Samenvatting verdiepend burgerlijk recht goederenrecht. Met aantekeningen van de PowerPoints. Wetsartikelen zijn geel gemarkeerd en voorbeelden uit het boek. Ook zijn enkele jurisprudentie uitgewerkt.
Samenvatting Goederenrecht – Bo Baars
Week 1 | Inleiding en begrippen – Snijders Nummer 1-8, 10-14,27,29,36-58,
78.
Boek 3 = goederen, boek 5 = zaken. Goederen zijn alle zaken en vermogensrechten. Art. 3:1 BW.
Zaken: de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten: art. 3:2 BW.
Vermogensrechten: art. 3:6 BW (recht met vermogenswaarde).
Hoofdzaak en bestanddelen: art 3:4 jo. Art. 5:3 of art. 5:14 BW.
Natrekking van onroerende zaken: art. 5:20 lid 1 sub e BW: portacabin arrest.
Belang van het kwalificeren van een registergoed:
Leveringsformaliteiten, art. 3:89 BW.
Verjaringstermijnen, art. 3:105 BW, art. 3:306 BW
Derdebescherming tegen bob vervreemder, art. 3:88 BW
In boek 3 hebben we het over rechthebbenden, in boek 5 hebben we het over eigendommen.
- Portacabin arrest art. 3:3 BW, is de portacabin door natrekking onderdeel van de grond
en dus een onroerend goed geworden? De HR geeft de volgende criteria die van belang zijn
om te bepalen of een gebouw duurzaam met de grond is verenigd:
1. Een gebouw kan duurzaam met de grond zijn verenigd o.g.v. art. 3:3 BW, doordat het naar
aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven.
2. Er moet worden gelet op de bedoeling van de bouwer voor zover deze naar buiten kenbaar
is.
3. Bestemming van een gebouw of werk om duurzaam ter plaatse te blijven dient naar buiten
kenbaar te zijn.
4. De verkeersopvattingen kunnen niet worden gebruikt als een zelfstandige maatstaf voor de
beoordeling van de vraag of een zaak roerend of onroerend is.
HR: portacabin was onroerend. R.o. 3.3.
- Depex – Bergel arrest art. 3:4 BW, wordt het eigendomsvoorbehoud van Depex
doorbroken door natrekking van de installatie door het fabrieksgebouw? R.o. 3.3. Als het
gebouw en de apparatuur in constructief opzicht specifiek op elkaar zijn afgestemd, is dat
een aanwijzing dat naar verkeersopvatting netrekking heeft plaatsgevonden. Dit geldt ook
voor wanneer het gebouw uit een oogpunt van geschiktheid als fabrieksgebouw bij
ontbreken van de apparatuur als onvoltooid moet worden beschouwd. Volgens de HR dient
als hoofdzaak het gebouw te worden genomen, dit miste in de uitspraak van het hof, er was
niet duidelijk wat er met het woord ‘fabriek’ wordt bedoeld. De HR geeft een maatstaf voor
het beoordelen van natrekking naar verkeersopvattingen, r.o. 3.7.
1
Samenvatting goederenrecht – Bo Baars
, - Grafzerken arrest art. 3:3 BW en art. 5:20 BW. Is een grafteken op een eigen graf
duurzaam met de grond verenigd in de zin van art. 5:20 jo. art. 3:3 BW? Het Hof kwam tot
het oordeel dat graftekens moeten worden aangemerkt als werken die duurzaam met de
grond zijn verenigd. St. Barbara is dus eigenaar van de graftekens. Het Hof oordeelde dat de
graftekens volgens de bedoeling van de rechthebbenden als duurzaam herinneringsteken op
de graven zijn geplaatst welke bedoeling en bestemming op grond van de aard en de
inrichting van de graftekens ook voor eenieder naar buiten kenbaar is. Het heeft deze vraag
beoordeeld aan de hand van de portacabin-critera. De verkeersopvattingen kunnen in dit
geval niet in aanmerkingen worden genomen nu buiten twijfel is dat de graftekens gezien
voor hun ieder naar buiten kenbare aard en inrichting bestemd zijn duurzaam ter plaatse te
blijven en dat aan de duurzaamheid van de bestemming niet kan afdoen dat de onderhavige
grafrechten voor bepaalde tijd zijn verleend. R.o. 3.4.2.
Hoofdstuk 1 – Algemene inleiding
Goederen is de verzamelnaam voor zaken (stoffelijke vermogensobjecten) en vermogensrechten.
Relevante rechtsposities ten opzichte van goederen zijn bezit, houderschap, bewind, eigendom en
overig toebehoren.
Relatie persoon-goed centraal
In het goederenrecht staat de relatie persoon-goed centraal, in het verbintenissenrecht is dit
persoon-persoon. A heeft de tennisbaan van B gekocht, maar nog niet betaald is
verbintenisrechtelijk, A is eigenaar van een tennisbaan is goederenrechtelijk.
Meer dan traditie
Er zijn rechten aan de orde die een bepaald persoon op een bepaald goed kan doen gelden en
daarmee rechten die hij in beginsel tegenover eenieder kan handhaven (=absolute rechten). Die
absolute werking, of derdenwerking is kenmerkend voor het goederenrecht.
Bij het verbintenissenrecht gaat het om de persoon-persoon relatie, dan gaat het om de rechten die
de ene persoon in beginsel uitsluitend tegenover de andere persoon kan uitoefenen (=relatieve
rechten).
Band tussen goederenrecht en verbintenissenrecht
Het goederenrecht geeft aandacht aan de casus rond de rechtsposities van personen ten opzichte
van goederen, het kan echter niet zonder het verbintenissenrecht. Een koop zal bijvoorbeeld
vernietigbaar kunnen zijn wegens dwaling (verbintenisrechtelijk) en de vernietiging van de koop
maakt hierop de overdracht ongeldig (goederenrechtelijk).
Het goederenrecht en het verbintenissenrecht vormen samen het vermogensrecht en is een
onderdeel van het privaatrecht.
Goederenrechtelijke rechten in het systeem van subjectieve rechten
Privaatrechtelijke vermogensrechten die subjecten kunnen hebben worden verdeeld in relatieve
rechten (tegenover een bepaald persoon) en absolute rechten (tegenover eenieder).
De absolute rechten zijn te verdelen in de rechten op het voortbrengselen van de menselijke geest
en goederenrechtelijke rechten.
In de goederenrechtelijke rechten hebben we volledige rechten recht van eigendom, en beperkte
rechten recht van hypotheek en vruchtgebruik.
Als een recht rust op een zaak noemen wij ze tevens zakelijke rechten.
Subjectieve rechten VS. Actierechten en acties in rechte
Subjectieve rechten laten zich onderscheiden in:
2
Samenvatting goederenrecht – Bo Baars
, - Subjectief recht recht op genot van zijn zaak.
- Actierechten (iures agendi) recht om bijvoorbeeld bij de rechter ontruiming te vorderen
van een onroerende zaak door een onrechtmatige bewoner.
- Acties in rechte zelf (actiones) als de verkoper of de eigenaar inderdaad naar de rechter
stapt, start er een procedure en die noemen we dan actio.
Actierechten en acties zijn in rechte aan elkaar verbonden.
Algemeen BW
Het goederenrecht is gecodificeerd in BW 3 en 5. Boek 5 valt geheel onder het goederenrecht,
betreft zakelijke rechten, boek 3 slechts deels.
Verdeling over BW 3 en 5 en verhouding met andere boeken
Boek 3 is ons algemeen deel van het vermogensrecht, als er geen sprake is van een algemene
regeling wordt dit geregeld in boek 5 (zakelijke rechten) en de persoonlijke rechten staan in boek 6-8.
Voor zover het gaat om goederenrechtelijke rechten die uitsluitend bestaanbaar zijn op stoffelijke
vermogensobjecten (zaken) zijn geregeld in boek 5. Goederenrechtelijke rechten die bestaanbaar zijn
op rechten staan in boek 3. Boek 4 biedt ruimte voor goederenrechtelijke rechten die ook op andere
objecten dan zaken betrekking kunnen hebben.
Korte aanduiding van boek 3 en 5
Goederenrechtelijke rechten die niet slechts op zaken maar ook op rechten bestaanbaar zijn
vruchtgebruik, pand en hypotheek.
Goederenrechtelijke rechten die uitsluitend bestaanbaar zijn op zaken erfdienstbaarheden,
erfpacht, opstal, appartementsrechten.
Gelaagde structuur
Gelaagde structuur ordening van regels naar de vraag van hoe algemene betekenis zij zijn. In het
goederenrecht zie je de gelaagde structuur goed. De algemene regels zijn slechts van toepassing als
er geen bijzondere regel van afwijkt. 1
De meest algemene bepalingen voor het goederenrecht vind je in boek 3. Binnen de algemene
bepalingen van boek 3 valt ook een gelaagde structuur te zien. Let dus goed op met het
beantwoorden van je vragen op deze gelaagde structuur.
Schakelbepalingen en uitschakelbepalingen
Schakelbepalingen verklaren een complex regels van overeenkomstige toepassing buiten het terrein
waarop zij rechtstreeks betrekking hebben. De schakelbepaling in het goederenrecht is art. 3:98
BW. Dit artikel verklaart al hetgeen in afdeling 3.4.2 over de overdracht van een goed van
overeenkomstige toepassing op de vestiging, de overdracht en de afstand van een beperkt recht op
een goed. 2
Zaken algemeen
Zaken voor de menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten, art. 3:2 BW. Energie is een zaak
in de zin van art. 3:2 BW, er is aangetoond dat deze massa heeft en is dus hiermee als stoffelijk aan te
duiden. Bij maat/gewicht aangeduide objecten zijn zaken. Dieren zijn niet meer als zaak aan te
merken, art. 3:2a BW, alleen de bepalingen met betrekking tot dieren blijven wel van toepassing.
Mensen zijn geen zaken, dus niet vatbaar voor overdracht.
Transferovereenkomst voetbal: ontbreekt de toestemming van de speler dan is de
transferovereenkomst nietig en de overdracht zou afstuiten op art. 3:40 BW. Jo. Art. 3:84 BW.
1
Lex specialis derogat legi generali.
2
Beperkte rechten bestaan uit gebruiksrechten (vruchtgebruik, recht van opstal) en zekerheidsrechten (recht
van pand en recht van hypotheek).
3
Samenvatting goederenrecht – Bo Baars
, Vermogensrechten: algemeen
Art. 3:6 BW, rechten die afzonderlijk of samen met een ander recht overdraagbaar zijn of er toe
strekken de rechthebbende stoffelijk in de zin van financieel – economisch voordeel te verschaffen.
Een vermogensrecht heeft vermogenswaarde. Overdraagbaarheid, stoffelijk voordeel en ruilwaarde
zijn aanwijzingen voor vermogenswaarde, dit zijn echter geen cumulatieve voorwaarden.
Voor overdraagbaarheid kijken we niet naar de partijafspraak.
Bij vermogensrechten kan je met name denken aan vorderingsrechten (recht van verkoper op
betaling van de koopprijs en het recht van koper op levering zaak), goederenrechtelijke rechten
(eigendomsrecht, hypotheekrecht) en rechten van de menselijke geest (auteursrecht, merkrecht).
Bestanddelen – overzicht
Bestanddelen zijn onzelfstandige delen van een zaak, hetzij op grond van een hechte ideële band,
art. 3:4 lid 1 BW, of op grond van een hechte materiele band, art. 3:4 lid 2 BW. We hebben dus ideële
en materiele bestanddelen.
Ideële bestanddelen: er moet worden gekeken hoe over een bepaalde kwestie in de
maatschappij wordt gedacht. Kijk naar of de aspirant-hoofdzaak zonder het aspirant –
bestanddeel als onvoltooid moet worden aangemerkt, of als deze twee elementen op elkaar
zijn afgestemd. We noemen dit ook wel de incompleetheid. Ook als een zaak zonder een
bepaald element niet incompleet is, kan er toch bestanddeelvorming voordoen. 3 Zo is een
losse dakpan een bestanddeel van een huis, de banden van een auto zijn een bestanddeel
van een auto. Zo zijn ook centrale verwarmingsinstallaties en lichtleiding van een fabriek als
ideële bestanddelen van het fabrieksgebouw aan te merken, omdat deze anders incompleet
is. Een losstaande waterdistallatie is echter geen bestanddeel van een fabriek, maar wel
weer van een tuinkas. In de grond ingegraven olietanks zullen naar verkeersopvatting
bestanddeel zijn van de grond, ook al is de grond zonder die olietanks niet incompleet.
Materiele bestanddelen: een voldoende hechte materiele band neemt wetgever aan als
afscheiding niet anders kan geschieden dan met schade aan de hoofdzaak of bestanddeel,
art. 3:4 lid 2 BW. Een ingemetseld ligbad heeft een materiele band met het huis, maar een
afscheiding van een machine van een fabriek die met bouten en moeren met de vloer is
verenigd heeft geen materiele band.
Beplantingen
Als beplantingen met de grond verenigd zijn behoren zij ook als bestanddeel van de grond
aangemerkt te worden (zoals wortels, bloempollen). Beplantingen zijn dan onroerend, art. 3:3 BW.
Met grond bedoelen wij de onroerende grond, geen pot.
Belang van kwalificatie als bestanddeel
Bestanddelen volgen in alle opzichten de goederenrechtelijke status van de hoofdzaak. Is de
hoofdzaak onroerend, is het bestanddeel dat ook. Wordt de hoofdzaak in beslag genomen, dan
wordt van rechtswege ook haar bestanddelen in beslag genomen. Bestanddelen hebben dus geen
zelfstandige rechtsstatus.
De eigenaar van een zaak is dus ook eigenaar van haar bestanddelen, art. 5:3 BW. Wordt een onder
eigendomsvoorbehoud geleverde zaak bestanddeel van een andere zaak, wordt zij ook eigendom
van de eigenaar van die andere zaak natrekking.4
Eenheidsbeginsel zakelijke rechten kunnen dus alleen een zaak als geheel treffen, niet slechts
onderdelen. Verbintenisrechtelijk kan je wel zelfstandig over bestanddelen beschikken (je kan je huis
verkopen zonder dakpannen of zonder ligbad).
3
Soms kan een steiger een bestanddeel zijn van de over vanwege de constructie, maar om die oever een
bestanddeel te noemen zonder de steiger gaat te ver.
4
Eigendomsverkrijging door bestanddeelvorming.
4
Samenvatting goederenrecht – Bo Baars
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bobaars. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.