Economie
De economische invalshoek
Wat is economie?
Onderscheidt tussen ‘economie’ (wetenschappen)(economics) en ‘de economie’ (the economy).
- Economen kijken naar ‘de economie’, maar ook naar onderwijs, criminaliteit, fertiliteit, etc 🡪
vanuit economische invalshoek kijken naar deze zaken en deze zo benaderen.
- Invalshoek is belangrijk om zicht te krijgen in een aantal zaken. Niet zozeer het onderwerp,
maar de specifieke invalshoek bepaalt de essentie van economie als wetenschap …
- Concepten linken aan biomedisch domein
Rationele keuze als basis van het gedragsmodel
Beslissingen door economische agenten (consument, producent, overheid, …) vertrekken vanuit
voorkeuren, maar er zijn beperkingen op deze voorkeuren (budget, tijd, …) 🡪 centraal in economie
- Student: wat zal ik deze week eten in Brussel? (afh van tijd, budget, voorkeuren, …)
- Bedrijf: hoe zal ik mijn product maken?
- Overheid: hoeveel straatverlichting moet ik voorzien?
Economische agent (homo economicus) maakt rationele keuzes (niet altijd in realiteit).
Rationele keuze: beste keuze uit mogelijke keuzes, bepaald door beperkingen volgens voorkeur.
Rationaliteit gaat niet over inhoud vd voorkeuren: ook altruïsme, imperfecte informatie,
beslissingsfouten zijn mogelijk. Altruïsme kan een rationele keuze zijn, wanneer het jouw voorkeur is
om andere mensen te helpen.
Normatieve evaluatie en bijsturing
Keuzes evalueren en vervolgens bijsturen van de resulterende uitkomst = prescriptief of normatief
vb. tabak, te veel tabak gebruik dus belastingen op tabak verhogen en daardoor keuze beïnvloeden.
Werkelijkheid/realiteit beschrijven = descriptief of positief
vb. er wordt x aantal tabak verkocht, Eric zegt dat …
Pareto principe w minimaal verondersteld: verbetering, waarbij minstens 1 persoon beter is zonder
dat er iemand slechter van af is 🡪 zeer streng principe en geen discussie over mogelijk 🡪 minimaal
principe want Pareto doet geen uitspraken over de verdeling 🡪 bijkomende ethische principes nodig
Hoe welvarend zijn we?
Consumptie
Welvaart in maatschappij afh vd behoefte-bevrediging (consumptie) van haar leden (als
consumenten).
Consumptie vaak in gezinsverband, echter consument ≠ gezin. Bedrijven consumeren ook.
Deel van inkomen sparen om later te consumeren. Het niet geconsumeerde deel (het sparen) is
eigenlijk uitgestelde consumptie om later te consumeren.
1
,Consumere betekent ‘verteren, vernietigen, verkwisten’, maar niet alle goederen worden vernietigd
op het moment zelf. Een broodje is direct weg, maar er zijn ook duurzame goederen zoals kleding,
laptop, auto, meubelen, etc. Er zit een consumptie- en spaarcomponent is.
Productie omvat alle activiteiten waardoor goederen en diensten (zoals lesgeven) tot stand worden
gebracht, en op de gepaste tijd en plaats ter beschikking worden gesteld.
Het productieproces zet inputs (lopende inputs en productiefactoren) om in output.
Voorbeeld: belegde broodje produceren
- Lopende inputs: bestaan uit grondstoffen (kaas, broodje…) en hulpstoffen (nodig om
productieproces te doorlopen, bv elektriciteit).
- Productiefactoren (factoren nodig tijdens productieproces om lopende inputs om te zetten
naar output): arbeid en kapitaal (≠ geld, maar investeringen zoals gebouwen en machines).
Kapitaalgoederen en investeringen
Kapitaalgoederen aan producentkant en consumentkant.
- Kapitaalgoederen zijn duurzame productiemiddelen. Een deel gaat verloren in het
productieproces en een deel gaat verloren door waardevermindering
= depreciatie of afschrijving
- Kapitaalgoederen zijn investeringsgoederen.
o Netto-investeringen, je zaak wordt meer waard bv kassa die boekhouding
gedeeltelijk doet.
o Vervangingsinvesteringen, je vervangt gewoon het afgedankte kapitaal
- Kapitaalgoederen kunnen fysiek zijn (toonbank), maar ook menselijk (vakkennis).
Toegevoegde waarde
- Het productieproces zorgt voor een ‘verbetering’:
o waarde broodje is groter dan de waarde van de lopende inputs
o verschil tussen beide noemen we de bruto-toegevoegde waarde, nl. de waarde die
arbeid en kapitaal aan lopende inputs toevoegen
o Indien we de depreciatie (waardeverlies van het kapitaal) van bruto-toegevoegde
waarde aftrekken, dan krijgen we de netto-toegevoegde waarde
- Netto-toegevoegde waarde is
o wat productiefactoren (arbeid en kapitaal) hebben toegevoegd
o en dus aan hen kan uitgekeerd worden als vergoeding
- Cruciale identiteit tussen inkomen en toegevoegde waarde
o indien uitbater = eigenaar kapitaal => 0.6 euro verdiend / broodje
o Indien uitbater ≠ eigenaar kapitaal, dan opsplitsing:
▪ loon als vergoeding voor uitbater (werknemers)
▪ huur, intrest of dividend (winstuitkering) voor eigenaar kapitaal
- Input ene bedrijf is output andere bedrijf. In elke fase wordt er waarde toegevoegd.
2
, - Bbp (bruto binnenlands product) = som van alle toegevoegde waardes, het is de
marktwaarde van alle finale goederen en diensten. Het meet de grootte van een economie.
Bbp komt niet volledig overeen met welzijn van de maatschappij (welvaart), wordt echter
wel vaak gebruikt als maatstaf van welvaart.
Bruto binnenlands product als maatstaf van welvaart
Welvaart wordt oa bepaald door inkomen.
Bbp is, als som van toegevoegde waardes, een ruwe indicator vh totale inkomen in een land of
werelddeel.
Inflatie zorgt ervoor dat mensen nu geld gaan uitgeven, omdat geld minder waard wordt. Niet alles is
even duur in alle landen, dus bbp met elkaar vergelijken is niet nuttig.
� Bbp omzetten in ppp (koopkrachtpariteiten) om te vergelijken doorheen de tijd en tussen
verschillende landen. Hierbij wordt gecorrigeerd voor inflatie en de verschillen in prijzen.
Economische prestatie op wereldvlak
Op wereld niveau bpp bepaald doorheen de tijd. Voor de eerste jaartallen zijn dit benaderingen.
- Bbp stijgt van 105 miljard tot 60.000 miljard (sterke stijging) 🡪 welvaart ↗, niet abnormaal
want wereldbevolking ↗ 🡪 andere maatstaf gebruiken: bbp per hoofd in de wereld 🡪 nog
schommeling maar allemaal in zelfde grootorde 🡪 lang stabiel, maar plotse stijging door
industrie 🡪 zorgt voor ongelijke verdeling in de wereld. Ook binnen bepaalde landen is er
sprake van een ongelijke verdeling
- Maandelijks bbp per hoofd kent een sterke toename, maar kent ongelijke verdeling over de
hele wereld.
Economische groei
- Logaritmische weergave in figuren (voor visueel comfort)
o constant oplopende rechte = constante economische groei
o omdat log log[ ( 1+ g )t × bbp]=( 1+ g ) +log ( bbp)
- Economische groei is de wijziging van bbp per capita door de tijd heen, uitgedrukt gedurende
een bepaalde periode in een bepaalde regio, meestal in percentage.
- Indien groei negatief is (bbp krimpt) gedurende 2 of meer opeenvolgende kwartalen spreken
we van economische recessie. Schommeling is normaal dan spreken we van een conjunctuur,
pas vanaf 2 of meer opeenvolgende kwartalen met negatieve groei spreken we van recessie.
Recessies de voorbije jaren: Eerste recessie was economische crisis (2007-2008), tweede recessie is
corona crisis (2019-2020), diepte punt was bij corona crisis groter dan bij economische crisis.
Is bbp per capita een goede welvaartsmaatstaf? Of voor welzijn?
Bbp meet NIET de welvaart in de samenleving. Bbp heeft verschillende beperkingen als maatstaf van
welvaart. Bbp is ontworpen om de economische activiteit te meten en niet zozeer welvaart,
daardoor zijn er een aantal problemen.
Bbp per capita
- Meet alle economische activiteit, ook verwerpelijke activiteit
3
, o 1986, R.Kennedy: ‘ons bbp houdt rekening met luchtvervuiling, gevangenissen,
reclame voor tabak, ambulances, ontbossing, nucleaire oorlog, gepanserde
voortuigen, maar niet met gezondheid kinderen, kwaliteit onderwijssysteem, …
o Bbp is niet de beste maatstaf voor de welvaart. Het bevat een aantal criteria waarbij
je geen rekening wilt houden als je de welvaart wil bepalen.
- Zegt niks over verdeling binnen een land (of over de wereld)(alles kan naar de rijkste gaan)
o Bbp verschilt tussen verschillende landen, maar er zijn ook verschillen in een land
- Niet de enige relevante indicator van welvaart
Andere dimensies
Het lijkt alsof er een relatie bestaat tussen levensverwachting en bbp per capita. Er kan op basis van
deze grafiek geen oorzakelijkheid worden geconcludeerd. De relatie is niet lineair (Swaziland vs
Vietnam), maar is er wel.
Speltheorie en productie
Speltheorie
Speltheorie
Eenvoudig: individuele beslissing heeft niets (of nauwelijks) te maken met beslissingen van anderen.
Complex: Beslissingen van individuen hebben niet alleen voor henzelf gevolgen, maar ook voor
anderen. Complexiteit ontstaat omdat de beste beslissing die elk individu voor zichzelf kan nemen
afhangt vd beslissingen die de anderen nemen 🡪 ontstaan sociale interactie.
� Speltheorie is de analyse van deze interactie, proberen voorspellen hoe spelers zich gedragen
en hoe waarschijnlijk de verschillende uitkomsten zijn.
� Spel bestaat uit spelers die elk een strategie kiezen om een zo goed mogelijk resultaat te
bereiken.
Voorbeeld: gevangenen dilemma
Bij de speltheorie wordt er uitgegaan van
- Simultaan spel: twee spelers beslissen op zelfde moment
- Rationeel gedrag: eigen belang eerst
- Spelregels zijn gekend
� Resultatenmatrix toont hoe het spel gespeeld kan worden en hoe waarschijnlijk de
verschillende uitkomsten zijn 🡪 bekomen van resultaat of payoff
Dominante strategie
= strategie die een speler altijd het beste resultaat oplevert, ongeacht de keuze van de andere speler
Beide ontkennen: meest gunstige uitkomst voor beide 🡪 stabiel? Afspraak verbreken om voor
zichzelf de straf te verminderen naar 1 jaar, maar andere krijgt 10 jaar indien deze zich wel aan
afspraak houdt. Indien gevangene 2 zich ook niet aan afspraak houdt, dan beide 8 jaar.
Wat is dus de beste strategie?
Bekennen is de dominante strategie en ontkennen de gedomineerde strategie
� Rationele speler kiest altijd de dominante strategie.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottecresens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.