn
wereld inkomen. Hij heeft een beperkte belastingplicht: alleen het inkomen dat hij in
Nederland heeft, is belast voor de inkomstenbelasting.
Om dubbele belasting betalingen te voorkomen heeft Nederland met veel landen verdragen
gesloten. Zo’n verdrag bevat regels waardoor slechts eenmaal belasting wordt geheven.
Voor de belastingdienst zijn er ook fiscale partners, je kunt dan samen aangifte doen als
koppel en de inkomsten en aftrekposten onderling verdelen. Dit kan gevolgen hebben op
hoeveel zij moeten betalen, terugkrijgen en voor de heffingskortingen. Heffingskortingen zijn
bedragen die een belastingplichtige in mindering mag brengen op het te betalen
belastingbedrag.
Ä Als je getrouwd bent, of geregisterd partnerschap het, ben je vanzelf fiscale partners.
Als je samenwoont, kun je in sommige gevallen ook fiscale partners zijn. Je kunt ook
in de overige gevallen fiscale partners worden door een notarieel
samenlevingscontract op te laten maken.
Examen Belasting- en Verzekeringsrecht – 15 maart 2024 – mboRijnland – Melina Kwinkelenberg
, 1.3 De kandidaat berekent in een situatie en eventueel een gegeven heffingskorting
hoeveel inkomstenbelasting iemand verschuldigd is in een bepaalde box.
Zie bijlage boxensysteem
1.4 De kandidaat legt uit wat het verband is tussen de loon- en de inkomstenbelasting.
Loonbelasting en de inkomstenbelasting zijn belastingen die worden geheven over (een deel
van) het inkomen van natuurlijke personen. Door het ontvangen van loon door de
belastingplichtige voor de inkomstenbelasting is dit onderdeel van het inkomen uit werk en
woning in box 1. De heffing van belasting over loon vindt als eerste plaats op basis van de
Wet op de loonbelasting 1964. Als iemand inkomsten heeft uit andere werkzaamheden (dan
door loondienst), dan is daarover ook inkomstenbelasting verschuldigd.
De loonbelasting fungeert als een voorheffing op de inkomstenbelasting. Wat de werknemer
in het kalenderjaar aan loon heeft verdiend, moet hij opnemen in zijn aangifte voor de
inkomstenbelasting. Het bedrag dat al aan loonbelasting is voldaan, wordt met de aanslag
inkomstenbelasting verrekend om zo dubbele belasting te voorkomen.
1.5 De kandidaat stelt in een situatie vast welke aftrekpost(en) van toepassing is/zijn.
Bij inkomstenbelasting hebben we aftrekposten. Een aftrekpost is een uitgave van de
belastingplichtige die hij in mindering mag brengen van zijn inkomen. Zo’n aftrekpost
verlaagt het inkomen in box 1. Dat heeft dus tot gevolg dat het belastingbedrag lager wordt.
Je hoeft minder inkomstenbelasting te betalen. Te veel betaalde inkomstenbelasting krijg je
terug.
De belastingplichtige kan te maken krijgen met uitgaven die voor hem een persoonlijk en
dringend karakter hebben. Die vallen dan onder de persoonsgebonden aftrek. Voorbeelden
hiervan zijn:
Partneralimentatie: alimentatie die iemand betaalt voor een ex-partner is aftrekbaar
voor de inkomstenbelasting.
Specifieke zorgkosten: specifieke zorgkosten, zoals dokterskosten, ziekenhuis,
medicijnen en vervoer, vormen een persoonsgebonden aftrek in het jaar waarin de
kosten zijn betaald. Niet aftrekbaar zijn de kosten die onder het eigen risico vallen of
waarvoor je een vergoeding uit de (aanvullende) zorgverzekering ontvangt.
Giften aan erkende goede doelen: giften aan goede doelen zijn aftrekbaar voor de
inkomstenbelasting indien het goede doel de anbi-status heeft. ( belasting dienst heeft
het doel erkend als een ‘algemeen nut beogende instelling’). Bij giften is het
drempelbedrag 1 procent van het drempelinkomen, dus giften onder dit bedrag zijn
niet aftrekbaar. Het maximum voor de giftenaftrek is 10 procent van het
drempelinkomen.
Examen Belasting- en Verzekeringsrecht – 15 maart 2024 – mboRijnland – Melina Kwinkelenberg
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lienkwinkelenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.69. You're not tied to anything after your purchase.