BEGRIPPEN SOCIOLOGIE
HOOFDSTUK 1
Sociologie
Het systematisch onderzoek van de menselijke samenleving.
Mondiaal perspectief:
Globaal perspectief:
Hoge-inkomenslanden
landen met de hoogste algemene levensstandaard.
Middeninkomenslanden
Landen met een levensstandaard, die we als we de wereld in zijn geheel bekijken, gemiddeld kunnen noemen.
Lage-inkomenslanden
Landen met een lage levensstandaard, waarvan de meeste inwoners arm zijn.
Positivisme
Inzicht verwerven op basis van wetenschappelijk onderzoek.
Moderniteit
Sociale patronen die het resultaat zijn van industrialisering.
Modernisering
Het sociale veranderingsproces dat in gang is gezet door de industrialisering.
Anomie
Een situatie waarin een samenleving het individu weinig morele richtlijnen te bieden heeft.
HOOFDSTUK 2
Theoretische benadering/theoretisch perspectief
Een fundamenteel beeld van de samenleving dat als richtsnoer dient voor theorie en onderzoek.
STRUCTUREEL FUNCTIONALISME
Hanteert een kader voor de theorievorming waarin de samenleving als een complex systeem wordt gezien, een
systeem waarin sprake is van onderlinge samenwerking tussen de verschillende delen en dat solidariteit en
stabiliteit beoogt.
Sociale structuur
Relatief stabiele sociale gedragspatronen.
Sociale functies
De gevolgen van een sociaal patroon voor het functioneren van de totale samenleving.
Manifeste functies
De onderkende en beoogde gevolgen van een sociaal patroon.
Latente functies
De niet-onderkende en niet bedoelde gevolgen van een sociaal patroon.
Sociale disfunctie
Een sociaal patroon dat het functioneren van de samenleving kan verstoren.
CONFLICT SOCIOLOGIE
Een denkkader waarin de samenleving wordt opgevat als een arena van ongelijkheid, die conflicten en
veranderingen veroorzaakt.
Sekseconflictbenadering
Richt zich op de ongelijkheid en de conflicten tussen mannen en vrouwen.
Feminisme
Streeft naar sociale gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Rassenconflictbenadering
Richt zich op de ongelijkheid en conflicten tussen mensen met een verschillende raciale en etnische
achtergrond.
Oriëntatie op macroniveau
Een totaalbeeld van sociale structuren die de samenleving als geheel gestalte geven.
Oriëntatie op microniveau
Een nauwkeurige en gedetailleerde beschrijving geven van de sociale interacties in concrete situaties.
, SYMBOLISCH-INTERACTIONISMEBENADERING
Wordt gekenmerkt door een denkkader waarin de samenleving wordt opgevat als het resultaat van de
interacties tussen individuen.
RATIONELEKEUZEBENADERING
Gaat ervan uit dat mensen hun keuzes baseren op rationeel denken. Hierbij wordt een afweging gemaakt
tussen een aantal keuzemogelijkheden.
Positivistische methode
Een logisch systeem dat zijn kennis baseert op directe, systematische observaties.
Positivistische sociologie (empirische sociologie)
De op systematische observaties van het sociale gedrag, gebaseerd op onderzoek van de samenleving.
Empirische gegevens
Informatie die we met onze zintuigen kunnen verifiëren.
Begrippen
Mentale constructie die een deel van de wereld in vereenvoudigde vorm weergeeft.
Variabele
Concept waarvan de waarde van geval tot geval verandert.
Meten
Een procedure waarmee de waarde van een variabele in een specifiek geval bepaald wordt.
Validiteit
Precies meten wat we willen meten.
Correlatie
Een relatie waarin twee (of meer) variabelen samen veranderen.
Oorzaak en gevolg
Een relatie waarin een verandering in een variabele een verandering in een andere variabele veroorzaakt.
Interpretatieve sociologie
Richt zich in haar onderzoek van de samenleving op de betekenissen die mensen aan hun sociale werkelijkheid
toekennen.
Kritische sociologie
Laat zich in haar onderzoek van de samenleving leiden door de noodzaak van sociale verandering.
Gender
De persoonlijke kenmerken en sociale posities die de leden van een samenleving toeschrijven aan het vrouw-
of het man-zijn.
Onderzoeksmethode
Systematisch onderzoeksplan.
Experiment
Een methode voor het onderzoeken van oorzaak-en-gevolgrelaties, onder streng gecontroleerde
omstandigheden.
Participerende observatie
Een onderzoeksmethode waarmee onderzoekers het gedrag van mensen systematisch observeren terwijl zij
zich bij hen voegen in hun dagelijkse activiteiten.
HOOFDSTUK 3:
Cultuur
De wijzen van denken, de wijzen van handelen en de materiële objecten die in combinatie de levenswijze van
een volk vormen.
Samenleving
De mensen die in een bepaald gebied leve en een bepaalde cultuur delen.
Cultuurshock
Een gevoel van desoriëntatie als we met een ons onbekende levensstijl geconfronteerd worden.
Symbool
Een verschijnsel dat een bepaalde betekenis heeft die door mensen met dezelfde culturele achtergrond
herkend wordt.
Cultuur overdracht
Het proces waarmee een generatie een cultuur doorgeeft aan de volgende generatie of aan mensen elders.
Sapir-Whorfthese
Dat mensen de wereld zien en begrijpen door het culturele perspectief van taal.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romybender. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.