100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting diversiteit en inclusie ( lessen en reader) $3.80   Add to cart

Summary

Samenvatting diversiteit en inclusie ( lessen en reader)

 115 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

ALL-IN-ONE!! Dit is een samenvatting van het vak diversiteit en inclusie: het is een samenvatting van de lessen (slides notities) EN een samenvatting van de reader!!

Preview 10 out of 84  pages

  • December 27, 2019
  • 84
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
SUPERDIVERSITEIT
Nadruk op 2 cruciale veranderingen
1. Kwantitatieve transitie
 Sterke toename van aantal mensen met migratieachtergrond in de voorbije
decennia
 Vooral naar grote steden
2. Kwalitatieve transitie
 Verschil tussen migratie in 20ste eeuw(gastland vroeg om nr hier te komen) en
21ste eeuw: verandering in migratiepatronen en impact daarvan op onze
samenleving
 Groeiende diversiteit binnen diversiteit
Belang van conceptueel raamwerk
 Contextueel denken:
 samenspel tussen individueel en collectief, je kan dit niet als een individueel
probleem gaan bekijken, dit is in interactie met de omgeving, binnen bep
context
 Geschiedenis
 Hoe zijn mensen daar in de loop van de tijd mee omgegaan? Waar groeit het
uit? Vb westen traditie van assimilatie
 Politieke economie
 Neo-liberaal denken krijgt heel snel zijn invloed. Mensen zijn inzetbaar in
hoeveel ze bijdragen. Dat werken en aanzetten tot werken heeft ook zijn
invloed in hoe er naar mensen gekeken wordt.
 Beleidswerk en voorwaarden rond migratie, etnische diversiteit en multiculturalisme
 Publiek bewustzijn
 Kunnen we de complexiteit, gelaagdheid aan? De werking ervan proberen te
verstaan., “politiek correct” zijn
 Ethiek neemt hier ook een zoekende houding aan: we hebben al snel een
oordeel klaar.
Diversiteit: What’s in a name?
 Zeer brede definitie hanteren: modes of differentiation
 We spreken over een sociale organisatie en verschillende principes waarbij mensen
van context tot context, situatie tot situatie, zichzelf en elkaar markeren als
verschillend
 Leeftijd, gender, seksualiteit, nationaliteit, mogelijkheden, etniciteit, religie , SES
 Interdisciplinaire aanpak vereist
 Heel veel verschillende disciplines zijn nodig om daarmee aan de slag te gaan
en elkaar te kunnen bevruchten

,Conceptueel raamwerk




 Geen drie aparte domeinen: hou de andere altijd in het oog als je je op één
domein begeeft
 Hanteren als een triade
 Het ene domein informeert en beïnvloedt het andere

1. Configuraties van diversiteit
= Hoe verschijnt diversiteit in structurele en demografische condities?
 Voorgekauwde, welomschreven categorie
 Metingen-cijfers-tellen van categorieën
 Statistieken-verbanden tussen cijfers en werkloosheid-onderwijs
 Het eerste wat de pers en beleidsmensen vragen als je met hen in gesprek
gaat
Vertovec:
 Veranderende patronen van migratie in kaart brengen
 Meer complexe samenhang in verschillende variabelen:
 Land van herkomst
 Gender
 Rechtspositie (veel invloed op de kansen die je krijgt in het land waar
je naar vlucht)
 Duur van verblijf (tijdelijke veiligheid, ergens anders leven uitbouwen)
 Articulatie van power/status – politieke economie en neoliberale strategie van
aan het werk zijn hoe belanden verschillende groepen waar ze belanden in
de sociale structuur?

2. Representaties van diversiteit
= Hoe wordt diversiteit ingebeeld?
 Beelden
 Representaties=hoe wordt diversiteit in beeld gebracht
 Symbolen
 Betekenissen
 Metaforen: niet zomaar toevallig.
 vb. vluchtelingengolf overspoelt ons: lijkt iets dat we niet in goede
banen kunnen leiden. Dit plaatst dit al in een bepaalde hoek. Heel
vaak in de hoek van onmogelijkheid: geen oplossing mogelijk
 Categorie als sociale constructie – representatie van een realiteit
 ! Categorieën zijn niet iets dat aangeboren is maar dat we op een
gegeven moment zijn overeen gekomen dat mensen daartoe
behoren. Lijdt heel vaak naar objectivering en essentialisering
 Leiden vaak naar objectivering en essentialiseren van bepaalde groepen, we
denken dat we heten hoe ze zijn

, Dood van multiculturalisme
 Gaat over één manier van beleid maken en dat afstemmen op wat er op dat
moment gangbaar is binnen de samenleven
 Opgang maken van denken in termen van integratie/inclusie en sociale
cohesie
 Hoe kunnen we etnische minderheden een plaats geven?
 Ook aanpassingen van systeem zijn vereist
 Wat je ziet binnen integratie is dat men ervan uitgaat dat dit een
individueel probleem is en dat het individu zich moet aanpassen aan
de samenleving
 Context moet zich ook aanpassen
 Het is niet omdat je een plaats krijgt in de samenleving dat je banden
en linken hebt met deze samenleving: verstevigen door vb.
buurtfeesten
 Er blijven wel nog veel sporen achter in het beleid vandaag
 Het is niet dood maar wel een andere representatie aangenomen
Multiculturalisme
 Doel: promotie van tolerantie en respect voor collectieve identiteiten/groepen
 Manier waarop: accommodatie aan de culturele waarden, taal en sociale
praktijk
 Simpel etnicity focused benadering om verschillende minderheidsgroepen te
begrijpen
 Inadequaat om individuele noden en processen van in- en uitsluiting te vatten
 Vb. culturele organisaties, diversiteit op de werkvloer monitoren/
doelgroepwerking, aanmoedigen van positieve beeldvorming, rolmodellen, …
 Nieuwe, kleinere, slechter georganiseerde mensen met een andere
rechtspositie en/of geen burgerschap komen niet in de aandacht.
Alledaagse, populaire representaties
 Kijken naar in- en uitgroepen en hoe deze zich verhouden tov elkaar
 Wat blijft er over in de herinnering?, verhalen?, volksgeschiedenis?
 Inherente assumptie: homogeen, ruraal, landelijk leven en komen naar
dichtbevolkt, divers, meertalig, stedelijke context = nonsense - interesse in
hoe mensen voordien leefden, voor de migratie en in het land van herkomst
vandaag om zo hun weg te vinden op de plaats waar ze nu wonen.
Representaties van diversiteit
 Politieke discours (beleidsdocumenten) op veel vlakken aanwezig
 Publieke discours (kranten en media)
 Dikwijls in termen van pro en contra – heel weinig nuances mogelijk
 Publieke opinie – 77 % van de Europese bevolking ziet diversiteit als
verrijkend - Analyse nodig: Wat zien ze als diversiteit? Wat vinden ze eigenlijk
verrijkend?

3. Ontmoetingen met diversiteit
= Hoe wordt diversiteit ervaren of wat betekent het in ontmoeting?
 In hedendaagse praktijken
 Contact theorie: hoe meer blootstelling, hoe meer de attitudes ten
aanzien van elkaar veranderen

,  Hoe hanteren mensen grenzen en het markeren van grenzen? In
verschillende scenario’s spelen verschillende manieren van omgaan
met diversiteit
 Fusion
 Transformatie van ruimtes
 Meertaligheid
 Switchen van codes
 Gebruik van meerdere talen door elkaar
 Mogelijkheden tot conflict
 Waardoor komt het er? Waardoor komt het niet op plaatsen waar je
het zou verwachten?
Superdiversiteit
 Was nog nooit zo complex, veel complexer dan wat een land tot nu toe heeft
ondervonden
 Dynamisch tussenspel tussen variabelen bij nieuwe, kleine, uiteenlopende
bewegingen van mensen met migratieachtergrond van vanuit veelvuldige
origine, nog altijd verbonden met land van herkomst, met sociaaleconomische
verschillende status en legaal anders opgedeeld
 Wat kunnen deze variabelen zijn?
 Rechten, ervaringen in werk, gender, leeftijd, menselijk kapitaal,
aandacht bij lokale gemeenschap,…
 Fenomeen van de laatste 10 jaar
 Niet alleen veel meer etniciteit en landen van origine maar ook multiplicatie
van factoren die beïnvloeden waar, hoe en met wie mensen wonen
 Naast etniciteit, gaat het ook over de sociale wetenschappen en een brede
publieke sfeer
 Leidt tot multidimensionaal perspectief op diversiteit  SUPERdiversiteit

Superdiversiteit- verschillende status
 Werkende mensen
 Studenten
 Familie- of gezinslid – hereniging
 Asielzoekers en vluchtelingen
 Illegale mensen en mensen zonder papieren

Veel modellen in multiculturalisme zijn inadequaat en vaak ongepast om om te gaan
met de individuele noden en dynamieken van in- en exclusie te verstaan.

Superdiversiteit-variabelen
Omwille van het multidimensionaal perspectief op diversiteit, willen we deze
verschillende assen waarop mensen gecategoriseerd worden en elkaar
categoriseren, met elkaar in interactie brengen

 Gender (vroeger meer vrouwen dan mannen, nu meer en meer mannen)
 Leeftijd (mannen tussen 25-44 jaar)
 Plaats (vaak op plaatsen waar al gevestigde gemeenschappen zijn met
mensen uit hetzelfde geboorteland)
 Transnationalisme = verandert verschillende sociale, politieke en
economische structuren en praktijken wereldwijd voor mensen met
migratieachtergrond zowel in aard als hoeveelheid contact met

, gemeenschappen buiten het land waar je woont (Veranderde technologie,
internet en verminderde kosten voor telecommunicatie en reiskosten)
o Cross-border en met het moederland contact/linken opzetten
o Uitwisseling op transnationaal niveau (mensen, geld, goederen, info)
o Mobiliteit (op werk, religieus, sociaal of politiek vlak): enorm
toegenomen en biedt enorm veel kansen naar dat transnationalisme
toe
o Onderhouden van culturele praktijken en diasporische identiteit
o Dit verandert verschillende sociale, politieke en economische
structuren en praktijken in de gemeenschap van mensen met
migratieachtergrond, zowel op de plaats waar ze vandaan komen als
op de plaats waar ze ontvangen worden
o Is afhankelijk van kanaal, rechtspositie, historiek, structuur, gender,
politieke en economische mogelijkheden
o Een andere laag in de superdiversiteit
o Dit betekent niet dat mensen niet een plaats zoeken of willen
thuiskomen op de plaats waar ze nu wonen  complexe en in het
algemeen positieve relatie met proces van integratie

Betekenis van superdiversiteit – uitdaging
 Noodzaak om rekening te houden met multidimensionale aanpak van
processen
 Ontdekken en erkennen van de aard en reikwijdte van diversiteit
 Ontwikkelen van adequate beleidsaanbevelingen inzake organisatie van
gemeenschap, transnationalisme, migratiekanalen en netwerken


Post-multiculturalisme
Vertovec pleit hiervoor en wil dus een stap verder zetten dan het multiculturalisme: wat ligt er
daar achter. Echt een noodzaak aan iets anders en vooral aan beweging en aan transitie.
 Druk op multiculturalisme door:
 Veranderende aard van globale migratie
 Veranderende spanningen in formatie van naties
 Slechte socio-economische omstandigheden
 Gevolgen
 Sociaal systeem afbreken
 Etnische spanning
 Groei van extremisme en terrorisme

Inhoud van multiculturalisme (niet gezien in les)
Kansen bieden om:
 Representatie van groep bij lokaal of nationaal beleid
 Herstructureren van instituties naar pluralistische provisie van dienstverlening
 Maatregelen om gelijkheid, respect en tolerantie te promoten
 Niet alleen bij minderheden, maar ook dominante meerderheid:
verantwoordelijkheid die niet ligt bij mensen die hier binnenkomen en een
plaats willen krijgen maar dat de ‘wij’ aangesproken wordt en we allemaal
moeten meehelpen om hiermee aan de slag te gaan
 Cfr. Ish Ait Hamou – opiniestuk

,  Je ziet dat mensen heel vaak het probleem aan de overkant van de
straat leggen tegenover wanneer wordt iets een ‘wij-gevoel’ een ‘wij-
probleem’ dat we samen proberen aan te pakken en waar we kansen
scheppen om daar met elkaar uit te geraken of over moeten
onderhandelen
 Middelen om tradities en identiteit te ondersteunen
Vb. in onderwijs, media, recht, religie, eten, publieke erkenning

 Inburgering en testen voor mensen met migratieachtergornd – kennis van de
dominante culturele normen en waarden
 Kennis van taal
 Actief tonen dat je er bij wilt horen en je aanpassen maar dat ook mensen
welkom zijn

Problemen
 Marginalisatie van minderheden, bevinden zich aan rand,voelen zich niet thuis
 Verdeel-en-heers strategie: we spelen bepaalde groepen tegen elkaar uit en
sommige krijgen meer mogelijkheden dan anderen
 Denken aan gemeenschap als vaststaand en sociaal gebonden
groep/doelgroep-aandachtsgroep-kwetsbare groep
 Meer aandacht naar cultuur dan naar socio-economische deprivatie
 Persistente aanwezigheid van discriminatie en racisme in de samenleving
 Diepe en blijvende ongelijkheid onder etnische minderheden
 Kritiek op de etnische minderheden zelf gericht
 Drang om eigen culturen,tradities en eigen identiteit te behouden
 negatieve consequenties

 Ondanks de sterke aandacht voor conformering, cohesie, nationale identiteit en
dominante culturele waarden, toch een acceptatie van het belang en de waarde van
diversiteit institutioneel inbedden
 geven en nemen – tweerichtingsverkeer
 Diversiteit is sleutelbegrip in aanwerving, management en gelijke kansen
 Sterke gemeenschappelijke identiteit en waarden EN erkenning van culturele
verschillen net zoals verschillen in gender, leeftijd, seksualiteit, beperking,…
Niet gezien
 Uitdaging is om een ideologie binnen de staat, de structuren en programma’s te maken die breed
genoeg is om sterke groepsidentiteit toe te laten binnen het legale raamwerk en rekening te houden met
de rechten en plichten als burger
 Sleutelwoorden:
 Kansen verbeteren
 Ongelijkheid terug dringen
 Cohesie bevorderen
 Participatie bevorderen
 Groter begrip voor de verschillende culturen als sterkte
Vb. inburgering via school curriculum allerhande formules van taalcursussen
 Multiculturalisme is niet weg

Gevolgen van post-multiculturalisme
 Migratieachtergrond is niet de enige, cruciale factor in het bepalen van de relatie
tussen individu en staat – masterstatus toekennen (enige manier waarop we mensen
willen bekijken)
 Wel belangrijke katalysator
 Elk heeft meervoudig lidmaatschap van categorieën in een poging om een plaats te
krijgen en erbij te horen (inclusie). Mensen zouden de kansen kunnen krijgen om

, daar stem aan te geven en niet enkel simpelweg vertrekken vanuit hun etnische
categorie
 Mensen die arriveren dienen op veel verschillende manieren aangesproken te
worden (niet enkel vanuit het standpunt ‘migratieachtergrond’)
Film Oostende
 In de eigenheid die mensen afbakenen van wie zijn “wij”, speelt taal een belangrijke
rol. Als je in die “wij” wilt komen, is taal vaak een instrument, een poort, een manier
om daar binnen te raken. Meer en meer komt daar ook een klemtoon op te leggen.
De mensen combineren dit ook vb. televisieprogramma’s, taal die ze spreken als ze
naar de winkel gaan,... Zoeken hun eigen weg binnen een geheel en gaan af op wat
gekend is van het verleden.
 In de ontmoeting betekent dit nog iets helemaal anders: vb. AN is één ding, maar in
Oostende spreken ze West-Vlaams. Dit is toch een beetje anders
 Grijze zones: waar zien we die ontmoeting wel?
 Heel veel verschillende motieven van waarom mensen naar hier komen: heeft veel
invloed op de kansen die mensen hier krijgen
 Mensen die hier kwamen als vluchteling: al dan niet terecht?
 Machtsdiscours: veel klemtoon op mensen die hier komen als vluchteling




ONDERWIJS IN TIJDEN VAN SUPERDIVERSITEIT


Deleuze en Guattari kijken naar verschil vanuit een poststructuralistisch kader
 “Op zoek naar laten we die concepten in ons werk evolueren en naar gelang de
context. We willen alles zo fluïde en flexibel mogelijk.”
 Deleuze en Guattari: filosoof en psychoanalist. Laat los wat vaststaat: hoe in
beweging krijgen?
 Organiseren, in vakjes steken om alles duidelijk te maken  maar zorgt ook
voor uitsluiting

 School-lerarenopleiding-beleid rond opvoeding en onderwijs als rigide,
gestratificeerde en hiërarchische manier  exclusie produceren

 Herwerken van plaatsen tot ‘smooth’ plaatsen: verandering van macht , andere
manieren van werken
 Power shift nodig
 Andere manier van engageren
 Constant opzoek gaan naar opportuniteiten en mogelijkheden  Vluchtlijnen
 Bewustzijn van hoe macht op bepaalde dingen inwerk
Filosofie en opvoeding en onderwijs
 Hoe gaan we opvoeding en onderwijs invullen? Alliantie noodzakelijk, interdisciplinair
karakter kan helpen om zaken vanuit een ander standpunt te gaan bekijken

 Rol van filosofie
 Actieve experimentatie: ipv enkel evidence-based met belang van rationaliteit,
objectiviteit en generaliseerbaarheid

,  Essentieel in opvoeding en onderwijs: wantrouwen, liefde voor 1 waarheid
doorkruisen
 Politiek – actie van verandering: niet iets dat zich zomaar vormt en waar we
ook voortdurend verandering in willen zien. , belang van imaginaire functie

 Filosofen van het “verschil’
 Deleuze en Guattari vallen hieronder. Foucault ook
 Jaren ’60
 Erkenning van sociale minoriteitsgroepen
 Vb. Foucault: sterk inzetten voor homoseksuelen
 Politiek gebaseerd op accepteren van multipliciteit
 Maakt dat als we een bepaalde categorie in een andere context
plaatsen, die er volledig anders uitziet
 Politieke functie: waar willen we naartoe, wat willen we veranderen
 Niet gericht op de grote revolutie
 Actieve experimentatie: we weten niet op voorhand wat er komt
 Filosofie van affirmatie
 Bevestiging van wat er komt
 Vraagt om los te laten en er op een affirmatieve manier te gaan naar
kijken
 Gaat ook samen met het ‘doen’: veel nadenken en discussiëren 
uiteindelijk in het dagdagelijkse doen mee aan de slag gaan

 Verstoren van het dominant denken ifv buitengewoon onderwijs als aparte plaats –
gericht op anders en speciaal  kinderen niet meer in bus plaatsen, ze komen
uiteindelijk toch terug in samenleving met anderen
 De taal van inclusie laten ‘stotteren’
 Niet als vanzelfsprekend in één vloeiende lijn gaan vertalen
 Brengt mensen in evenwicht: gaat niet uit van een status quo
 Nadenken en van daaruit actie ondernemen
Over Deleuze & Guattari
Deleuze was een filosoof en een goede vriend van Foucault: heel veel rond machtsdiscours
Gaat een nauw partnerschap aan met de psychiater van La Borde: hoogdrempeligheid in
vraag stellen. Heel sterk de stratificatie van wat een psychiatrie moest zijn doorbreken.
Iedereen is evenveel waard (dokter, poetsvrouw, patiënt?) Powershift wordt erg aan gewerkt.
Deleuze en Guattari vinden elkaar: zij twee samen in een kamer = multipliciteit. Heel veel
verschillende aspecten van wie zij zijn, spelen een rol als zij samen aan de slag zijn.
Uiteindelijk is Deleuze door een venster gesprongen: veel chronische rugproblemen. Leven
in uw eigen handen nemen.
Hun werk is een assemblage. Is niet lineair, eenduidig opgebouwd. Zij gaan heel vaak met
bepaalde concepten op andere manieren aan de slag. Veel geïnspireerd door Nietzsche en
Spinoza. Ze gaan niet van A naar B maar schrijven eerder circulair. Ze verbinden meerdere
concepten op verschillende manieren waardoor ze ook meerdere invullingen kunnen krijgen.
Concepten voortdurend in een nieuw perspectief plaatsen: moeten beweeglijk en mobiel zijn.
4 verschillende concepten van Deleuze en Guattari zijn:


1. Rhizoom

, >< Boomstructuur (maakt dat we dingen vastzetten, aflijnen en in bepaalde
dingen gaan inpassen.) – rigide, gestratificeerd en hiërarchisch kennis
 Vb. van zo’n boomstructuur: DSM 5
 Belang van binair denken – waar ene kant meer waard is dan andere
 normaal of abnormaal, het is zo of het is niet zo, wat hebben we
gelijk,verschillend doel: wegwerken, remediëren
 Hiërarchisch gezien is het interessanter om tot een bepaalde categorie
te behoren dan een andere categorie
 We zitten liever aan de kant van het normale t.o.v. het abnormale vb.
 Negatieve kans is ook de positie die moet bijgestuurd worden
 Doel = kennis doorgeven, reproduceren van wat je kent
 Inclusie is partieel: wordt iets voor bepaalde doelgroepen. Doel op
zich, een bestemming die we nastreven.
 Heel vaak toegepast op gebied van inclusie: kent hij de taal of niet? Dan:
ingrijpen en bijsturen.
 Rhizomatisch denken – starten in het midden, geen begin of einde
 Wat zien we gebeuren? Het is wat het is en hoe kunnen we daar zo
min mogelijk over oordelen.
 Gericht op verbinding: verstrengeld en verbonde, breken af en groeien aan –
geen essentie of lijn – geen binaire afscheiding mogelijk
 Aanzetten tot breken, verwarren, nieuw begin
 Op elk moment kan dat afbreken, kan je weer een nieuwe ingang
vinden of kijken waar je eruit kan  geeft ontzettend veel ruimte en
mogelijkheden. Laat ons niet denken dat we ‘de waarheid’ hebben
maar afhankelijk van een bepaald perspectief zie je een andere
waarheid  heel veel multipliciteit mogelijk
 Orde EN chaos
 er zijn én lijnen van stratificatie, organisatie, aflijning én vluchtlijnen,
altijd beweging
 Zetten zich af tegen een boomstructuur maar gooien het niet helemaal
overboord. Je hebt in de samenleving toch een bepaalde structuur
nodig.
 Combinatie van oké die orde maar hoe kunnen we dat in de war
brengen, hoe kunnen we dat in beweging brengen  chaos
 Inclusie = uitdaging om te doen, Je kan niet passief zijn
 Nodigt ook uit om iets nieuws te ontdekken en om niet te blijven bij wat
je kent en wat je vertrouwt is




 kenmerken
 Verbinding en heterogeniteit: elk punt is verbonden met een ander,
geen boom die vast staat, hetero: andere connecties maken dan we al
kenden
 Multipliciteit: Kijken nr lijnen en verbindingen is anders dan kijken naar
vaste posities, hoe kunnen we door verschillende perspectieven te
bekijken met kinderen gaan werken , verstoort eenheid, het staat niet
vast , niet alles vast binnen één geheel
 Kan niet verbroken of onderbroken worden
 Is nooit helemaal verbroken of stopgezet: kan op een ander
punt opnieuw beginnen.

,  Geen centrale as: geen essentie die vast ligt, geen duidelijke structuur
 Geen begin of einde: start bij midden, niet in termen van oorzaak-
gevolg
 Leren = een proces, nooit af, constant in beweging, opstaan en
proberen, eerder over golven dan over ups-and-downs
 Oog voor Complexiteit – geen kwestie van boomstructuur weg te
gooien en rhizoom te omarmen
 boomstructuur zitin die rhizoom. Het is EN dit En dat en niet
OF dit, OF dat

2. De- en reterritorialisatie
= de beweging van afwijking, ontsnappen, vluchtlijnen
 Stratificatie van ruimte –regelen, reglementeren en beheersen
 Van hieruit bepaalde mensen in- en uitsluiten
 Smooth spaces; uitvlakken van stratificatie en hiërarchie
 Veel gevolgen van hoe we ons ten opzichte van elkaar gaan
verhouden
 Deterritorialisatie – bestaande betekenissen in vraag stellen en handelen van
koers veranderen – van stratificatie naar smooth: proberen organisatie
doorbreken
 Op het moment dat die actie gebeurt: niet snappen
Vb. Ruby Bridges: eerste zwarte meisje in jaren ’50 die naar een overwegend
blanke school trok. Onder politiebewaking daarnaartoe gebracht. Manieren
van denken die bepaalde acties in gang zetten en op termijn een andere
realiteit realiseren.
Realiteit: nog altijd groot statusverschil. SES speelt nog altijd grote rol.

 Chaosmos = composed chaos, niet voorzien en niet vooraf uitgedacht. De
dingen zijn in beweging, zijn in verandering maar niet in 1 2 3 voltooid.
 Nieuwe manieren van kijken, denken, handelen
 Opening om te experimenteren, spring en probeer
 Een vluchtlijn, een ontsnappingspoging heeft niet altijd positieve gevolgen,
kan ook slecht aflopen.
 De- EN reterriotorialisatie : er komt steeds moment om terug te sluiten
Deterriotorialisatie is een onderdeel van een proces. Gaat altijd gepaard met
reterriotorialisatie. Afwijken zorgt ervoor dat het terug een plaats krijgt in die
rigide, gestratificeerde en hiërarchische manier van denken. Zaken gaan niet
zomaar bewegen. Geen grote veranderingen, kleine. Voor elke vluchtlijn,
beweging is er ook steeds een behoudsgezinde reflex
Kenmerken van deterritorialisatie in relatie tot inclusie
 Wat is het om ‘vreemd’ te zijn in heel vertrouwde omgeving?
Met nieuwe ogen bekijken, in vraag stellen en opnieuw beginnen
 Essenties achterwege laten: iets is zo en zal altijd zo blijven.
Vb iemand is aardig dus die moet dat altijd zijn. Hoe kunnen we
die dingen wel in vraag blijven stellen en zien dat dit sociale
constructies zijn?
 Creative substraction – loslaten: wat is er prioritair?
 Niet gemakkelijk, vraagt hard werk
3. Verschil
 Inclusie wordt vaak voorgesteld als het aanmoedigen tot het vieren van
verschil – hoe moet dit en wie vraagt dit? – banaliseren van inclusie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pastalover. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.80  2x  sold
  • (0)
  Add to cart